Oscar Algoet (Beveren aan de Leie 1862 - Leuven 1937) was een neogotisch decoratieschilder die deel uitmaakte van de Leuvense groep kunstenaars en ambachtslui rond architect Joris Helleputte (1852-1925) en zijn medewerkers-opvolgers Pieter Langerock (1859-1923), Vincent-Lennertz (1864-1914) en Theo Van Dormael (1875-1947). Als schilderszoon genoot Algoet een opleiding als decoratieschilder aan de Sint-Lucasschool en volgde nadien als vrij student de cursussen architectuur van Helleputte aan de Speciale Scholen van de Faculteit der Wetenschappen aan de Leuvense universiteit. Een tijdlang was hij als “employé architecte” (tekenaar en administratieve kracht) werkzaam bij Helleputte om vervolgens een eigen atelier op te starten met als hoofdactiviteit de decoratie van religieuze en profane interieurs.
Als decoratieschilder was Algoet een trouw en actief lid van de door Helleputte opgerichte Gilde van Ambachten en Neringen in Leuven. Daar nam hij onder meer de functie van secretaris op zich en was hij lid van de Zangersgilde. Hij werd ook leraar "kunstschilderen" aan de Sint-Pietersambachtsschool waar vaklieden werden opgeleid volgens de canons van de Sint-Lucasneogotiek. Als lid van de kerkfabriek Sint-Pieter sedert 1918, nam hij daar vanaf 1930 tot aan zijn dood in 1937 de functies waar van kerkmeester en schatbewaarder. In zijn brieven en andere documenten van het atelierarchief komt Oscar Algoet naar voren als een bescheiden en hardwerkende katholieke kunstenaar. Hij behoorde tot de gegoede burgerij wat zich weerspiegelt in de woning met atelier die hij in 1904 in pas aangelegde Karel van Lotharingenstraat liet optrekken naar ontwerp van Theo van Dormaal en met een geraffineerde binneninrichting die hij zelf uitvoerde.
Als katholiek kunstenaar maakte hij zich de decoratieve en figuratieve vormentaal eigen van de neogotiek, gebaseerd op de kennis van de middeleeuwse kunst, zoals die in theoretische werken en modelboeken maar ook in situ werd bestudeerd. Zowel de bibliotheek van de kunstenaar als zijn schetsboekjes getuigen daarvan. Daarnaast ontwierp Algoet interieurs in neomiddeleeuwse, neorenaissance en neoklassieke stijl, en hanteerde hij de art-nouveau-ornamentiek. Algoet decoreerde talrijke kerkelijke en burgerlijke gebouwen voornamelijk gesitueerd in het Leuvense en in de provincie Brabant. Zowel de architecten Helleputte, Langerock als Vincent Leertz werkten nauw met hem samen. Voor de beeldhouwers Frantz Vermeylen en Benoit Van Uytvanck en vermoedelijk ook Paul Roemaet, stoffeerde de schilder neogotisch en middeleeuws beeldhouwwerk en meubilair (Leuven, Naamsestraat, Calvariegroep; Pepinster, Sint-Antoniuskerk, meubilair). Hij restaureerde kunstwerken en heeft zich ook bezig gehouden met het blootleggen, kopiëren en restaureren van oude muurschilderingen in kerkgebouwen (Walcourt, Sint-Maternuskerk; Leuven, Sint-Pieterskerk; Aarschot, Onze-Lieve-Vrouwekerk; Neerheylissem, Sint-Sulpiciuskerk). Tenslotte liet hij een omvangrijke productie ontwerpen voor vaandels van katholieke organisaties na.
Op basis van archivalische bronnen, in het bijzonder het atelierarchief dat tot 1995 in zijn eigen woning bewaard bleef, kunnen heel wat polychrome decoraties aan Algoet worden toegeschreven, onder meer:
Auteurs: Mondelaers, Lydie; Paesmans, Greta; Bergmans, Anna
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Lange Leemstraat 57 (Antwerpen)
Herenhuis in neogotische stijl gebouwd in opdracht van geoloog en mijnbouwkundige André Dumont, ontdekker van het Kempense steenkoolbekken, naar een ontwerp door de ingenieur-architect Joris Helleputte uit 1878, uitgevoerd in 1879-1883.
Charles Deberiotstraat 32-34 (Leuven)
Laat-neogotisch ensemble gebouwd in opdracht van professor dokter Henry de Dorlodot. Neogotische woning van de Dorlodot, gebouwd naar een ontwerp van 1896 van Theo Van Dormael met een decoratieve interieurafwerking van de hand van Oscar Algoet. Kolenmuseum en Paleontologisch Instituut, ontstaan uit de in 1899 verworven paleontologische collectie van jezuïet G. Schmitz, en gebouwd in 1905 in opdracht van de Dorlodot naar ontwerp van Vincent Lenertz en in 1923 volgens de plannen van Theo Van Dormael uitgebreid tot tegen het huis de Dorlodot.
Kasteelstraat 58-60 (Retie)
Kasteeldomein met kasteel, kasteelpark, aanhorigheden en voormalige hoeve Klein Hoef.
Naamsestraat 100, 100A, Schapenstraat 41 (Leuven)
Complex en beeldbepalend gebouwenbestand waarvan aan Naamsestraat de oudste kern gevormd wordt door een aangepast, overwegend eind 18de-eeuws voormalig herenhuis met voorplein en 16de-eeuwse hoofdtoegang.
Albert Woutersstraat 15 (Leuven)
De neogotische kapel van Bleydenberg werd gebouwd in 1898 als kloosterkapel voor het buitengoed ‘Bleydenberg’, op dat moment eigendom van de Dochters van Maria van het Paridaensinstituut, gevestigd in het centrum van de stad Leuven. De kapel kwam tot stand naar het ontwerp van de Leuvense architect Pieter Langerock. De kapel kan als een eerder recente toevoeging gezien worden op een site met een eeuwenlange geschiedenis, namelijk deze van het voormalige Bleydenbergkasteel. Een nu vrijstaande toegangspoort langs de Albert Woutersstraat, twee bakstenen pijlers met hekwerk langs de zijde van de Panoramalaan vormen samen met enkele delen van de bakstenen ommuring de laatste bovengrondse restanten die een verwijzing vormen naar het vroegere landgoed Bleydenberg.
Andreas Vesaliusstraat 2, Kardinaal Mercierplein 2, Tiensestraat 98, 102, 112-124 (Leuven)
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte en het Seminarie Leo XIII - opgetrokken eindjaren 19de, beginjaren 20ste eeuw, afgesloten door hekken en omheiningsmuren. Tuinen en binnenplaatsen met waardevolle verharding, schuilplaats afgedekt met belvedère terrasje, restant van een Mariagrot, standbeeld en sculptuur, solitaire bomen, bomenrij, klimplant en muurvegetatie.
Naamsestraat (Leuven)
Op de plaats van de voormalige Heversche- of Sint-Kwintensbinnenpoort opgetrokken kapel, circa 1750 gedateerd.
Kasteeldreef 4-8 (Tielt-Winge)
Eclectisch landhuis omgeven door park met molenvijver. Historisch kasteel ingrijpend verbouwd eind 19de en begin 20ste eeuw. Rond 1894 verbouwd door baron Lucien-M.-A. de Troostembergh (1838-1906), burgemeester van Houwaart. Bewaarde hoevevleugel in 1892 uitgebouwd tot koetshuis en oranjerie. Lang, smal perceel met serre. In 1907 verbouwing van het kasteel naar ontwerp van Theo Van Dormael in samenwerking met schilderdecorateur Oscar Algoet en beeldhouwersatelier Van Uytvanck. Circa 10 hectare 'lusthof' met dreven naar omgevende bossen en dorpskern; vroeg-landschappelijke aanleg rond de vijver aan noordzijde kasteel, strak geometrische aanleg aan zuidzijde met sporen van 'Franse' tuin naar ontwerp van Auguste Delvaux aangelegd in 1911-1914; oude en zeldzame bomen, recente aanplantingen van zeldzame boomsoorten.
Stroobantsstraat 79 (Huldenberg)
Fasegewijs tot stand gekomen complex met rijke en ingewikkelde bouwgeschiedenis, in oorsprong kasteeltje, later klooster, heden klooster met zorginstelling.
Kapucijnenvoer 22 (Leuven)
Imposante neogotische woning opgetrokken in 1895-1896 naar ontwerp van Joris Helleputte in opdracht van Camille Goffaerts, bekend als mecenas van de Leuvense neogotische kunstgilde op het einde van de 19de eeuw.
Karel van Lotharingenstraat 8-10 (Leuven)
In 1904 in eclectische stijl gebouwd door architect Th. Van Dormael in opdracht van Oscar Algoet, bekend neogotisch schilder uit het Leuvense kunstenaarsmilieu.