Seraphin Hostekind, actief van ca. 1820 tot ca. 1840, was als orgelmaker gevestigd in Izegem; hij was eigenlijk alleen stemmer en uitvoerder van kleine reparaties. Hij is één van de geviseerden wanneer Pierre van Peteghem in 1840 (zie inscriptie in het orgel van de St-Walburgakerk in Veurne) de orgelmakers Fretin, "Hostekyn" en "Ormet" bestempelt als "ravaudeurs en orgelmoorders". Hostekind was ook actief in Frans-Vlaanderen, waar zijn interventies al evenmin op veel bijval konden rekenen. [zie archiefcitaten in Inventaire National - Orgues de France].
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Sint-Walburgapark (Veurne)
Enig voorbeeld in de kuststreek van een groots opgevat gotisch kerkgebouw waarvan alleen de koorpartij, de oostelijke transeptmuur en westelijke torenaanzet tot stand kwamen vanaf het tweede kwart van de 13de eeuw tot eind 14de eeuw. De westelijke torenaanzet vormt nu een vrijstaand volume in het Sint-Walburgapark: onafgewerkt gebleven gotisch westportaal van Balegemse kalkzandsteen, in 1720 ingericht tot waterreservoir. Voorts neogotische kerk, meer bepaald transept en schip naar ontwerp van A. Van Assche gebouwd en voltooid door architect J. Vinck in 1907. Het kerkgebouw omvat een vijfbeukig basilicaal schip van twee traveeën, een transept met traptorens op de hoeken en de bewaarde gotische oostelijke muur, de gotische koorpartij bestaande uit een hoofdkoor van vier traveeën met vijfzijdige sluiting en een kooromgang met drie kranskapellen ten oosten en twee kapellen op noord- en zuidzijde, en aansluitend bij het hoofdvolume onder meer een doopkapel.