Tussen Adegemstraat en Korte Pennincstraat. Oorspronkelijk de zogenaamde "Gorterstraat", naar een gelijknamige aanzienlijke familie in de 14de en 15de eeuw. Huidige benaming vanaf het eerste kwart van de 16de eeuw en toen horend tot het zogenaamde "Kwartier" (zie straatnota De Langhestraat).
Westelijke straatzijde gekenmerkt door homogene bebouwing uit de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw. Lijstgevels van twee tot drie bouwlagen en meestal twee traveeën, met rechthoekige of getoogde vensters, zie nummers 14, 22 tot 26 en 38 tot 48. Nummers 50 en 54: gecementeerde rijhuizen uit het vierde kwart van de 19de eeuw, getoogde vensters in rijke stucomlijsting met siersluitsteen.
Enkele panden vallen op door hun kleurrijke faiencetegelbekleding, onder meer nummers 28, 38, 46 en 66. Nummers 58-60: bakstenen lijstgevels uit het begin van de 20ste eeuw, verlevendigd door gekleurde tegels voor muurbanden, boogstenen en panelen op de borstwering. Overkant met zicht op hoge nieuwe bouw, die een schril contrast vormt met de bakstenen tuinmuur van het minderbroederklooster.