Grosso modo ovaal plein, waarop van oudsher drie straten uitkomen: ten noordoosten de smalle Stoofstraat, ten oosten de Walstraat en ten westen Zonnekemeers. In het zuiden versmalt het plein tot een straat. De naam, voor het eerst vermeld in 1342, verwijst naar de ligging van het pleintje parallel met de gracht van de tweede stadsomwalling. Van 1835 tot 1905, locatie van het beluik of zogenaamd fort "Dobbelare" ter hoogte van de huidige nummers 38-39, later bebouwd met kunstenaarswoning en -atelier van glazenier J. Dobbelaere (1859-1916). In 1903 werden op het toen lege plein bomen aangeplant. Middenin prijkt de bronzen beeldengroep "Zeus, Leda, Prometheus en Pegasus bezoeken Brugge" van beeldhouwer J. Claerhout (Brugge) door burgemeester Van Acker geschonken aan de koetsiers. Door de eeuwen heen belangrijke concentratie van brouwerijen, waarvan er tot op heden slechts één rest met name de huisbrouwerij "De Straffe Hendrik" (nummer 26). Heden voornamelijk commerciële en horeca-activiteiten gericht op het toerisme; in mindere mate bewoning.

Op hoek met Wijngaardstraat, Sint-Rochusbeeldje, patroonheilige van de hoppekwekers, verwijzend naar de talrijke brouwerijen op het nabijgelegen Wijngaardplein. Breedhuizen van twee à drie traveeën en twee bouwlagen mogelijk met bewaarde kern doch lijstgevel uit 19de-eeuw of 20ste eeuw, onder meer nummer 3 met gevel van 1925, nummer 7 oorspronkelijk één bouwlaag verhoogd in 1871, nummer 11 van 1925 naar ontwerp van D. Maene (Brugge) ter vervanging van een bergplaats en paardenstallen van pand aan de Katelijnestraat, nummer 14 met oudere kern zie balklagen, en nummer 41. Weinig vernieuwende baksteenbouw in historiserende stijl uit de eerste helft van de 20ste eeuw: nummers 8, 13, 15, 19 en 30. Nummer 40, historiserende lijstgevel, deels aan Stoofstraat gelegen, dateert van 1932 naar ontwerp van architect A. D'Helft (Brugge).