Tijdens de mobilisatieperiode in 1939 begon het Belgische leger met de aanleg van drie hulpvliegvelden in het Meetjesland, namelijk in Aalter, Ursel en Maldegem. Onder leiding van het Regiment Luchtvaarttroepen werden door een Brusselse aannemer de werken uitgevoerd: het nivelleren van een piste, het dichten van grachten, het aanleggen van draineringbuizen en het zaaien met gras. Vanaf 12 mei 1940 werd het vliegveld van Maldegem, gebruikt als piste voor jachttoestellen van de Franse luchtmacht met Moranes. Na de bezetting werden de drie vliegvelden van het Meetjesland in gebruik genomen door de Duitse Luftwaffe in de Slag om Engeland en door de Duitsers verder uitgebouwd.
Op 27 mei werd het Maldegemse vliegveld ingenomen door de Duitse infanteristen. Vanaf juni 1940 werd het vliegveld uitgebouwd als jachtvliegveld tijdens de Slag om Engeland. Rondom de "fliegerhorst" werd een afspanning gemaakt en een verharde startbaan aangelegd, en een betonnen "rollbahn", waarop vliegtuigen als taxiënd van en naar hun standplaats konden. De toestellen stonden in openlucht in boogvormige aarden wallen en overdekt met netten, nog door de Belgen opgetrokken. Voor het onderhoud van de toestellen werden Abstellboxen opgetrokken: bakstenen loodsen met een houten gebint en een dak van "teerpapier", en gecamoufleerd met netten, opgevuld met houtkrullen en overspoten met groene verf. De hangars bedoeld voor één jachtvliegtuig werden per twee gebouwd. Drie ervan zijn nog bewaard in Krommewege. Verder werden nog twee booghangars (niet bewaard) gebouwd en een "gefechtsstand" met een controletoren, bewaard in Krommewege nummer 36. Voor het verblijf van de onderofficieren en de soldaten werden houten barakken opgetrokken. Voor de officieren bouwde men de zogenaamde "Kommanderie", een nog bestaand bakstenen gebouw in Krommewege nummer 22. Rond het vliegveld werden flakkanonnen geïnstalleerd, twee ervan zijn bewaard in de Lievevrouwdreef.
In september 1940 was Maldegem één van de vier vliegvelden die toegewezen werden aan de Corpo Aero Italiano onder de naam Urano, als vliegveld voor de Italiaanse jagers met de Fiat G50. In 1941, na het vertrek van de Italianen, kwamen hier verschillende jachteenheden uitgerust met Messerschmitt Bf109, als verdedigers van het bezette gebied. Na de bevrijding werd het vliegveld de uitvalbasis van de Royal Air Force en gebruikt voor de Spitfirewing, van het Belgische Squadron.
Thans bijna volledig ingenomen door het industrieterrein, straatnamen als Vliegveld en Ringbaan herinneren aan de vroegere functie.
- DE DECKER C., Vleugels boven het Meetjesland, en de oorlogsgeschiedenis van de vliegvelden Ursel, Maldegem en Aalter, Eeklo, 2006.