Straat met licht gebogen verloop van de Wingensesteenweg ten oosten tot de Fonteinestraat ten westen; aan weerszijden haakse doodlopende zijstraatjes waarvan de huizen meegaan met de straat. Vormt de oost-west as tussen de woonwijk "Hoogserlei", gerealiseerd in 1967-1974 ten noorden van de straat, en het parkje aan de Ringlaan ten zuiden ervan, waarmee verbonden door kleine paadjes. Zogenaamd naar burggraaf Aloïs vande Vyvere (Tielt, 1871 - Parijs, 1961), volksvertegenwoordiger van het arrondissement van 1911 tot 1931 en meermaals - onder meer eerste - minister in de Belgische regering.

Het tracé van de straat ligt ten noorden van de deels gedempte westelijke uitloper van de Poekebeek, weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1847).

Bebouwing grotendeels meegaand met de verkaveling, zie bouwblokken en gekoppelde eengezinswoningen in tuin daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Nummer 24, vrijstaande woning type "bungalow" op onregelmatig grondplan onder plat dak, met typerend materiaalgebruik van witte siersteen op bakstenen plint en gestapelde leisteen voor verticaal uitkragend schoorsteenvolume.

Nummer 11, eind 19de-, begin 20ste-eeuwse hoeve met oorspronkelijke erftoegang ten noordwesten, zie bewaard ijzeren hek tussen betonnen pijlers. Nieuw woonhuis aan de straat uit het laatste kwart van de 20ste eeuw; aan noord- en oostzijde, bewaarde witgekalkte hoevegebouwen onder zadeldaken, onder meer woonhuis met geïncorporeerd schuur- en stalgedeelte (nok evenwijdig met straat; bitumen/golfplaten) met rechthoekige muuropeningen (T-ramen; grote roedeverdeling); aan noord- en oostzijde, stalgebouwen met bedaking van Vlaamse pannen; aan de straat nieuw, lager stalletje onder lessenaarsdak (golfplaten). Naar verluidt is hier eertijds door Franse zusters een schooltje met kapel ondergebracht, waarvan mogelijk het thans dichtgemetseld spitsboogvenster in de zijpuntgevel getuigt. In één van de zijstraatjes, klein beglaasd boomkapelletje met gepolychromeerde heiligenbeeldjes.

Langsheen de zuidzijde van de straat, langgerekt park met aansluitende visvijver in niervorm langsheen brongebied van de Poekebeek (zie Fonteinestraat); gedeeltelijk overwelfde beekloop. Eertijds aan oostzijde locatie van spaarvijver door realisatie van sluizensysteem of "speye" in 1547 (zie Bruggestraat); later in verval doordat het in 1751 aangevatte plan om de Poekebeek te kanaliseren niet wordt uitgevoerd, waarna het moerassige gebied in 1775 in eeuwige cijns gegeven. Thans nog resterend valleiaspect met beekbegeleidende begroeiing (Es, Els, Knotwilg, Populier).
Parkaanleg gerealiseerd in het begin van de jaren 1970 na aanleg van de noordelijke Ringlaan. Rondgaande padenstructuur in dolomiet, plaatselijk met cirkelvormige belijning doorheen open gazonpartijen met enkele bomengroepen (onder meer Treurwilg, Abeel, Eik, Plataan, Zilveresdoorn) en heestermassieven.