Van Oost- naar Westmeers. Meerdere benamingen: in de 16de eeuw "Garsoenstraatje", dit is een stadsbeambte, circa 1575 "Messincstraatje" refererend aan mestput, in de 18de eeuw "Jagersstraatje" afgeleid van familienaam. Marcus Gerards (1562) tekent een smal verbindingsstraatje met tuinmuren van huizen aan de Oost- en Westmeers. In 1892 bouwen op tuingrond van arbeidershuisjes nummers 3-13.
Rechte gekasseide straat. Straatbeeld bepaald door woonhuizen van twee à drie traveeën en twee à tweeënhalve bouwlaag onder zadeldaken. Bebouwing opklimmend tot de 18de eeuw, breedhuizen met bakstenen, beschilderde of bepleisterde lijstgevels. Aan zuidkant eenheidsbebouwing nummers 3-13 (1892) met doorlopende onderdorpels op de bovenverdieping. Nummer 2 heeft bepleisterde omlijstingen met oren, neuten en sluitstenen. Nummer 1 hoekpand bij Oostmeers (1905) heeft doorlopende banden met geglazuurde bakstenen, op de hoek uitspringende kroonlijst steunend op houten consoles. Garage uit het vierde kwart van de 20ste eeuw links van nummer 6 vervangt een magazijn van twee bouwlagen.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 74/1892, nummer 311/1905.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 88.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)