Van Ezel- naar Beenhouwersstraat. Straat oorspronkelijk een "cul-de-sac" - of steegje - vermoedelijk vanaf de Beenhouwersstraat, vanwaar de huidige benaming, die reeds voorkomt in het vierde kwart van de 19de eeuw is afgeleid.
Oorspronkelijk locatie van het klooster van de grauwzusters van Sint-Elisabeth ter hoogte van huidige nummers 51-55: klooster aldaar gevestigd circa 1450, in de loop van de 17de eeuw grondig gerestaureerd en uitgebreid met onder meer barokke kerk zie tekening van Jan Beerblock (circa 1796); de bijhorende kloostertuin strekte zich in L- vorm uit tot aan de Beenhouwersstraat en is circa 1885 aangekocht als privé -tuin van de eigenaar van Beenhouwersstraat nummer 24 en vanaf 1980 aangelegd als openbaar stadspark zogenaamd naar professor Sebrechts zie Professor Sebrechtspark. Sinds 1804 tevens locatie van het klooster van de zusters maricolen met bijhorende school Instituut van de Heilige Familie (nummer 30-42). Voorts door de eeuwen heen industriële functie zie aanwezige brouwerij (nummer 1). Heden voornamelijk bewoning; in mindere mate administratieve en commerciële dien- sten.
Geasfalteerde straat met licht krommend verloop. Overheersende bebouwing van imposante herenhuizen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels uit de 19de eeuw, soms met oudere kern. In mindere mate diephuizen van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, vermoedelijk met bewaarde oudere kern doch verankerde bakstenen trapgevels in neostijl zoals nummer 5, nummer 29 met overkragende tuitgevel van 1914 naar bestaand model; nummer 31 met trapgevel van 1868 in plaats van puntgevel van drie/twee traveeën, herbouwd als "Kunstige Herstelling" van 1964 naar ontwerp van architect M. Hocepied (Brugge); nummer 73 met oudere kern zie balklagen met sleutelstukken met afgerond profiel. Nummer 45, diephuis oorspronkelijk mogelijk voorzien van puntgevel, in de loop van de 19de eeuw aangepast als eenvoudige lijstgevel. Ook eenvoudige breedhuizen van twee à drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, met een (verankerde), al dan niet bepleisterde (nummer 3, 8, 12, 14-16, 17, 18, 19), bakstenen lijstgevel (nummer 7) uit de eerste helft van de 19de eeuw; nummer 8 verhoogd met derde bouwlaag in 1928; nummer 12 met geprofileerde omlijstingen; nummer 14-16 verhoogd met tweede bouwlaag in 1831; nummer 18 oorspronkelijk deel van nummer 20, afgesplitst en verhoogd in 1913; nummer 19 van 1848 in plaats van puntgevel en gewijzigd in 1894. De percelen aan zuidoostzijde palen aan de Speelmansrei.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 55/1848, nummer 41/1831, nummer 45/1868, nummer 284/1913, nummer 58/1914, nummer 734/1928, nummer 477/1954, nummer 75/1964.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 276.
- RYCKAERT M., Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991, p. 190.