Straatje in de wijk Moerhuize in het noorden van de gemeente, op de grens met Sint-Laureins en leidend naar de Lievebrug over het Leopoldkanaal. Het Leopoldkanaal werd gegraven ter voorkoming van de overstromingen van deze streek in het noorden van de provincie. Door het graven van het Leopoldkanaal werd het overtollige water over het eigen landsgebied afgevoerd naar de zee, op een plaats waar geen verzandingen te vrezen waren. Tevens zou het kanaal als verdedigingslinie kunnen aangewend worden. Eén van de prominenten die in belangrijke mate bijdroeg tot het graven van het kanaal was politicus en kanunnik J.O. Andries, pastoor van Middelburg van 1827 tot 1836. Bij wet van 26 juni 1842 werd besloten tot het graven van het Leopoldkanaal van Zelzate naar de zee, genoemd naar de toenmalige koning. Het kanaal werd voltooid in 1854 met het graven van de laatste sectie van Sint-Laureins tot de Oesterput in Boekhoute. Het kanaal is onbevaarbaar en werd uitsluitend aangelegd in functie van waterafvoer.
Dienst van het Stroomgebied der Schelde, 1e directie Gent, 1907-1982, Ministerie van Openbare Werken, Bestuur der Waterwegen.
DOBBELAERE J., Kanunnik Andries en het Leopoldkanaal, (Herdenking Kanunnik J.O. Andries 1796-1886, Maldegem, 1986, p. 17-20).