Stanislas Jasinski (1901-1978) studeerde aan de kunstacademie van zijn geboortestad Brussel, en liep stage bij de Parijse architect J. Maugue, Victor Horta en Henry van de Velde. In Amsterdam kwam hij in contact met de architecten van De Stijl. Tijdens zijn verblijf in Parijs zocht Jasinski, na het lezen van ‘Vers une architecture’, toenadering tot Le Corbusier, wiens gedachtegoed een beslissende invloed uitoefende op zijn verdere loopbaan. Jasinski vormde als lid van CIAM en het tijdschrift ‘7 Arts’, waarvoor hij tussen 1923 en 1927 elf artikels schreef, mee de Moderne Beweging in België. Tijdens de jaren 1930 ondernam hij studiereizen naar de Sovjetunie en de Verenigde Staten.
Vanaf het begin van zijn carrière als architect had Stanislas Jasinski plannen om Brussel radicaal te moderniseren. Brussel moest het voorwerp worden van een groot afbraak- en wederopbouwprogramma, bedoeld om plaats te bieden aan het nieuwe transportmiddel dat de ruimtelijke ordening radicaal zou veranderen: de auto. De invloed van Le Corbusier is onder meer terug te zien in zijn futuristische ontwerp voor een Cité Administrative uit 1929; drie kolossale, kruisvormige torengebouwen in het hart van de Brusselse binnenstad, geheel in de lijn van het ‘Plan Voisin’. Met uitzondering van twee projecten is geen enkel groot project van Jasinski tot stand gekomen, en werd hij nooit de grote architect van de ‘Belgische natie’ die hij wilde zijn.
In 1929 werd het ontwerp van Stanislas Jasinski gekozen voor de nieuwe luchthaven van Deurne. De architectuur van het luchthavencomplex werd gekenmerkt door een heldere, gestroomlijnde vormgeving die aan alle regels van het internationale modernisme beantwoordde. Voor Jasinski betekende dit de doorbraak tot het milieu van de Belgische modernisten. Naast de luchthaven van Deurne, behoort het universitair ziekenhuis Institut Jules Bordet in Brussel - een samenwerking met Gaston Brunfaut - tot zijn belangrijkste realisaties uit de vooroorlogse periode.
Na de Tweede Wereldoorlog legde Jasinski zich vooral toe op de realisatie van standingvolle modernistische huisvestingscomplexen in Brussel, bij voorkeur ingeplant in een groene omgeving. Zijn werk bestaat uit een herinterpretatie van het thema van het appartementsgebouw als typologie van de evolutie van de stad. Het grootste deel van zijn oeuvre bleef bewaard. Vanaf de jaren 1960 verliet Jasinski de Brusselse binnenstad en richtte hij zich voornamelijk op residentiële projecten in het zuiden van Brussel. Naast zijn architecturale werk heeft Jasinski talloze artikels en teksten nagelaten, die getuigen van zijn voortdurende betrokkenheid, gedurende zijn hele carrière, bij het debat over architectuur en stedenbouw.
Realisaties naar zijn ontwerp in Vlaanderen zijn:
Auteurs: Klompmaker, Ellen; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Klompmaker E. & Vandeweghe E. 2024: Jasinski, Stanislas [online], https://id.erfgoed.net/teksten/437396 (geraadpleegd op ).
Stanislas Jasinski was als architect zeer actief in het Brusselse in de jaren 1930. Na zijn stageperiode bij Victor Horta én Henry van de Velde, volgden studiereizen en verbleef hij enkele jaren in Parijs. In deze periode was hij sterk beïnvloed door Le Corbusier en diens boek ‘Vers une Architecture’. Hij zal mee de Moderne Beweging vormen in België als lid van CIAM en het avant-garde tijdschrift ‘7 Arts’ en zich naast architectuur toeleggen op stedenbouw. Die opvattingen komen tot uiting in het ontwerp van de luchthaven in Deurne. Zijn oeuvre bestaat grotendeels uit modernistische appartementscomplexen in en rond Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2019: Jasinski, Stanislas [online], https://id.erfgoed.net/teksten/309067 (geraadpleegd op ).