Oost-west lopende steenweg vanaf de provincie Oost-Vlaanderen doorlopend over het grondgebied van Aarsele, tot aan het kruispunt met de Ringlaan, die noordwestwaarts omheen het stadscentrum loopt als verbinding met de Pittemsesteenweg, en de Felix D'hoopstraat, die in het verlengde ligt en verbinding geeft met het stadscentrum.
In het kader van de ontsluiting van de steden en de uitbreiding van de wegeninfrastructuur onder het Oostenrijkse bewind, richten in 1750 de schepenen van Tielt, Aarsele en Deinze een verzoek aan de overheid om een octrooi tot het aanleggen van een steenweg Tielt-Deinze te bekomen, dit nadat ze een overeenkomst gesloten hebben over het delen van de onkosten. In hetzelfde jaar maakt landmeter Franciscus De Bal een "Caerte figurative vanden nieuwen gheprojecteerden ende gesugereerden steenwech vande stadt Deynse op de gonne van Thielt" op. Pas in 1770 wordt de aanleg van de steenweg gedecreteerd en worden de te onteigenen stukken grond, bos en weide uitgemeten. In 1771-1772 wordt dan de steenweg als kasseiweg aangelegd dwars doorheen het zogenaamd "Galgenveld" (zie Galgenveldstraat). De steenweg omvat dan nog het oostelijk deel van de huidige Felix D'hoopstraat, zodat er aansluiting is op de reeds bestrate Hoogstraat en op de toenmalige "Gentse (Heir-)Weg" (huidige Beneluxlaan). Hierbij verdwijnt het "Roode Vijverken", gelegen op het kruispunt van de huidige Europalaan, Beneluxlaan en Adolf Loosveldstraat - in de volksmond zogenaamd "Den Bek".
De Ferrariskaart (1770-1778) toont het tracé van de "Chaussée de Thielt à Deynse", die vanaf "Den Bek" over een tweetal km afgeboord is met olmen, later vervangen door eiken die in de oorlogswinter 1944-1945 door de Tieltse bevolking worden omgehakt en verstookt tot brandhout.
Nadat de bewoners van het Hulstplein en het Stoktveld in 1788 bij de overheid aandringen om de huidige Grote Hulststraat te verharden, wordt op het einde van de 18de eeuw de steenweg verbonden met de reeds gedeeltelijk bestrate wegen naar Wakken (Gruuthusestraat) en Meulebeke (Bedevaartstraat).
De Atlas der Buurtwegen (1847) en het gereduceerd kadasterplan van het Krijgsdepot (1853) geven drie molens weer, onder meer een molen ten zuiden van het vroegere kruispunt "Den Bek", reeds weergegeven op de Ferrariskaart, en een olieslagerij zogenaamd "Stampkot" aan de noordzijde, allen in de loop der tijd in onbruik geraakt en afgebroken. Op de kaart van P. Vander Maelen (circa 1850) wordt ten zuiden van de Stampkotmolen een distillerie vermeld, een gesloten complex met binnenkoer.
In het begin van de 20ste eeuw zijn langsheen de steenweg enkele herbergen gevestigd, onder meer "'t Withuis" en "De Landsman" (later "De Velobaan"), waarvan de uitbatingen evenwel in de tweede helft van de 20ste eeuw zijn stopgezet.
Na de Tweede Wereldoorlog bouwt Maurice Styns, voorheen bestuurder bij de firma Dubar (zie Bedevaartstraat nummer 103) en later directeur bij de weverij Van Maele (zie Bedevaartstraat nummers 21-23), deels ten westen en achter de villa van Franz Van Maele (zie nummer 6), een textielbedrijf waar gebloemd zijdeweefsel voor damesondergoed wordt geproduceerd. Het bedrijf ligt vanaf 1954 volledig stil. Pas in 1986 worden de bedrijfsgebouwen verkocht en benut als stapelruimte, waarbij de getouwen en bijhorende machines worden afgevoerd.
In 1946 vestigt het gerenommeerde plastiekbedrijf "Injextru Plastics" zich aan het westelijk deel van de steenweg, thans meegaand met de Felix D'hoopstraat (zie Felix D'hoopstraat nummer 176).
Oorspronkelijke bebouwing langs de steenweg bestaande uit verspreide 18de- en 19de-eeuwse hoeves, waarvan de meeste in de loop van de 20ste eeuw verdwenen of aangepast zijn.
Nummer 39, hoeve met haaks op de weg ingeplant witgekalkt boerenhuis met gepekte plint onder zadeldak (mechanische pannen), met onder meer een bewaarde houten kozijnconstructie, thans uitgebreid met recent woonhuis aan de straatzijde. Nummer 86, gelegen langs de Haaghoekwegel, een 19de-eeuwse hoeve met woonhuis onder pannen mansardedak, waarvan de erfgevel voorzien is van een nieuw parement; aangebouwde witgekalkte lagere stalvleugel onder overkragend pannen zadeldak.
Nummer 114/ Processiestraat, voormalig woon- en werkhuis, gebouwd volgens kadaster in 1914 voor Cyriel Aickx, een wagenmaker uit Tielt. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen) met dubbel overhoekse baksteenfries en gewijzigde travee-indeling van oorspronkelijk getoogde muuropeningen onder strek.
Aanvullende bebouwing daterend uit het interbellum. Nummer 29, woonhuis met voortuintje en centraal toegangspad. Eenlagige baksteenbouw met gecementeerde plint onder mansardedak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen) doorbroken door grote dakvensters. Bewaard houtwerk. Deels beglaasde deur met geometrische hekjes onder rechte latei met bovenlicht. Aan oostzijde, aangebouwd bakstenen bedrijfsgebouw onder zaagtanddak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen/golfplaten).
Verder nog enkele losstaande eengezinswoningen uit het laatste kwart van de 20ste eeuw.
Aan de noordwestzijde van de steenweg ligt het bedrijventerrein "Noord" dat zich, na verschillende uitbreidingen, uitstrekt tot aan de Ruiseleedsesteenweg ten noorden.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Hoeve Boschakkershof
Omvat
Villa in cottagestijl
Is deel van
Tielt
Is gerelateerd aan
Deinsesteenweg (Aarsele)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Deinsesteenweg (Tielt) [online], https://id.erfgoed.net/themas/10749 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.