Plein waarop van oudsher in het zuiden de Braambergstraat uitkomt, en in het noorden de Steenhouwersdijk, Huidenvettersplein en Blinde Ezelstraat. Zogenaamd naar functie als plein waar men sinds de tweede helft van de 18de eeuw tot heden nog steeds vis verkoopt. Vóór circa 1745, graanmarkt. Oostzijde tot 1762 ingenomen door het "Oostvleeshuis", zijnde het ambachtshuis van de vleeshouwers, bestaande uit een lage huizenrij met puntgeveltjes zoals opgetekend door Marcus Gerards (1562). De laatste twee (nummers 3 en 4) zijn in 1913 afgebroken en herbouwd in historiserende stijl. Anoniem schilderij uit de eerste helft van de 18de eeuw, bewaard op het Begijnhof, stelt het plein voor als drukke handelsplaats met centraal opgestelde houten kraampjes.
Sinds 1821 is het plein ingenomen door de Vismarkt, dit is een omlopende neoclassicistische colonnade met tweevoudige Toscaanse zuilenrij van Ecaussineshardsteen onder leien bedaking naar ontwerp van architect J.-R. Calloigne (Brugge); het binnenplein is toegankelijk via een hoger rondboogportiek onder tentdak aan Braambergstraatzijde. Op het binnenplein prijkt een arduinen armpomp met obelisk, twee waterbakken en bronzen tuitstukken. In de verschillende vleugels zijn de overdekte stalletjes van arduin opgesteld, met toonbank aan marktzijde. Aan Reie, enkele banken en beuken; buste van "FRANK VAN ACKER / 1929-1962 / MINISTER VAN STAAT / BURGEMEESTER VAN BRUGGE/ BEELTENIS IN BRONS DOOR / FERNAND VANDERPLANCKE". Heden aan zuidwestzijde commerciële activiteiten en in het noordoosten horeca toegespitst op toerisme; noordelijke- en westelijke straten rondom het plein zijn immers autovrij en vormen een belangrijk onderdeel van voornaamste toeristisch circuit onder meer omwille van het zicht op de 15de-eeuwse achtergevels van de Burgerlijke Grifie, 't Brugse Vrije en het Stadhuis, gelegen op de Burg.
De bebouwing aan oost- en westzijde van het plein dateert uit 17de-, 18de-, 19de- en 20ste eeuw; afwisselend breed- en diephuizen. Sommige woningen aan de westzijde van de Vismarkt hebben achterbouw aan Huidenvettersplein. Nummer 7, breedhuis uit de eerste helft van de 19de eeuw met eenvoudige lijstgevel en pui uit het tweede kwart van de 20ste eeuw, heeft een achterbouw (Huidenvettersplein nummer 6) van 1844 zijnde breedhuis onder afgewolfd zadeldak met bepleisterde lijstgevel. Nummer 9, breedhuis met eenvoudige bepleisterde lijstgevel van drie en een halve bouwlaag en twee traveeën, opgetrokken in 1850.
Nummer 12, diephuis met mogelijk oudere kern doch met trapgevel van 1964 naar ontwerp van architect A. Degeyter (Brugge) ter vervanging van 19de-eeuwse lijstgevel; sierlijk smeedijzeren uithangbord met afbeelding van zeepaardje van de hand van Y. Parmentier (Oostkerke).
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 20/9/1844, nummer 62/1850.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 139 en 406.
- VANDEWALLE A., De Braamberg: in het teken van koren en vis, in Brugge die scone, 1990, nummer 3, p. 7.
- DE WITTE H., VANDENBERGHE S. (e.a.), Vensters..., 2001, p. 57-60.