Van Vlamingdam naar Wulpenstraat. Sedert 1297 deeluitmakend van de tweede omwalling en vanaf 1655 aansluitend bij de handelskom waar de naam wordt van afgeleid. Vóór 1850 was tussen de Warandebrug en Wulpenstraat al een deel van de stadsgracht gedempt en voorzien van woningen en stallingen voor militairen; later en tot op heden vestiging aldaar van de "gistfabriek" (vanaf 1860). Aan de uitgang van de Sint-Claradreef stond tussen 1630 en 1872 een stenen oliewindmolen "De Ruste"; zijn molenberg is na de sloop genivelleerd en heden herleid tot een lindeplantsoen. In 1899 dempen van de grachten tussen Ezelpoort en Warandebrug. Het doorbreken van de stadsomwalling wordt hier nodig geacht voor de aansluiting met nieuwe woonwijk, extra muros gesitueerd tussen Komvest, Oostendse Vaart en Scheepsdalelaan: de huidige parochie "Christus-Koning" of "Stübbenkwartier", naar de Duitse ontwerper J. Stübben. De naam geldt aanvankelijk voor de hele nieuw aangelegde straat, vanaf 1919 heet het stuk tussen Ezelpoort en Vlamingdam Koningin Elisabethlaan. Van het derde kwart van de 19de eeuw tot circa 1910 spoorweglijn naar Blankenberge en Heist met in 1867 bouwen van station "Brugge-Noord", eind 19de eeuw komt naast de spoorweg een goederentram. Gronden van het voormalige capucienenklooster (zie Sint-Clarastraat) reikten tot aan de Komvest waarop vanaf 1909 de Sint-Jozefskliniek en in 1924 de Schippersschool worden gebouwd. Vanaf het vierde kwart van de 19de eeuw geleidelijk aan volbouwen met woonhuizen, eerst aan de oostkant en gedeeltelijk aan de westkant, voornamelijk met huizen uit het interbellum.
Heden geasfalteerde weg. Gedeelte tussen Vlamingdam en Walweinstraat met lichte bocht, volgt het verloop van de 13de-eeuwse omwalling en maakt nu deel uit van de ring. Heterogene scenografie met aan stadszijde grote complexen: onder meer vroegere kliniek en Schippersschool nu ingenomen door hotelscholen en appartements- gebouwen; ook burgerwoningen en garage links van nummer 14. Anderzijds vanaf Walweinstraat tot Wulpenstraat recht tracé: noordkant volledig ingenomen door de fabriek Genencor International Inc. achter blinde muur en met directie- en kantoorgebouw, daarvoor fietspad, plantsoen en essen; op het einde gekasseide parking waarachter 18de- en 19de-eeuwse pakhuizen op het grondgebied van de fabriek. Aan zuidzijde naast bescheiden commerciële functie voornamelijk bewoning, op het eind van de straat voormalige bedrijfsgebouwen van de fabriek heden verbouwd tot lofts.
Voornamelijk breedhuizen van twee à vijf traveeën en twee à drie bouwlagen onder, al dan niet gemansardeerde, zadel- en/of schilddaken. Oudste bebouwing van het vierde kwart van de 19de eeuw enerzijds nummer 14 van 1880 met landhuisallures aan de toen nog groene rand, met oorspronkelijk bepleisterde, neoclassicistische lijstgevel; anderzijds eenheidsbebouwing nummers 2-12 en nummers 20-30: muuropeningen meestal gevat in omlijstingen van gesinterde bakstenen Verder vooral tussen 1900 en 1914 optrekken van burgerwoningen in baksteenbouw. Eenvoudige lijstgevels al dan niet verankerd of met dakvensters: nummer 46, nummer 64 van 1912, nummers 66, 70, 96; met gebruik van geglazuurde of gesinterde bakstenen onder meer voor doorlopende banden en/of strekken: nummers 60, 90, 92, 94, 106, 108 (1907), nummer 104 (1908), nummer 110 (1906); of versierd met muizentandfries: nummer 18 (1912), nummers 98 en 100 van 1906 en nummer 102; nummers 54 en 58 hebben op de bovenverdieping zelfde bakstenen vensteromlijstingen, nummer 112 is bepleisterd. Historiserende trapgevels met neobarokke inslag: nummer 50, nummers 78-88, nummer 114 en nummer 62. Daarnaast enkele eclectische gevels: nummer 44 (oorspronkelijk samen met huidig nummer 42), nummer 52 van 1913; het hoekhuis nummer 56. Derde kwart van de 20ste eeuw: nummers 32, 72-76. Nieuwbouw uit het vierde kwart van de 20ste eeuw: appartementsgebouw nummer 34 van 1972-1973, met beeldbepalend volume, naar ontwerp van architecten V. Desmet en J. Depuydt (Brugge), nummer 38 is internaatsgebouw verbouwd in 1976.
- Dienst Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening Brugge, Bouwvergunningen, nummer 2953/1997.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 116/1880, nummers 23, 298 en 361/1906, nummers 143, 173, 257, 301 en 368/1907, nummers 7, 51, 73, 112 en 145/1908, nummers 211 en 482/1912, nummers 81 en 506/1913, nummer 564/1924, nummer 1499/1976.
- RAU J., Een onbekend stukje Brugge: de Komvest, in Brugge die Scone, XI, 1989, nummer 4, pagina's 12-15.