Bedrijfsgebouwen van de Etablissements Scaldis, de voormalige “Fabrique de Cycles et de Motos Scaldis". Het complex bestaat uit een toonzaal-magazijn in gematigde art-nouveaustijl naar een ontwerp door de architect Alfried Defever uit 1913. Deze sluit aan bij een oorspronkelijk vrijstaande neoclassicistische villa uit de tweede helft van de 19de eeuw, die destijds de kantoren van het bedrijf huisvestte. Rechts op het perceel bevonden zich eerder al een stal en het achterliggende atelier van een spiegelmakerij uit 1900-1905. Samen met de nieuwbouw kregen de deels behouden constructies en en de vrijgemaakte binnenplaats een nieuw gevelfront. Dit laatste was in 1981 nog in verbouwde vorm bewaard, maar werd vervolgens gesloopt en omstreeks 2010 vervangen door nieuwbouw. Ook de ateliers, die in 1920 nog door Defever waren uitgebreid, zijn verdwenen.
De Etablissements Scaldis werden in 1889 opgericht dor Jos. Van der Wielen als rijwielfabriek en handel in fietsonderdelen. Van 1913 tot 1919 produceerde Scaldis motorfietsen met inbouwmotoren van het Zwitserse Motosacoche en het Franse Zedel. Vervolgens vervaardigde het bedrijf enkel nog fietsen en fietsonderdelen, en dat minstens tot aan de Tweede Wereldoorlog.
Het gebouw behoort tot vroegste zelfstandige realisaties van Alfried Defever, na van 1899 tot minstens 1912 een gezamenlijke praktijk te hebben gevoerd met August Cols. Dit bureau liet zich opmerken door een opvallende reeks burgerhuizen in Zurenborg, alle voor rekening van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier, waarbij zowel de art-nouveau-, neo-Grec- als neorococostijl op uitbundige wijze werden toegepast. Beide partners ontwierpen ook het kantoorgebouw in de Grotehondstraat waar de bouwmaatschappij zich vanaf 1902 vestigde. Over het zelfstandige oeuvre uit het interbellum van Defever, die actief bleef tot zijn overlijden in 1929, is weinig bekend.
Ingeplant achter de rooilijn, omvat het gebouw vijf traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen en groene breuksteen (grès) voor de plint, en witte natuursteen voor speklagen, hoekblokken, sluit- en kraagstenen. Axiaal-symmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op het drie traveeën brede, sterk opengewerkte middenrisaliet, dat wordt gemarkeerd door kolossale lisenen en een boogvormige bekroning. De brede, gekoppelde vensters worden hier overspannen door doorlopende ijzeren lateien met rozetten op kraagstenen. Het timpaan en de borstwering droegen oorspronkelijk geschilderde publiciteitsopschriften, onder meer “FABRIQUE DE CYCLES ET DE MOTOS SCALDIS". Beide zijtraveeën worden geopend door rechthoekige vensters onder ijzeren lateien en ontlastingsbogen met sluitstenen. Een houten, in het risaliet gekorniste kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. De benedenvensters in het risaliet zijn later verlaagd, en dat in de rechter travee is aangepast tot deur. Oorspronkelijk bevond de toegang zich in het rechts aanpalende atelier, een constructie van vier traveeën en één bouwlaag. Daarvan sloot het gevelfront qua materiaalgebruik en ordonnantie aan bij het hoofdgebouw, met een deur en poort in de uiterste traveeën.
Het interieur van de onderkelderde toonzaal en magazijn berust op een ijzeren constructie met een rechthoekige plattegrond van vier bij zes traveeën. De centrale open vide onder een beglaasde ijzeren dakkap, wordt aan vier zijden omringd door een galerijen met een art-nouveaugetinte leuning, en oplopende gietijzeren kolommen.
Neoclassicistisch dubbelhuis van het neo-Palladiaanse type op een rechthoekige plattegrond van vijf bij drie traveeën, twee bouwlagen hoog onder een leien tentdak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, de middentravee van de voorgevel afgelijnd door geblokte lisenen. Rechthoekige vensters met geprofileerde lekdrempels.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Fabrique de Cycles et de Motos Scaldis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313031 (geraadpleegd op ).