Jean Van Coppenolle behoort tot de eerste generatie naoorlogse modernisten met een vooral doorleefde en pas daarna functionele architectuur. Hij studeerde in 1947 af aan La Cambre bij Ch. Van Nueten en werkte vervolgens als stagiair in het bureau Artec (1948-53). Als zelfstandig architect bouwde hij vanaf 1954 in hoofdzaak landhuizen, bungalows en stadswoningen, van 1959 tot 1964 in associatie met Samuel Gillès de Pélichy (°1929). Meerdere daarvan, waaronder zijn eigen woning met atelier (Linkebeek, 1958), behaalden een vermelding in de Architectuurprijs Van de Ven (1956, 1959), in de Nationale Houtwedstrijd (1955, 1957 en 1960) en in de wedstrijd van het Nationaal Instituut voor de Huisvesting (1960). Deze woningen onderscheiden zich door in het landschap ingepaste sobere, eenduidige volumes, een open plan met een voorkeur voor het split-level, een contrast tussen beglaasde en gesloten wanden, en een minimalisme in het materiaalgebruik, o.m. door houtskeletbouw en zichtbare baksteen.
Bron: Braeken J., Van Coppenolle, Jean, in: Van Loo, A. (red.): Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 2003, 550.
Beukenstraat 106 (Linkebeek) Alleenstaande modernistische woning met balkvormig volume afgesloten door een licht hellend plat dak, van 1958 nu nauwelijks zichtbaar van op de straat door de begroeiing.
Ahornlaan 29 (Sint-Genesius-Rode) Modernistische villa ontworpen door de architecten Jean Van Coppenolle en Samuel Gillès de Pélichy, in 1965 gepubliceerd in het architectuurtijdschrift La Maison.