Teksten van Schuiten, Robert

https://id.erfgoed.net/personen/8577

Schuiten, Robert ()

Robert Schuiten was als architect een uitgesproken pleitbezorger van de grondgebonden gezinswoning in het groen, een katholiek geïnspireerde ideologie die hij na de Tweede Wereldoorlog in de praktijk omzette met honderden woningen (ook enkele woonwijken), voornamelijk in de rand rond Brussel. Hiervoor hanteerde hij aanvankelijk een landelijk-regionalistisch idioom maar later ook een meer modernistische vormentaal.

Robert Schuiten studeerde vanaf 1931 aan de Koninklijke Académie voor Schone Kunsten te Brussel. Daar werkte hij in het atelier van Henri Lacoste. In 1935 studeerde hij af met grote onderscheiding en kreeg een eerste vermelding in “Concours Godecharle” en in “Grand concours triennal” van de stad Brussel. In 1936 was Schuiten laureaat van de Paul Hankar prijs en ontving de Edouard François prijs, uitgereikt door de stad Brussel. In 1937 won hij de wedstrijd voor de bouw van een nieuw justitiepaleis in Oostende. Hierdoor mocht hij zijn opleiding verderzetten aan de Ecole des Beaux-Arts in Parijs.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog legde Schuiten zich vooral toe op de bouw van een eerste, eigen woning en op een aantal publicaties. Zo schreef hij: Avoir sa maison et son jardin (1941), Concevoir sa maison (1942), Constructions d’après Guerre’ en La maison dans son jardin (1949). De boeken waren een pleidooi tegen het leven in de stad en promootten de individuele plattelandswoning. Deze ideologie stemde overeen de visie van de katholieke zuil inzake woningbouw, waarbij de natuurlijke omgeving als heilzaam werd gezien voor de ontplooiing van een gezond gezinsleven. Op vlak van vormgeving pleitte Schuiten voor een landelijke artisanale traditie en verwierp resoluut het modernisme. Na de oorlog, kreeg de architect steeds meer opdrachten voor het bouwen van villa’s en individuele woningen. Tussen 1949 en 1959 nam Schuiten in beperkte mate deel aan de naoorlogse bouwcampagne in Belgisch Congo.

Vanaf 1952-1953 zal Robert Schuiten ook een meer modernistische vormentaal hanteren en werkt hij ook mee aan grote projecten. In 1953 voerde hij plannen uit voor de wijk Residentiepark Schone Lucht (Bel-Air) in Wezembeek-Oppem met een school, een parochiekerk en een dertigtal woningen. Daarbij ging hij een tijdelijke associatie aan met drie jonge architecten: Jacques Verbist, Francis Bogaert en Casimir Grochowski. Ook beeldhouwer Jacques Moeschal en architect Raymond Franquinet werden hiervoor ingeschakeld. In 1953-1954 ontwierp hij de sociale woonwijk Vosberg in Wezembeek-Oppem. Schuiten trad ook op als projectontwikkelaar waarbij hij woningen naar eigen ontwerp liet realiseren op zijn bouwgrond en verkocht (bijvoorbeeld een reeks van vijf woningen aan de Baron Albert d’Huartlaan in Kraainem, en twee halfopen woningen in de Essenlaan) en hij maakte ook deel uit van de projectleiding van de Parklaan in Tervuren waarbij hij ontwerpen beoordeelde en zelf opmaakte.

In 1956 realiseerde hij kantoren voor de fabriek ‘Orp Expansion’ in opdracht van Georges Bochkoltz in Tienen. Voor dezelfde opdrachtgever ontwierp hij in Bierbeek (Korbeek-Lo) één van zijn meest opmerkelijke villa’s in een uitgesproken modernistische vormgeving. In 1957 volgden plannen voor een Europese ‘héliport’ in Brussel, een ambitieus project dat omwille van financiële redenen slechts gedeeltelijk werd uitgevoerd en slechts een kort bestaan kende. Na 1960 zetelde Schuiten in enkele ontwerpteams voor het realiseren van grote projecten zoals het BRT-RTB-complex in Schaarbeek van 1963, waar hij samenwerkte met Paul Felix, J. Marchal en Stanislas Jasinski en het Rijksadministratief Centrum in Brussel (1955-1980), in samenwerking met Groupe Alpha, Marcel Lambrichs, Georges Ricquier en Hugo Van Kuyck.

In 1972 zette Robert Schuiten een punt achter zijn loopbaan, om zich volledig toe te leggen op zijn eerste passie, de schilderkunst en het spirituele. Het archief van Robert Schuiten is zo goed als volledig bewaard (AAM) en telt een kleine 400 projecten.

Gekende, nog niet-geïnventariseerde realisaties van Robert Schuiten zijn:

  • Woning in Kraainem, Baron Albert d'Huartlaan 157;
  • Vijf woningen uit 1957 in Kraainem, Baron Albert d'Huartlaan 159-163 en 179-181 wat in de literatuur (CULOT M., STRAUVEN F. & LAMY D. 2002, p. 56) wordt vermeld als één van zijn meest waardevolle realisaties;
  • Woning voor G. Bochkoltz in Bierbeek (Korbeek-Lo);
  • Woning in Kraainem, Berkenlaan 62;
  • Woning in Kraainem, Damhertenlaan 3;
  • Woning in Kraainem, Essenlaan 1;
  • Tweewoonst in Kraainem, Essenlaan 8-10;
  • Woningen in Kraainem, Ligusterslaan 2, 5 en 25;
  • Woning in Kraainem, Prinsedal 40;
  • Woning in Tervuren, Beukenlaan 7;
  • Woning in Tervuren, Dennenlaan 15;
  • Woning in Tervuren, Eikestraat 107;
  • Woningen in Tervuren, Parklaan 38 en 39;
  • Woning in Wezembeek-Oppem, Schone Luchtlaan 37;
  • Woning in Wezembeek-Oppem, Rode Beukenlaan 20;
  • Woonwijk met parochiekerk en school in Wezembeek-Oppem, Madeliefjeslaan 1-11, Oppemlaan 143-161, Residentiepark Schone Lucht 2-10; 14-26; 1-5;
  • 14 woningen in Wezembeek-Oppem, Koninginneoord 2-15;
  • CULOT M., STRAUVEN F. & LAMY D. 2002: Robert Schuiten. Architecte et peintre, Brussel.
  • STRAUVEN F. 2003: Schuiten, Robert, in: VAN LOO A. (ed.), Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 501.
  • VANNIEUWENHUZE K. 2010: De naoorlogse architect Robert Schuiten en zijn omgang met de ruimte, onuitgegeven thesis UGent.

Auteurs:  Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vandeweghe E. 2024: Schuiten, Robert [online], https://id.erfgoed.net/teksten/436642 (geraadpleegd op ).


Robert Schuiten ()

Robert Schuiten studeerde vanaf 1931 aan de Koninklijke Académie voor Schone Kunsten te Brussel. Daar werkte hij in het atelier van Henri Lacoste. In 1935 studeerde hij af met grote onderscheiding en kreeg een eerste vermelding in “Concours Godecharle” en in “Grand concours triennal” van de stad Brussel. In 1936 was Schuiten laureaat van de Paul Hankar prijs en ontving de Edouard François prijs, uitgereikt door de stad Brussel. In 1937 won hij de wedstrijd voor de bouw van een nieuw justitiepaleis in Oostende. Hierdoor mocht hij zijn opleiding verderzetten aan de Ecole des Beaux-Arts in Parijs.

Na zijn huwelijk op 9 mei 1940 met Simone Louwers, vluchtte het koppel terug naar Frankrijk, waar hij de plannen zou tekenen voor zijn eigen woning. Tijdens de oorlog legde Schuiten zich vooral toe op publicaties. Zo schreef hij ondermeer: Avoir sa maison et son jardin (1941), Concevoir sa maison (1942), Constructions d’après Guerre’ en La maison dans son jardin (1949, in samenwerking met zijn zus Marie-Henriette Stevens). De boeken waren een pleidooi tegen het leven in de stad en promootten de individuele plattelandswoning. Deze ideologie stemde overeen de visie van de katholieke zuil inzake woningbouw, waarbij de natuurlijke omgeving als heilzaam werd gezien voor de ontplooiing van een gezond gezinsleven. Op vlak van vormgeving pleitte Schuiten voor een landelijke artisanale traditie en verwierp resoluut het modernisme. Na de oorlog, kreeg de architect steeds meer opdrachten voor het bouwen van villa’s en individuele woningen. Tussen 1949 en 1959 nam Schuiten in beperkte mate deel aan de naoorlogse bouweuforie in Belgisch Congo. Op 12 oktober 1952 stierf zijn vrouw tijdens de bevalling van hun zesde kind. Vanaf deze periode werden zijn artistieke ideeën uitgezuiverd en behield hij enkel de essentie. Hij verliet zijn romantische visie en nam een meer modernistische stijl aan.

Vanaf 1953 zal Robert Schuiten naast het creëren van gewone woningen ook meewerken aan grote projecten. In 1953 voerde hij plannen uit voor de school en de parochiekerk in de wijk Bel-Air in Wezembeek-Oppem. Daarbij ging hij een tijdelijke associatie aan met drie jonge architecten: Jacques Verbist, Francis Bogaert en Casimir Grochowski. Ook beeldhouwer Jacques Moeschal en architect Raymond Franquinet werden hiervoor ingeschakeld. In 1956 realiseerde hij kantoren voor de fabriek ‘Orp Expansion’ in opdracht van Bockholtz te Tienen. In 1957 volgden plannen voor een Europese ‘héliport’ in Brussel, een ambitieus project dat omwille van financiële redenen slechts gedeeltelijk werd uitgevoerd en slechts een kort bestaan kende. Na 1960 zetelde Schuiten in enkele ontwerpteams voor het realiseren van grote projecten zoals het BRT-RTB-complex in Schaarbeek van 1963, waar hij samenwerkte met Paul Felix, J. Marchal en Stanislas Jasinski en het Rijksadministratief Centrum in Brussel (1955-1980), in samenwerking met Groep Alpha, Marcel Lambrichs, Georges Ricquier en Hugo Van Kuyck.

In 1972 zette Robert Schuiten een punt achter zijn loopbaan, om zich volledig toe te leggen op zijn eerste passie, de schilderkunst en het spirituele.

  • CULOT M., STRAUVEN F. & LAMY D. 2002: Robert Schuiten. Architecte et peintre, Brussel.
  • VAN LOO A. 2003: Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2011: Schuiten, Robert [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313156 (geraadpleegd op ).