De toelating een klooster te openen werd de miniemen gegeven in 1639; in 1656 konden ze beschikken over de gotische kapel van het voormalige Sint-Genovevaziekenhuis.
Opheffing van het klooster in 1787 door Jozef II; heropening in 1790; uitdrijving der religieuzen in 1796 en verkoop van het klooster drie jaar later. Onderverdeeld in privé-woningen, behalve de kapel die in 1814 opnieuw voor de cultus werd geopend. Sinds 1813 wordt het gebouw volledig in gebruik genomen door het Paridaensinstituut.
Overblijfselen van het klooster: voormalige gotische kapel (1470) met barokke zijingang uit de eerste helft van de 17de eeuw; een kloostergebouw uit dezelfde periode.
(Links) Aanpalende neogotisch getinte gevel uit de 19de eeuw.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L., Van Aerschot S., de Crombrugghe A., Sansen H. & Vanhove J. 1971: Klooster der miniemen (1) [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42139 (geraadpleegd op ).