Lange bochtige weg, vertrekkend van aan de Wakkensesteenweg noordwaarts tot aan de grens met Wakken, waar de straat een bocht van 90° maakt en verder meegaat met de grens. Wordt op Gottems grondgebied (Oost-Vlaanderen) voortgezet onder de naam Ongarijstraat. Het noordelijk deel staat in het landboek van Oeselgem door Jean-Baptiste van Huffel (1770) vermeld als "straete scheedende Ousselghem ende Wacken". Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat deze straat afgebeeld met houtkanten.
De naam van de straat hangt vermoedelijk samen met de vermelding van het toponiem "Volders put" op de Vandermaelenkaart (circa 1850). Deze put bevindt zich ten noorden van nummer 47, op de grens met Wakken en is reeds te zien in het landboek. Of er een verband is met de eventuele aanwezigheid van lakenindustrie in Oeselgem is niet duidelijk. Volder zou dan verwijzen naar de ambachtsman die instaat voor het vollen of vervilten van het laken. Op de Popp-kaart (1856) wordt het noordelijk gedeelte van de straat vermeld als "Volderstraet" en het zuidelijk gedeelte als "Tieltsche straet".
Heden gekenmerkt door relatief dichte bebouwing aan de oostzijde van de straat in de dorpskom, vnl. bestaande uit een combinatie van residentiële en industriële bebouwing uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Nummers 4-6 zijn gekoppelde lage dorpswoningen onder mansardedak, waarvan nummer 6 relatief gaaf is bewaard met segmentboogvormige muuropeningen en benadrukte ontlastingsbogen (groengeglazuurde baksteen als sluitsteen). Nummers 2A en 8 zijn dubbelhuizen uit het interbellum met aansluitend een magazijn, nummer 8 heeft een voortuin afgescheiden van de straat door een sierlijk ijzeren hek.
Buiten de dorpskom voornamelijk verspreide, landelijke bebouwing, aan de grens met Wakken, een concentratie van vrijstaande villa's uit het einde van de 20ste eeuw.
Verder nog aanwezigheid van een aantal sites aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). De hoeves zijn dikwijls zwaar verbouwd (nummer 47) maar hebben eventueel nog een oudere kern. Nummer 17 heeft een woonhuis met 19de-eeuws uitzicht en recentere bedrijfsgebouwen, het erf is toegankelijk via een hekken gevat in decoratieve betonnen pijlers. Voorts nog een aantal verbouwde woningen vermoedelijk daterend uit de 2de helft van de 19de eeuw of het begin van de 20ste eeuw. Lage woningen zie nummer 16 en oorspronkelijk een koppelwoning (zie dichtgemetselde deuropening), nummer 57 dwars op de straat gebouwd en nummer 66. Verder nog bebouwing uit het interbellum, zie nummers 21-23: twee burgerwoningen met tussenin gelegen magazijn, beide met vernieuwd schrijnwerk, nummer 23 met een rondboogvormige hardstenen deuromlijsting met bewaarde deur met sierlijk smeedijzerwerk en achterliggend magazijn.
- Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nr. 1935: Afbeelding van de zg. "Volders put", in: Landboek van Oeselgem, opgemaakt door Jean Baptiste van Huffel, (1770).
- TAELMAN L., De roede van Tielt. Als straten gaan... praten, 2005, p. 113.