Van Langerei naar Calvariebergstraat, voorheen zogenaamd "Knolstraat", een korte aardeweg beginnend bij de Langerei en lopend doorheen blekerijvelden en weiden onder meer leidend naar een mouterij; nog bewaarde gracht achter huizen aan de oostkant. Slopen van twee 17de-eeuwse trapgevels aan de Langerei en bij Koninklijk Besluit van 26 december 1908 aanleggen van de straat in het verlengde van de Walweinstraat, met aanvankelijk dezelfde naam. Aanleg bij Koninklijk Besluit van 22 januari 1929 voltooid. In 1919 veranderen in "Julius Sabbestraat" naar de schrijver (1846-1910) en in 1938 toevoegen van de naam Maurits (1873-1938), zijn zoon en eveneens schrijver.

Bebouwing vanaf 1909 maar voornamelijk tijdens interbellum geleidelijk aan vervolledigd. Geasfalteerde straat met licht krommend tracé . Voornamelijk woonfunctie; nummer 9 is elektriciteitscabine van 1923; tussen nummers 26 en 28 parking en bijgebouwen van drukkerij zie Langerei nummer 58. Burgerwoningen, overwegend uit het interbellum; rijhuizen van twee à drie traveeën en twee à drie bouwlagen onder zadeldaken (nok parallel aan de straat), al dan niet gemansardeerd. Ondanks een zekere verscheidenheid in bouwmaterialen en -vormen, knopen de meeste plattegronden aan bij het toenmalige doorsneetype van enkelhuis met zijingang uitlopend op de trappartij, haaks op de achtergevel, en voorts "klassieke" enfilade en aanhorigheden van één bouwlaag waarin nutsvoorzieningen als onder meer bijkeuken, washuis, toilet enzomeer zijn ondergebracht. Sporadisch komen reeds badkamers voor op de bovenverdieping. Soms varieert de omvang en de locatie van de trappartij - voornamelijk haaks tegen de zijgevel. Historiserende panden, enkele met trapgevels zie nummers 45 (1930), 47 (1931) naar ontwerp van architect F. Danneels; nummer 73 (1933) met neo-18de-eeuwse elementen onder meer zoals in de omlijste segmentboogvormige bovenvensters en naar ontwerp van architect H. Bovée (Brugge); nummer 28 (1946) naar ontwerp van architect J. Haentjens (Brugge) met gevelbrede cartouche en nummer 53 (1933) met schematische tuitgevel. Eclectische architectuur: nummer 15 (1948?) met krulgevel, nummer 30 (1936?), nummer 69 (1933) en nummer 71 (1924) in combinatie met trapgevel. Eenvoudige lijstgevels: nummer 7 van 1910 met witgeglazuurde bakstenen voor strekken en speklagen; nummer 13 met sierankers, strekken in contrasterende gele baksteen en eenvoudig dakvenster; nummers 6 (1936) en 81 (1939), laatst genoemde naar ontwerp van architect D. Gevaert (Brugge) met geaccentueerde lateien; nummers 26 (1936) naar ontwerp van architect J. Beukelaere en nummer 51 (1933) met verticaal metselwerk voor (doorlopende) strekken of plint. Art-decowoonhuizen of met art-deco-elementen: eenheidsbebouwing nummers 8-10-12 (1936) naar ontwerp van architect U. D'Helft (Brugge), nummer 20 (1938), nummer 24 (1937) naar ontwerp van architect A. Dugardyn met rondboogdeur in brede omlijsting, nummer 32, nummer 43 (1929) met dakvenster naar ontwerp van architect A. Goigne (Brugge) en metalen art-deco-huisnummer, hoekhuis nummer 44 (1938) naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge) met verzorgd smeedijzerwerk aan de deur, nummer 46 (1939) met driezijdige bow window, nummer 49 (1933) naar ontwerp van architect R. Gellynck (Brugge) met bewaard houtwerk en art-decobrievenbus, nummer 57 met erker, vlak afgewerkt dakvenster en gekleurd glas in de bovenlichten, nummers 65-67 volgens spiegelbeeldschema en met typerend houtwerk, nummers 75 (1934) en 77-79 (1934) laatst genoemde heeft erker met afgeronde hoek en aansluitend balkon. Van het derde kwart van de 20ste eeuw: appartementsgebouw nummer 2 (1963) naar ontwerp van architect D. Van Dierendonck in plaats van lijstgevels van twee bouwlagen en poortgebouw, nummer 62. Nieuwbouw: nummers 46A + B, nummers 56-58-60. Rechts van nummer 1 van 2001 in plaats van laag poortgebouw.