In de 19de en 20ste eeuw aangepaste panden die - op het nu sterk verbouwde nummer 19 na - in kern opklimmen tot de 17de of 18de eeuw en drie bouwlagen en twee of drie traveeën tellen onder een diep- (nummers 13-17) of langgericht (nummers 21, 23, 73) zadeldak. De bakstenen voorgevels - nrummer 13 met crépibepleistering - zijn op de bovenverdiepingen geopend zijn door rechthoekige (nummers 13-17, 73) of getoogde (nummers 21, 23) vensters; de puien werden vaak meermaals gemoderniseeerd.
Nummer 13, eertijds gekend als "den Calcoenschen Haen", is een diephuis dat voorheen twee bouwlagen omvatte en eindigde op een verhoogde, minstens tot de 17de eeuw opklimmende halsgevel. In 1845 werd het volgens de bouwvergunning door architect P. Verheyden verhoogd met een derde bouwlaag en aangepast met een neoclassicistische lijstgevel.
In nummers 21 en 23, twee panden met 18de-eeuws uitzicht, verwijzen de sporen van ontlastingsbogen boven de respectievelijke puien van 1928 (architect V. Rosseels) en 1926 (architecten G. en E. Jotthier) nog naar de ordonnanties van de vroegere, arduinen Lodewijk XV-puien. Markant zijn de houten laadvensters met uitgewerkte, ver overkragende luifel.
Nummer 73 heeft nagenoeg vierkante vensters in de bovenste bouwlaag.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: Stadswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128218 (geraadpleegd op ).