De Stationsstraat, sinds 1874 Statiestraat genoemd maar voorheen zogenaamd Oosteindeken, werd door de aanleg van de spoorweg Gent – Eeklo in 1861 en het station de belangrijkste verkeersader tussen het nieuwe station en het centrum van de oude stad met de Markt. Vanaf deze periode gingen de rijke industriëlen en notabelen interesse tonen voor de straat en lieten er rijkelijke herenhuizen optrekken in een voor die tijd representatieve neoclassicistische architectuur waardoor talrijke lage dorpshuizen verdwenen of hoger opgetrokken werden. Oude prentbriefkaarten tonen nog een zeer uniform straatbeeld met gepleisterde witte straatwanden en maar sporadische winkelpuien. Vooral vanaf de jaren 1960 werden talrijke panden aangepast voor een winkelfunctie of gesloopt voor moderne appartementen zodat heden slechts enkele geïsoleerde voorbeelden bewaard bleven. Ook belangrijke industriële gebouwen zoals de fabriek van wollen stoffen van de firma E. Goethals-Goethals en de brouwerij Krüger (1919-1992), op de locatie van de oorspronkelijke "Bierbrouwerij Euerard", tussen Stationsstraat en Zuidmoerstraat, verdwenen volledig uit het stadsbeeld om plaats te maken voor een nieuw winkelcomplex.