Persoon

Frétin, Louis

ID
8253
URI
https://id.erfgoed.net/personen/8253

Beschrijving

Louis Frétin, orgelmaker, uit Diksmuide, gehuwd met Henriette Lissnijder, uit Kaaskerke. Het paar was eerst in Oostende gevestigd, waar hun een zoon, eveneens Ludovicus genaamd, werd geboren in 1826. In 1828 vestigden zij zich in Gent. Opeenvolgende adressen in Gent: Cathelijnestraat 11, Sint-Salvatorstraat 84 (wordt later 106), Voormuide 11, Hoge Zonnestraat 11 (aldaar overleden). In de ventielkas van het orgel te Everbeek is een gedrukt etiket aanwezig: Louis Frétin / Facteur d'orgues de la Cour / Breveté de sa Majesté le Roi des Belges / Gand

Frétin is mogelijk gestart als maker van serinettes en kleine draaiorgels. Kerkorgels bouwde hij in Drongen-Baarle (1836), Everbeek (Sint-Jozefskerk), Steenhuize (1839); verder herstellingswerken in diverse kerken. Minstens één draaiorgeltje van zijn hand is bewaard (van vóór 1828?) : zie 'Catalogue de la collection de musique flamand et néerlandais', formée par C.C. Snoeck, Gand 1903 : onder nr. 893 een draaiorgel op naam van "Louis Frétin à Ostende : orgue à manivelle en forme de prie-Dieu"

Onsterfelijk is het grandioze tekstje dat door orgelmaker Pierre van Peteghem (junior) in 1840 grimmig neergepend werd in het orgel van de Sint-Walburgakerk in Veurne:

'Desen schoonen orgel was van de Franschen geplundert behalven alles wat hout was, en vernieuwt van pypen door den waele Germain van Yperen in 1809, verders vermoort geweest door de volgende ravaudeurs ofte orgelmoorders, 1° Fretyn (van Nieupoort, perruquier) en actuelen orgelmaker in stof te Brussel, 2° Hostekyn nog een slegteren, 3° Ormet van Gent onkundigste der wroetelaers. Vernieuwt van tongwerken, clavieren en pedael, contreblaesbalk etc. etc. Voords ter goede en beste orde alle de binnen en buitenpypen in staet gestelt door Pieter van Peteghem, meester orgelmaeker binnen Gent binnen de maenden July en Ougst 1840 met hulp van zynen compagnon of gast Pieter D'Haeze. Dezen orgel is originair van Meester Verhaeghe van Ryssel van den jare 1737, alias geboren Gentenaer en élève van Pieter van Peteghem grootvader van my onderteekenden P. van Peteghem.' [Van Peteghem vergist zich in de laatste zin: het hoofdwerk is van Gobert & Bosquet 1743, enkel het positief is door Vander Haeghen toegevoegd, 1784-85]

NOTA : er staat waarschijnlijk na de naam Fretin "orgelmaker in 't hof te Brussel" (slecht ontcijferd door diegene die de tekst in het begin 20ste e. overgeschreven heeft?), cfr. het etiket in Everbeek waar Frétin zich "Facteur d'orgues de la Cour" noemt.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Erfgoedobjecten

Uitvoerder van

Orgel kerk Sint-Walburga

Sint-Walburgapark (Veurne)
Het oorspronkelijk orgel is van J.-G. Gobert en J. Bosquet (Rijsel), uit 1743. In 1784-85 werd het uitgebreid met een Positief door J.J. Vander Haeghen (Rijsel). In 1909: ombouw en verplaatsing door Th. Delmotte en zoon (Doornik). In 1917 werd het orgel gedemonteerd door Frans Vos en door dezelfde teruggeplaatst in 1920. In 1967: totale vernieuwbouw door Jos. Loncke en Zonen (Esen).


Parochiekerk Sint-Jozef

Muiterij (Brakel)
Sobere bakstenen dorpskerk gedateerd 1868, gebouwd met voorgevel aan de noordoostelijke straatzijde op initiatief en op kosten van de inwoners van het Bovenkwartier; in 1873 erkend als parochiekerk van Everbeek-Boven. Driebeukig schip van vijf traveeën met bijna volledig ingebouwde vierkante toren boven het portaal.


Parochiekerk Sint-Walburga

Sint-Walburgapark (Veurne)
Enig voorbeeld in de kuststreek van een groots opgevat gotisch kerkgebouw waarvan alleen de koorpartij, de oostelijke transeptmuur en westelijke torenaanzet tot stand kwamen vanaf het tweede kwart van de 13de eeuw tot eind 14de eeuw. De westelijke torenaanzet vormt nu een vrijstaand volume in het Sint-Walburgapark: onafgewerkt gebleven gotisch westportaal van Balegemse kalkzandsteen, in 1720 ingericht tot waterreservoir. Voorts neogotische kerk, meer bepaald transept en schip naar ontwerp van A. Van Assche gebouwd en voltooid door architect J. Vinck in 1907. Het kerkgebouw omvat een vijfbeukig basilicaal schip van twee traveeën, een transept met traptorens op de hoeken en de bewaarde gotische oostelijke muur, de gotische koorpartij bestaande uit een hoofdkoor van vier traveeën met vijfzijdige sluiting en een kooromgang met drie kranskapellen ten oosten en twee kapellen op noord- en zuidzijde, en aansluitend bij het hoofdvolume onder meer een doopkapel.



Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Frétin [online], https://id.erfgoed.net/personen/8253 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.