Parochiekerk Sint-Andries

Tekst van Parochiekerk Sint-Andries (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6299)

Begrensd door Waaistraat (in het westen), Augustijnenstraat (in het noorden) en Sint-Andriesstraat (in het zuiden) en ingebouwd koor (in het oosten); noordgevel met aangebouwde sacristie, zuidgevel met open grasplein waarin beeld van "Netje", figuur uit een roman van L. Zielens door W. Van Esbroeck.

Begin 16de eeuw kwamen de augustijnenobservanten van de Saksische Congregatie naar Antwerpen om er een sticht in te planten. Ze verwierven een huis met grond in de Augustijnenstraat; 1513: oprichting van een kapel, 1514 van een klooster. Daar de kapel al vlug te klein was werd met de bouw van een grotere kerk - de huidige Sint-Andrieskerk - begonnen. 1522: sluiting van het klooster wegens de Lutherse sympathieën van de eerste priors. Begin 17de eeuw terugkeer van de augustijnen naar Antwerpen en vestiging in de Kammenstraat (zie Kammenstraat, Sint-Augustinus). Sint-Andrieskerk bleef behouden als parochiekerk. 6 juni 1529: wijding (Sint-Andries = patroonheilige van het huis van Bourgondië). 1541: opdracht gegeven aan timmerman Jan Van Tricht voor het bouwen van de westtoren wat veronderstelt dat de benedenbouw reeds bestond 1555: inrichting van een loterij tot verdere afbouw van de kerk; waarschijnlijk dateren de zijbeuken van toen, alsook de transeptarm. 1559: voltooiing van de torenkap en bekroning met een verguld Sint-Andriesbeeld. Nieuwe wijding na de beeldenstorm (1566). 1568: de middenbeuk tot aan het koor moest worden afgestaan aan de gereformeerden; 1579: bouw van een scheimuur middenin de kerk gevolgd door afbraak van koor en transeptarm. Nieuwe wijding in 1585; verschillende verbouwings- en verfraaiingswerken werden uitgevoerd: de scheimuur werd gesloopt en de nieuwe kruisbeuk waarvan eerste steenlegging in 1588, kwam - op de overwelving na - klaar in 1663. 1664 en volgende bouw van het nieuwe hoogkoor, 1666 van de sacramentskapel en circa 1680 van de Onze-Lieve-Vrouwekapel (wijding in 1683). Nieuw portaal van de zuidelijke zijbeuk van 1730. 30 mei 1755: ineenstorting van de toren waarbij de drie achterste traveeën van de zuidelijke zijbeuk werden meegesleurd. Een rekwest voor opbouw werd bij de magistraat ingediend en in 1763 kon de haan op de nieuwe toren worden geplaatst naar ontwerp van Engelbertus Baets. De sacristie dateert van 1768, de voltooiing van het hoogkoor van 1769. Van 1797 tot 1802 - Franse overheersing - was de kerk gesloten. 1805: aankoop van het monumentale hoofdaltaar afkomstig van de Sint-Bernardsabdij. 1818: nieuwe marmeren vloer in het koor. Tijdens de bombardementen van 1830 door de Hollanders werd heel het Sint-Andrieskwartier zwaar geteisterd; de kerk werd gebombardeerd en brandde gedeeltelijk af. Herstellingswerken voltooid in 1842. Hetzelfde jaar werd een nieuwe vloer in de kerk gelegd en van 1845 tot 1858 werden glasramen geplaatst. sindsdien zijn er geen belangrijke wijzigingen meer te noteren. Oudste restauratieplannen van 1937; het daaropvolgende jaar werd de kerk als monument beschermd (K.B. van 25 maart 1938). Ernstige beschadigingen aangericht door het inslaan van enkele bommen in de onmiddellijke omgeving (1944-45). 1961: sloping van de toren wegens bouwvalligheid.

De restauratie van de toren - waarbij bekroning naar nieuw ontwerp - aangevat in 1968 door architect M. De Vooght; de overige restauratiewerken - zijnde nieuwe bekleding van de buitengevels, vervanging van de speklagen in het koor, nieuwe bedaking, versteviging en reiniging van de dragende elementen aan de binnenzijde, herbepleistering van de muren en vernieuwing van de vloeren - uitgevoerd onder leiding van architect G. Derks in 1970 en volgende. Overwegend opgevat in een hooggotische stijl met torenbekroning in een overgangsstijl van laat-barok en rococo naar streng classicisme.

De plattegrond vertoont een driebeukige georiënteerde kruisbasiliek. Het schip (1514 en volgende voor de middenbeuk, 1555 en volgende voor de zijbeuken) telt zes traveeën en omvat de westtoren (onderbouw uit de eerste helft van de 16de eeuw, bovenbouw naar ontwerp van Engelbert Baets 1763 en nieuwe bekroning naar ontwerp van architect M. De Vooght 1968); de kruisbeuk (1663) heeft een uitstekende travee die schuin afloopt aan de zijde van de Augustijnenstraat; koor van drie rechte traveeën en een vijfzijdige sluiting (1769 en volgende); twee zijkoren, namelijk de Sacramentskapel. Zuidwaarts (1666 en volgende) met driezijdige sluiting en de recht afgesloten Onze-Lieve-Vrouwekapel noordwaarts (gewijd in 1683). De sacristie werd aan de noordzijde tegen schip en transeptarm aangebouwd (1768). Parement van witte natuursteen voor schip en transept, baksteenbouw met speklagen voor koor en sacristie. Westgevel, zijbeuken en koorsluiting zijn gestut door steunberen van witte natuursteen (zijbeuken) of baksteen met -speklagen (koor). Bedaking met afgewolfde zadeldaken (leien) waarin diverse dakkapelletjes; de lager gebouwde zijbeuken zijn per drie traveeën afgedekt met een afzonderlijk schilddak. Spiegelboogvormig westportaal in geprofileerde omlijsting bekroond met halfronde nis waarin hardstenen Sint-Andriesbeeld door Michiel Van der Voort (1667-1737); de naam van de heilige is gegrift in de sleutel van de deuromlijsting. Toren op vierkante basis geflankeerd door traptorentjes; ongeveer ter hoogte van de daknok voorzien van een arduinen balustrade waarboven octogonale lantaarn met koepel en dakruiter; segmentboogvensters in de romp, rondbogige en oeils-de-boeuf in de bekroning; laatstgenoemde in bewerkte hardstenen omlijsting. Middenbeuk met stompe spitsboogvensters, zie vroege bouwdatum; zijbeuken met hogere spitsboogvensters in geprofileerde omlijsting, alle met verschillend hoog-gotisch maaswerk. Transeptarmen met eenvoudige korfboogdeuren in hardstenen omlijsting met profiel aan de daggen en kleine neuten in het noordportaal. Dakruiter op de kruising. Koor met spitsboogramen. Inwendig: middenbeuk afgezet met spitsboogarcades op zuilen van witte natuursteen met achtzijdig basement en dito koolbladkapiteel; omlopend triforium - ook in transeptarmen en koor - opengewerkt met divers maaswerk: lage spitsboogvensters. Overwelving met kruisribgewelven op consoles en colonetten, bezaaid met sterren. Zijbeuken, transeptarmen, zij kapellen en koor met hogere spitsboogvensters en zelfde overwelving. Stergewelf boven de viering. Straalgewelf boven de koorsluiting. (In schip en transeptarmen ribben van witte natuursteen, in koor van blauwe).

Mobilair. Schilderijen: Ontmoeting van Abraham en Melchisedech en Het Manna, door Ambrosius Francken (1544-1618) in de Sacramentkapel; Piëta, door Wenzel Cobergher (1557-1635) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Kruisiging van Sint-Andreas, Roeping van Johannes en Andreas en Jezus Verlosser, door Otto Van Veen (1560-1629) in het koor; Aanbidding der Wijzen, kopij naar Hendrik Van Balen I (1575-1632) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Opvoeding van Onze-Lieve-Vrouw, door Marten Pepijn (1575-1643) boven Sint-Anna-altaar in de middenbeuk; Calvarieberg, door Frans Francken II (1581-1642) boven het Heilig Kruisaltaar in de middenbeuk; Opvoeding van Onze-Lieve-Vrouw, door Geeraard Zeegers (1591-1651) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Maria met kind en Sint-Jan, door de school van Antoon Van Dijck (1599-1641) in de Onze-Lieve-Vrouwekapel; Engelbewaarder, Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jozef bij de kribbe, Christus en de Emmaüsgangers, door Erasmus Quellin de Oudere (1607-78) respectievelijk in het koor en in de Sacramentskapel; De reeks van de zesendertig heiligen, door Th. Boeyermans en andere (1620-78) deels in het koor, deels in de zijbeuken; Kruisweg door de school van Karel Verlat (1845-57). Neogotische glasramen geplaatst in 1854-58, deels beschadigd in de oorlog en vervangen door moderne naar ontwerp van van Jan Huet (1963).

Beeldhouwwerk: Monument opgericht ter nagedachtenis van Mary Stuart, koningin van Schotland, door Robrecht en Jan De Nole (1620) met op koper geschilderd portret door Frans Pourbus de Jonge (1569-1622) in de rechter zijbeuk; witmarmeren Sint-Pietersbeeld door Artus Quellin I (1658) in de viering links.

Meubilair: Hoogaltaar afkomstig van de voormalige Sint-Bernardsabdij, en koorgestoelte afkomstig van het klooster der paters augustijnen, beide door Pieter Verbruggen de Oude (1615-68); Sacramentsaltaar en biechtstoel in de Onze-Lieve-Vrouwekapel, door L. Willemssens (1630-1703); Heilig Kruisaltaar, door Cornelis Van Mildert (1664) in de middenbeuk rechts; Sint-Anna-altaar, door Jan Van de Cruyce (1674) in de middenbeuk links; Onze-Lieve-Vrouwealtaar, door Peeter Vervoort en Willem Kerrickx, vader en zoon (1729); Orgelkast, door Engelbert Baets (1779); Preekstoel door J. B. Van Hool en J. F. Van Geel (1821).

  • DERKS G. 1975: Brochure met Historisch overzicht en catalogus van de kunstschatten, Antwerpen.
  • DIERCKXSENS M. 1976: Sint-Andrieskerk, Antwerpen, juli 1976, 62-67.
  • PONS 1926-1927: Mon vieux quartier Sint-André. L'église parossiale de Saint-André, La Métropole, 12, 19, 25-26 december, 1-2 januari.
  • S.N. 1975: Antwerpen die Scone, nummer 5.
  • VISSCHERS P. 1853: Geschiedenis van Sint-Andrieskerk te Antwerpen 3 delen, Antwerpen.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G., Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Parochiekerk Sint-Andries [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6299 (geraadpleegd op ).