De weg loopt in een hoek van 90° van de Statiestraat naar de Dentergemstraat (op grondgebied Markegem). Maakt deel uit van de oude, lange verbindingsweg tussen Roeselare en Gent, in de 17de en 18de eeuw vermeld als de "Heerwegh van Rousselaere naer Ghent". Op Dentergems grondgebied valt deze weg samen met het tracé van de huidige Oostrozebekestraat, een klein gedeelte van de Meulebekestraat en Markegemsesteenweg, loopt door het dorpscentrum, via de Wontergemstraat verder op grondgebied Wontergem (Deinze). De weg klimt van west naar oost omhoog en wordt dan ook "Hoogstraete" (voor het eerst in 1820) of "Hoogstraet" (1846) genoemd. Pas in 1857 is er voor het eerst sprake van de "Markegemstraet". De huidige naam is gegeven bij de fusie van 1977 om verwarring met de Markegemstraat in Wakken te vermijden.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen (1843) heeft het eerste straatdeel nog het oorspronkelijke bochtige verloop, tegenover de hoeve nummer 149 staat een (nu verdwenen) molen. Op de Ph. Vandermaelenkaart (circa 1850) vermeld als "De Stoop Molen". In 1861-1862 wordt de straat rechtgetrokken en verbreed. De brug over de Oude Mandel, op de Vandermaelenkaart vermeld als "Kessenbrug", en de grens met Markegem.
Invalsweg naar de dorpskern van Dentergem met verschillende vertakkingen. Aan de noordzijde sluiten die aan bij de Tijput- en Meulebekestraat. Aan de zuidkant volgt een wandel- en fietspad het verloop van een oude wegel (cf. Ferraris en Vandermaelen) naar de vallei van de Oude Mandel.
Overwegend woonstraat met onder andere rijhuizen, vrijstaande, halfvrijstaande of koppelwoningen. Buiten de bebouwde kom loopt de straat in landelijk gebied met enkele verspreid gelegen hoeves.
In de buurt van nummer 151 zijn, in het begin van de 20ste eeuw, resten van bewoning uit het neolithicum en de bronstijd teruggevonden.
Oudste bebouwing kan teruggaan tot de 17de-18de eeuw en is te vinden bij de meestal grondig aangepaste hoeves (zie nummers 149 en 174). In 1567 is er sprake van de herberg "Den Ingele" op de plaats van het huidig nummer 1, in de 18de eeuw vermeld als hofstede "Den Eynghel". Volgens 18de- en 19de-eeuwse kaarten blijft bewoning beperkt tot de dorpskern. Nummer 2, "DE KORTEKEER", teruggaand tot de eerste helft van de 19de eeuw heeft eventueel van oudsher een herbergfunctie. Laag huis op de hoek met de Wontergemstraat. Op een figuratieve kaart van 1773, met de dorpskern van Dentergem, ligt op deze plaats een afgebakend perceel met bebouwing (ter hoogte van nummer 4). Staat op de Atlas der Buurtwegen (1843).
De lage woning nummer 36 dateert volgens het kadaster van circa 1866: verankerde, witbeschilderde baksteenbouw, wellicht met toevoeging in het begin van de 20ste eeuw van de sierlijst onder de dakgoot en latere aanpassingen van de muuropeningen. Pas in de loop van en vooral vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw neemt de bebouwing toe. Enkele lage huizen uit de 19de of begin van de 20ste eeuw worden verhoogd (nummers 11-13) of krijgen een nieuw parement (nummer 70, zie kadaster gebouwd circa 1899).
Uit het interbellum vallen op: het statige dubbelhuis, nummer 44, zie kadastergegevens gebouwd circa 1937 en de eenheidsbebouwing met hoekportieken, nummers 133-137, zie kadaster circa 1938.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207, Mutatieschetsen, Dentergem, 1866/3, 1899/5, 1905/4, 1900/4, 1937/10, 1938/6.
- Rijksarchief Gent, Staten van Vlaanderen, Kaarten en Plans, nr. 1580.
- BEKAERT E., De roede van Tielt. Als straten gaan...praten, 2005, p. 29-30.
- BEKAERT E., De familie Minne: ruim drie eeuwen kosterschap in Dentergem, in De Roede van Tielt, jg. 25, nr. 2, 1994, p. 59-60 en 89.