Jacob Berger (Jacob II) werd in 1702 aangenomen als "leerknecht" bij de Brugse schilder Lodewijk de Deyster. Deze laatste was bij gelegenheid ook instrumentenmaker en bouwde orgels in de Brugse Bogaardenkapel en in de kerk van Sint-Kruis. Hier is wellicht een grondslag gelegd voor de orgelbouwactiviteiten van de Berger-familie. Maar anderzijds is in het orgel-oeuvre van de Bergers een duidelijke invloed waar te nemen van de Ieperse orgelmaker Jacobus van Eynde : vermoedelijk zijn er dus contacten geweest tussen deze orgelmakers. Daarbij is aan te stippen dat Van Eynde meermaals in Brugge orgels gebouwd heeft, tot ongeveer 1721; Jacob Berger's eerste activiteiten als orgelmaker zijn te situeren in 1724.
Vermeldenswaard is dat hij daarenboven ook zangmeester en organist was aan de Sint-Donaaskathedraal.