Klooster van de annonciaden, Protestantse kerk

Tekst van Klooster van de annonciaden, Protestantse kerk (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5416)

Voormalig klooster en kerk van de annonciaden, sinds 1821 Protestants kerk “De Brabantse Olijfberg”.

Historiek

De zusters annonciaden, die zich in 1608 vanuit Leuven in Antwerpen gevestigd hadden, verwierven in 1609 een eigendom op de hoek van de Lange Winkelstraat en de Kleine Kauwenberg. In 1614 legde bisschop Johannes Malderus de eerste steen van het klooster, en op 26 augustus 1615 van de kerk in het bijzijn van de aartshertogen Albrecht en Isabella. De laatgotische kerk die in 1620 werd voltooid, bestond oorspronkelijk uit een publieke benedenkerk, en een bovenkerk voor de slotzusters, ondersteund door een dubbele rij van twaalf zuilen. Het ontwerp is in het verleden toegeschreven aan Wensel Cobergher, architect van de gelijktijdig gebouwde augustijnenkerk in de Kammenstraat, wat door recent bouwhistorisch onderzoek wordt ontkracht. Van de bouw is een kroniek bewaard door zuster Joanna Moerentorf, nicht van Balthasar Moretus, die Coeberger niet vermeld. Na de afschaffing van de kloosterorde door Jozef II in 1784, deed de kerk in de Oostenrijkse tijd dienst als paardenstal, en in de Franse tijd als militaire bakkerij. De delen van het klooster die niet openbaar verkocht werden huisvestten een kazerne en lazaret. In 1798 verwoestte een brand de toren en het dak van de kerk.

De geteisterde annonciadenkerk werd in 1819 door koning Willem I afgestaan aan de Protestantse gemeente, gerestaureerd en heringericht met een tribune aan beide uiteinden, onder leiding van achtereenvolgens luitenant-kolonel W.B.E. Paravicini di Capelli en geniekapitein J.P. Van Woensel. In het nieuwe klokkentorentje, werd in 1820 de luidklok van de Citadel opgehangen, in 1616 vervaardigd door de rondreizende klokkengieter Gregorius Herendorf uit Halle (Saksen). De inwijding van de Protestantse kerk door de predikant C.P. Winckel vond plaats op 1 juni 1821 (gevelsteen met chronogram in de narthex). In 1901 kreeg architect Frans Van Dijk opdracht tot de restauratie van de kerk, op initiatief van de Duitse protestantse gemeente. Het ontwerp werd in 1903 goedgekeurd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, en in 1905 ontvankelijk verklaard voor openbare aanbesteding. De werken vonden plaats tussen 1905 en 1907, en omvatten de verwijdering van de tribunes, de vrijmaking van de koorramen, de bouw van een doksaal met wenteltrap aan de westzijde, de toevoeging van een nieuw portaal, en de verhoging van de sacristie met een verdieping en traptorentje. Verder kreeg de kerk een volledig nieuw interieur, met mozaïekvloer, neogotisch altaar, doopvont, preekstoel, kerkbanken en een Walcker-orgel. De glas-in-loodramen door het atelier Hochreiter & Geyer uit de wijk Zurenborg, werden geschonken door de Duitse families Böcking, Scheibler, Schüll, Hessel en Friz. Na het herstel van de voorgevel omstreeks 1975, onderging de Protestantse kerk een algehele restauratie onder leiding van MAAT_WERK architecten tussen 2014 en 2018.

Architectuur

Kerk

Naar het noorden gerichte zaalkerk van acht traveeën en twee bouwlagen met een vijfzijdige koorsluiting onder een leien zadeldak. Baksteenbouw met overvloedig gebruik van zandsteen voor de voorgevel, de sokkel met afzaat, speklagen, vensteromlijstingen en steigergaten.

Voorgevel, volledig van natuursteen, gemarkeerd door kordons en op elkaar gestelde steunberen. De in- en uitgezwenkte top wordt bekroond door een octogonaal opengewerkt klokkentorentje met koepeldak, kruis en windhaan, waarin de luidklok uit 1616 van de Citadel. Geprofileerde neogotische poortomlijsting uit 1905-1907 geflankeerd door pilasters en bekroond met hogels en een kruisbloem. Houten vleugeldeur met fraai smeedijzeren beslagwerk en gedrukt spitsboogvormig bovenlicht met laatgotisch maaswerk. Daarboven groot gedrukt spitsboogvenster met laatgotische tracering en een klein halfrond topvenster. Zijgevels met speklagen gemarkeerd door steunberen; spitsboogvensters in zandstenen profiel. Aan de westzijde de in 1905-1907 in aangepaste stijl verhoogde sacristie, geflankeerd door een polygonaal traptorentje met spits.

Interieur. Lage voorhal van twee traveeën met ribgewelven steunend op arduinen kapiteelloze zuilen met hoge achtzijdige sokkels, afgesloten van het schip door een muur met drie spitsboogvormige doorgangen. Sober bepleisterd interieur met kruisribgewelven op consoles met vergulde sleutels. Blinde oostgevel en aan de westzijde blinde spitsboognissen onder de ramen.

Mobilair. Neogotisch houten altaar en preekstoel, en marmeren doopvont. Doksaal (boven de voorhal) met een orgel door de firma Walcker uit Ludwigsburg van 1905. Glas-in-loodramen door het atelier Hochreiter & Geyer uit 1907-1908, met in het koor voorstelling van Christus tussen de vier Evangelisten en de Protestantse sacramenten Avondmaal en Doop, en in de voorgevel de wapens van Nederland, België en het keizerrijk Duitsland met het opschrift “Rénovation 1907”.

Bijgebouwen

Aan de oostzijde van de kerk, overblijfselen van het voormalige annonciadenklooster uit de 17de eeuw. Links een breedhuis van één bij vier traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak. Bak- en zandstenen punt- en lijstgevels met hoekstenen, speklagen, steigergaten en holronde daklijst. Begane grond met toegemetselde -spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting van witte steen. Op de tweede bouwlaag, eveneens gedichte kruiskozijnen, bewaarde druiplijst en wigvormig ontlastingssysteem. Puntzijgevel op schouderstukken met laaddeuren en hijssysteem. Aansluitend een bakstenen gebouwtje van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Begane grond met spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting en rondboogdeuren in de eerste en laatste travee, hogerop aangepaste rechthoekige vensters. Zijgevel van drie traveeën met rechthoekige doorbrekingen.

Aan de westzijde van de kerk: kostershuis en pastorie in neoclassicistische en (neo)traditionele stijl, dat uit twee loodrecht op elkaar gestelde volumes bestaat, verbonden door een polygonale traptoren met leien spits. Het kostershuis vormt een vierkant volume met drie gevelzijden van vier bij vier traveeën in sobere baksteenbouw onder een schilddak, waartegen een overdekte galerij aanleunt. De pastorie is een langgerekt volume van vijf traveeën en twee verdiepingen onder een leien zadeldak, met een aanleunende annex. Aan het binnenplein lijstgevel in baksteenbouw met zandstenen plint en negblokken van de rechthoekige muuropeningen; verbouwde, gecementeerde straatgevel aan de Kleine Kauwenberg.

  • DE HAAN P. 1943: Het gebouw der protestantsche kerk van Antwerpen en zijn luidklok, Bulletin de la société d'histoire du protestantisme belge III, 323-325).
  • HUYBRECHS J. 1994: Frans Van Dijk Architect te Antwerpen 1853-1939, Antwerpen, 178-180.
  • SN 1971: Protestantse kerk Antwerpen. 1821-1971, 's-Gravenhage.
  • VAN HERK P. 1975: Oorsprong der "Annociaden"-zusters, Cornelis Floris 1.4, 2-10.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. & Braeken J. 2017: Klooster van de annonciaden, Protestantse kerk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203634 (geraadpleegd op ).