Van Braamberg- naar Langestraat. Vóór het uitgraven van de Coupure is straat vanaf Witteleertouwersstraat zogenaamd "Jacobijnenstraat" zie kaart van Marcus Gerards (1562); huidige naam, verwijst naar het nabijgelegen 13de-eeuws predikherenklooster zie Langestraat nummer 34.
Van oudsher voornamelijk commercieel karakter zie talrijke winkelpuien, daterend uit het tweede tot derde kwart van de 19de eeuw; in mindere mate bewoning onder meer in de loop van het derde kwart van de 18de eeuw locatie van het imposante, classicistische hotel "d'Hanin de Moerkerke" (zie Witteleertouwersstraat nummers 1-1b) toegankelijk via het staatsieplein, afgesloten met een ijzeren hek, gelegen ter hoogte van huidig nummer 36; laatst genoemde neobarok pand is in 1938 gebouwd na sloop van hek en zijgebouwen.
Rechte, geasfalteerde straat onderbroken door Predikherenbrug, een betonnen brug van 1975 met ijzeren leuning. Gevarieerde bebouwing doch voornamelijk diephuizen van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, vaak uit de 17de tot 18de eeuw met bakstenen trap- of tuitgevels onder meer nummers 13, 14, 15, 16, 17 en 19. Voorts soortgelijke diephuizen, in de loop van de 19de eeuw voorzien van een bepleisterde lijstgevel: nummer 22 van 1839 (anderhalve bouwlaag, in 1886 verhoogd tot drie). Ook dominerende neobarokpanden zoals nummer 5 van 1926 naar ontwerp van architecten J. Viérin en L. Coppé (Brugge), nummer 38, nummer 40/ Coupure van 1919 en het beeldbepalend hoekpand nummer 42/ Predikherenrei van 1927 naar ontwerp van architect A. Dugardyn (Brugge). Nummers 27 en 29, typische baksteenbouw uit jaren 1950-1960: nummer 27 ter vervanging van soortgelijke lijstgevel van 1842, en in 1904 uitgebreid met een erker, nummer 29 in plaats van neoclassicistische lijstgevel van 1857 naar ontwerp van architect I. Alleweireldt (Brugge), doch oudere kern zie bewaarde achtergevel: een verankerde bakstenen puntgevel met grote rechthoekige openingen. Nummer 26/ Witteleertouwersstraat, van 1945 naar ontwerp van architect L. Viérin (Brugge) in plaats van twee achter mekaar gelegen breedhuizen met tuit- en puntgevel. Nummers 1, 3 en 44: weinig vernieuwende soortgelijke architectuur; nummer 1 echter met waardevolle schoorsteenschacht waarvan de rookkanalen aanzetten op rechthoekige basis waarop achthoekige romp en verjongende schacht; de pijpen zijn horizontaal gescheiden door een lijstje en tussen de pijpen door een overhoekse baksteenlaag; nummer 44, "Kunstige Herstelling" van 1989 uitgevoerd door aannemer Raes (Brugge) met betrekking tot schoorsteen- schacht met massieve, rechthoekige onderbouw, afgewerkt met doorlopende lijst waarop zes zeshoekige pijpen van ongelijke hoogte rusten.
- Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 8/1839, nummer 163/1842, nummer 143/1869, nummer 115/1886, nummer 200/1904, nummer 96/1919, nummer 28/1926, nummer 477/1927, nummer 403/1945.
- CONSTANDT L. (ed.), Behoedzaam omgaan. Monumentenzorg in Brugge, 1988-1993, 1994, p. 171.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 307.
- VAN HOUTRYVE A., De Brugse Coupurebruggen, in Brugge die scone, XV, 1993, nummer 3, p. 3.