Eertijds huis den Rhijn of de zogenaamde Oude Beurs; heden Derde Directie (Bureau van Onderwijs).
Voorgevel: Samenvoeging van twee brede huizen, beide drie bouwlagen hoog, afzonderlijk afgedekt door respectievelijk schilddak en zadeldak (Vlaamse pannen). Doorlopende kroonlijst. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, respectievelijk van zes en vier traveeën; in neoclassicistische stijl, circa 1850 te dateren.
Linkergevel volgens bouwaanvraag van 1846, voor de heer P. Segers. Begane grond van de linkergevel verfraaid met imitatiebanden, uitstralend boven de vensters, en afgelijnd door een zware geprofileerde puilijst. Vensters van de bovenverdieping in geprofileerd lijstwerk en voorzien van een ijzeren leuning. Lekdrempels steunend op S-consoles (derde verdiepeing). Licht vooruitspringend hoekrisaliet met inrijpoort in arduinen omlijsting en balkonvenster gemarkeerd door waterlijst op consoles.
Rechtergevel zonder ingang, geritmeerd door rechthoekige vensters met afgeronde hoeken, gevat in een omlijsting van platte banden. Doorlopende kordons over de borstweringen. Binnenplaats. In 1515 werd, onder leiding van Dominicus de Waghemakere, de houten constructie van de "oude borze" van 1485, ter plaatste van het huis den grooten Rhijn, heropgebouwd. Het houten bouwwerk was eveneens aangelegd met een gaanderij aan twee zijden van een open plaats, maar werd nu "vernieuwt ende gemeerdert met steenen pileren" dit is een laatgotische natuurstenen arcade kwam de vorige vervangen. In 1526-27 was deze beurs reeds te klein geworden; de kooplieden verzochten de Magistraat om een ruimer lokaal.
In 1533 werd de "oude borze" gesloten en afgebroken. Meerdere traveeën van de gaanderij van het huis den Rhijn werden evenwel in 1616 heropgericht.
Noord-, zuid- en oostgevels aan de binnenplaatszijde, van twee bouwlagen, opgetrokken uit bak- en zandsteen in traditionele stijl op zandstenen plint en geritmeerd door stenen kruiskozijnen. Elke gevel is gemarkeerd door een getrapt dakvenster met rondboogvormig luik. Zuilenarcade onder zadeldak (leien) voor de noord-, zuid- en westgevels. Deze laatgotische arcade is samengesteld uit drielobbige bogen met hogers, op slanke zeilen met gesculpteerd loofwerkkapiteel en octogonaal basement. Blind maaswerk in de zwikken. De toren in de zuidoosthoek dagtekent ongetwijfeld nog uit de eerste helft van de 16de eeuw en vormt een typisch voorbeeld van de lokale laatgotische polygonale huistoren. Merkwaardig en uniek is de overkragende uitkijk waarvan de hoeken worden gemarkeerd door vroegrenaissance zuiltjes op hoge sokkels; modillons in de vorm van maskerkoppen boven de kapitelen. Gerestaureerd in 1971.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Oude Beurs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4127 (geraadpleegd op ).