Loopt van Wijngaardplein naar Hendrik Consciencelaan. Benaming afgeleid van vroegere functie als vestingmuur en nabijheid van het Begijnhof. L-vormige straat waarvan het eerste deel parallel loopt met het Minnewater en ter hoogte van de Minnewaterbrug draait en parallel verderloopt met het voormalige Kanaal Oostende-Brugge. Aan het kruispunt met de Koning Albertlaan loopt de Begijnenverste enerzijds verder als ondergronds kanaal en anderzijds verbindt het tevens het Capucienereitje.

De Begijnen- en Katelijnevest (aan de oostzijde) zijn verbonden door de Minnewaterbrug, in 1311 opgetrokken als houten brug; huidige brug van 1739 naar ontwerp van de Brugse architect-beeldhouwer H. Pulinx sr.; het is een stenen constructie met uitzondering van de middelste boog die mogelijk tot 1874 opgevat was als houten ophaalbrug om barge door te laten. Zevenledige boogbrug van baksteen en blauwe hardsteen, bekroond met ijzeren borstwering; aan zijde van Begijnenvest, behouden grenssteen met gotische "B" en "28".

Van de 14de eeuw tot 1621 was de brug geflankeerd door twee verdedigingstorens, waarvan Poertoren aan westzijde: vrijstaande toren, gebouwd in 1398-1401 door Jan Van Oudenaarde; van de 15de eeuw tot het eerste kwart van de 20ste eeuw, buskruitopslagplaats, zie benaming; in 1665 enkele jaren ingericht als voldermolen; kelders al voor 1785 gebruikt als ijskelder. Gerestaureerd in 1989-1991 naar ontwerp van architect A. Cottyn (Brugge). Rond, bakstenen toren van drie bouwlagen, vlak afgedekt. Aanpalend polygonaal traptorentje met tentdak en spleetvormige schietgaten. Drie venstertjes op de eerste en tweede bouwlaag. Links van traptoren, toegang naar kelderverdieping met erboven laaddeuren van bovenverdieping.

Interieur. Kelder overkluisd door achtdelig kruisribgewelf op natuurstenen consoles; eerste en tweede bouwlaag door middel van bakstenen koepelgewelvan. Achter de Poertoren, vrijstaand, deels begroeid huis met 19de-eeuws uitzicht doch oudere kern, quasi gebouwd op niveau van het waterpeil.

Straatdeel aan Minnewater voornamelijk beplant met populieren en wilgen. Deel langs Kanaal ingenomen door twee parallelle paden gescheiden door bomen - onder meer platanen, paardenkastanje, zilver- en zomerlinden en een witte esdoorn - in 1881-1882 aangelegd naar ontwerp van landschapsarchitect H. Van Hulle (Gent) als wandelzone. Oostzijde sinds 1892 afgebakend door bakstenen muur van Minnewaterkliniek. Arduinen pijler en sluisje zogenaamd "Keizerinnensluis", getuigen nog van de vestingmuur uit de eerste helft van de 18de eeuw. Voorts natuurstenen borsteeld met opschrift " AAN /BEELDHOUWER / H. PICKERY / VAN ZYNER VADERSTAD", gekapt door zijn zoon Gustave en onthuld in 1901. De Begijnenvest is opgenomen in het beschermde stadsgezicht "Minnewater en omgeving".