Rechte straat ten zuiden van en evenwijdig met de spoorlijn Gent - De Panne, vanaf het kruispunt Bedevaartstraat - Gruuthusestraat ten oosten, doodlopend tot het kloosterdomein van de Passionistinen (nummer 22) ten westen. Zogenaamd naar de blekerij, die dankzij het verlenen van een octrooi door Filips II in 1565 wordt opgericht "tot voorderynghe ende afcoopynghe van lynwaet aldaer ter marct commende". Hierdoor raakt de "Meulevyver" of "Stedevyver" op de hoek van de Hoogstraat en de Vijverstraat, waar voorheen het laken gewassen wordt, in onbruik. De nieuwe blekerij is gelegen aan de zuidzijde van de Stoktheide, Tielts eerste "industriezone" die in 1550 na goedkeuring door Keizer Karel bij het schependom wordt gevoegd en waar zich in de middeleeuwen naast vier molens ook vier steenovens bevinden. Bij de wederopbouwperiode na het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) stelt men in 1609 de stadsblekerij weer in bedrijf. In 1780 komt de linnenblekerij ten zuiden van het Stokt in privé-handen. Een andere grote blekerij, vermoedelijk van latere datum, is gelegen in de huidige "Rozeboomwijk" ten noorden van het stadscentrum en eertijds gekend als de "vette weede". In de loop van de 19de eeuw raken de blekerijen in onbruik door structurele ondermijning van de Tieltse linnenmarkt door onder meer het wegvallen van de buitenlandse afzetgebieden en de concurrentie van Russisch vlas.
Straat aangelegd in het derde kwart van de 19de eeuw, na de aanleg van de spoorlijn in 1854-1855 en de bouw van het station in 1860 op de gronden van de blekerij, waardoor deze buurt zich ontwikkelt tot een groeipool voor de nieuwe industrie. Een deel van de gronden van de vroegere stadsblekerij wordt ingenomen door het eerste Belgische Passionistinenklooster zogenaamd "Mater Dolorosa", gesticht in 1904-1905 en in 1919 uitgebreid met onder meer een kapel naar ontwerp van de Franse architect Sussenaire.
In het interbellum vestigen zich hier verschillende rijkswachtergezinnen omwille van de directe nabijheid van de brigadepost, gevestigd van 1927 tot 1974 in nummers 15-16, waarna overbrenging naar de Felix D'hoopstraat. Vandaar straat ook tijdlang in de volksmond "Gendarmsreke" of "Rijkswachtstraat" genoemd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt bij bombardementen aan het station en de spoorwegovergang een deel van de bebouwing in de Blekerijstraat vernield.
Straat enkel bebouwd aan zuidzijde; noordzijde gevormd door brede kasseistrook en enkele treinsporen die niet meer in gebruik zijn, afgescheiden van de rijweg door betonnen pijlers met draad; aan noordwestzijde oefenterrein voor rijscholen.
Voornamelijk woonfunctie en enkele magazijnen. Basisbebouwing voornamelijk daterend uit het interbellum. Nummers 4-14, eenheidsbebouwing van elf rijwoningen in repeterend schema, opgetrokken in 1927 in opdracht van Vennootschap De Loof en Quartier, waarin rijkswachtgezinnen komen wonen in de directe nabijheid van de brigadepost (nummers 15-16), opgetrokken in dezelfde periode. Enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldaken (nok evenwijdig met straat), getypeerd door lichtgele bakstenen gevelparementen (nummer 10 met trapgevel) met onder meer siermetselwerk, aflijnende friezen, muuropeningen onder rechte betonnen latei of voorzien van licht vooruitspringende bakstenen omlijsting; verdwenen houtwerk.
Nummers 15-16, voormalige brigadepost, zie verdwenen uithangbord waarop "RIJKSWACHT" boven begane grond (nummer 15), thans omgevormd tot twee woningen; bakstenen volume van twee bouwlagen onder mansardedak (pannen; leien) met deels gecementeerd parement en dito plint; nummer 15 met dakkapel, nummer 16 met dakvenster onder licht afgeschuinde hoeken; nieuw houtwerk.
Nummer 2, half vrijstaand woonhuis annex café, opgetrokken in 1955 als wederopbouw en uitbreiding van vermoedelijk eind 19de - begin 20ste-eeuws woonhuis met achterliggend magazijn door handelaar Fritz Baeckelandt uit Tielt; gecementeerde baksteenbouw van twee bouwlagen onder platte bedaking (links) en pannen schilddak (rechts); links, afgeronde zijgevel en hoge bakstenen plint; rechts, nieuwe pui voor horecagelegenheid. Nummer 3, haaks op de straat ingeplant magazijn gebouwd in 1927 in opdracht van de Belgische Boerenbond zie geschilderde belettering op straat- en zijgevel. Volume van twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op straat); kleine rechthoekige muuropeningen waarin roedeverdeling. Oostzijgevel ingedeeld door doorlopend ijzeren I-profiel tussen de bouwlagen; metalen poort; laaddeur in tweede bouwlaag; nieuwe muuropeningen (garages).
Nummer 21, voormalige werkplaats waarin Joseph De Commer in 1933 een kleine weverij opricht die echter reeds failliet gaat in 1937. Haaks op de straat ingeplant volume met lage bakstenen trapgevel; rechts erbij aansluitend, klein witgeschilderd complex onder sheddaken met doorlopende daklichten (nok loodrecht op straat; golfplaten).
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Tielt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Blekerijstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/10739 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.