Straat bestaande uit twee delen: een eerste deel vertrekt aan het gehucht "Kruisken" aan de Vaerestraat en loopt in oostelijke richting tot aan de Deinzestraat, het tweede deel loopt vanaf de Deinzestraat in zuidelijke richting, de oude loop van de Leie volgend, tot aan de rechtgetrokken Leie en de Brugstraat.
Op een figuratieve kaart, getekend door F. De Bal in 1760, staat het noordelijke deel van de straat aangeduid als "waege wegh". In het landboek van Oeselgem door Jean-Baptiste van Huffel (1770), naar een origineel uit de tweede helft van de 17de eeuw vermeld als "straete genaempt den groenen weg". Op de Popp-kaart (1856) komt "Groeneweg" voor. Waarschijnlijk verwijst deze naam naar de belendende begroeiing. De naam Groeneweg blijft gehandhaafd tot aan de fusie met Dentergem in 1977.
Het deel ten zuiden van de Deinzestraat staat bekend onder de naam "Ovenhoek". Op de figuratieve kaart uit 1760 aangeduid als "De Moeregreck straete", verwijzend naar het westelijk gedeelte van de Neerhoek (moorgerek = zwart, vuil moeras). Op de Ferrariskaart (1770-1778) is het zuidelijk gedeelte van de straat afgeboord met bomen en ontsluit het de Neerhoek, die zich in een meander van de Leie bevindt. Op de Popp-kaart wordt de naam "heuvel houck straete" gebruikt. Vermoedelijk verwijst deze naam naar de ligging van de straat op een hoogte tegenover de naastgelegen Leievallei.
Straat gekenmerkt door relatief dichte bebouwing in de dorpskom. Verder naar het zuiden, eerder verspreide, landelijke bebouwing. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846) is nauwelijks bebouwing langs deze straat te zien. De bebouwing in de dorpskom klimt minimaal op tot de tweede helft van de 19de eeuw (zie nummer 20, lage boerenarbeiderswoning, verankerde en witbeschilderde baksteenbouw op gepekte plint onder pannen zadeldak). Verder bebouwing uit het interbellum (zie nummers 2-4: koppelwoning aan gehucht "kruisken", aan de Vaerestraat. Rode verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint met segmentboogvormige muuropeningen). Voorts vooral huizen uit de tweede helft van de 20ste eeuw.
De meer landelijke bewoning in de zuidelijke helft van de straat staat op de Ferrariskaart (1770-1778), maar meestal met gebouwen vernieuwd in de tweede helft van de 20ste eeuw.
- TAELMAN L., De roede van Tielt. Als straten gaan... praten, 2005, p. 111-112.