Geografisch thema

Deken Darraslaan

ID
10750
URI
https://id.erfgoed.net/themas/10750

Beschrijving

Oost-west lopende rechte straat in de wijk zogenaamd "Leiaardsboom", van het kruispunt Ieperstraat - Polenplein tot aan het kruispunt Egemsesteenweg - Pittemsesteenweg - Keidamstraat - Huttegemstraat - Holdestraat. Vormt onderdeel van de "kleine ring" die het zuidelijk deel van het stadscentrum om- en ontsluit, mede gevormd door de Sint-Michielstraat, Vredestraat, Grote Hulststraat en Europalaan.

Is samen met de Pittemsesteenweg als "armsteenweg" afgetakt naar Tielt vanaf de nieuwe steenweg Brugge-Kortrijk (1757-1760) oostwaarts over het grondgebied van Pittem, aangelegd in het kader van de ontsluiting van de steden en de uitbreiding van de wegeninfrastructuur onder het Oostenrijkse bewind. De steenweg, aangelegd in 1763-1765, is oorspronkelijk met eikenbomen afgezoomd en sluit aan op de Ieperstraat ter hoogte van de huidige Ontvangerstraat, zie tracé weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778). Bij de aanleg verdwijnt de 18de-eeuwse steenbakkerij aan het westeinde van de Ieperstraat (zie Steenovenstraat). Tot 1948 wordt het westelijk deel "Pittemstraat" genoemd, met de zuidzijde gelegen in de "eerste wijk", en de noordzijde in de "negende wijk" zie de vroegere indeling in postwijken; het oostelijk deel vanaf het kruispunt met de Schependomstraat en de Volderstraat, de grens van het middeleeuwse schependom, is tot dan onderdeel van de Ieperstraat.

Huidige benaming sinds 1948 naar Joannes Marcellinus Darras (Lauwe, 1799 - Tielt, 1855), pastoor en deken van Tielt van 1845 tot zijn dood. Gekend als de "engel van Tielt" omwille van zijn strijd voor sociale voorzieningen voor onder meer bejaarden en wezen en zijn vele stichtingen onder meer een rusthuis-hospitaal (1838-1839), de school der zuster Apostolinen (1839) en het weeshuis (1850). Mede door zijn veelzijdige inzet wordt het politieke, sociale en culturele leven in Tielt gedurende meer dan een eeuw op streng-katholieke leest geschoeid.

Ter hoogte van de hoek met de Holdestraat is de oorspronkelijke bron gelegen van de Poekebeek of "Kale", die eertijds de natuurlijke noordgrens vormt van Tielt-binnen; de hoofdbron bevindt zich iets noordelijker (zie Fonteinestraat). In de 19de eeuw worden enkele molens langs de straat opgericht, met name de "Lonckes molen" gebouwd in 1848 aan het noordwestelijke uiteinde van de straat, waarvan thans nog het voetstuk van de bakstenen molenromp bewaard is (nummer 83), en de molen van Angela Verschaeghen (of Verschaeve) aan de zuidzijde van de straat die er staat tot aan de Eerste Wereldoorlog.

Het in 1838-1839 door deken Darras gestichte ouderlingentehuis waarin het hospitaal van de Zusters Alexianen wordt ondergebracht, is een groot neoclassicistisch complex gelegen op de noordwestelijke hoek met de Schependomstraat. Het "Sint-Jozefsgesticht", pas in 1960 omgedoopt tot "Rustoord Deken Darras", wordt bediend door de Zusters van Liefde van de Heilige Vincentius a Paulo uit Roeselare. In de jaren 1845-1849 wordt het complex uitgebreid met twee grote ziekenzalen, een bakkerij, een washuis en een gebouw aan de straatzijde waarin tijdelijk weefgetouwen geplaatst worden. Tussen 1850-1855 verblijven er weesjongens, vanaf 1853 geesteszieken. Een neogotische kapel naar ontwerp van de West-Vlaamse priester-architect Jan-Auguste Clarysse wordt geïntegreerd in het bestaande gebouwencomplex en in 1864 ingewijd. Later zijn er nog uitbreidingen in neogotische bouwstijl, onder meer een nieuw jongensweeshuis (1888) en slaap- en ziekenzalen voor bejaarden (1890). In 1891 volgt de overplaatsing van de meisjes uit het afgeschafte weeshuis aan de Kortrijkstraat. Het rusthuis wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog ingericht als "Feldlazareth". Na de oorlog is het beheer in handen van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen én het armenbestuur, tot de overname door de in 1925 opgerichte Commissie van Openbare Onderstand (C.O.O., het huidige O.C.M.W.). Nadat het weeshuis in de loop van de jaren 1960 in onbruik raakt, wordt eerst het centrale gebouw (weeshuis) afgebroken (1971-1972), waar in 1977 de serviceflat "Residentie Ampe" (nummer 19) wordt opgetrokken, zogenaamd naar Joseph Ampe, voorzitter van de C.O.O. van 1937 tot 1977. In de jaren 1990 wordt dan de rest van het complex gesloopt voor de bouw van een nieuw O.C.M.W.-complex in 1993-1994.

In het begin van de 20ste eeuw bevinden vele herbergen langs de steenweg, onder meer "Het Brouwershof", "De Halve Maan", "Den Herder", "'t Zwemmershof", "De Grote Pinte", "Den Haan" en "Den Nieuwen Haan"; herberg "Den Groenen Boomgaard", gelegen op de hoek met de Keidamstraat, wordt in 1971 gesloopt voor de verbreding van deze straat.

In 1925-1927 bouwen de gebroeders Joseph en Arsène De Gryse, wiens vader Leopold in de Nieuwstraat een groothandel in textiel heeft, op het terrein ten oosten van de huidige Mgr. Van Hovestraat waar voorheen onder meer de molen Verschaeghen staat, een katoen-, later kunstvezelweverij met een directeurswoning (zie nummer 70) en drie werkmanshuizen, gekend als "De Gryse Frères", later "p.v.b.a. Timatex". Eind jaren 1940 wordt het bedrijf uitgebreid met een magazijn aan de straat. De weverij telt een zestigtal zogenaamd "draaibakgetouwen", naar verluidt de eerste in de streek. De fabriek wordt in 1951 verkocht aan de familie Debaillie uit Gent ("n.v. Timatex") en in 1962 gaat de weverij voorgoed dicht; in het magazijn wordt in hetzelfde jaar een schoenfabriek ondergebracht. De getouwen worden in 1982 verkocht en in 1983-1984 worden de directeurswoning en de werkmanshuizen opgeknapt. Een deel van de bedrijfsgebouwen zijn thans nog bewaard.

Heterogene 19de- en 20ste-eeuwse bebouwing; rijbebouwing voornamelijk aan de oostzijde, tegen het stadscentrum aan. Woon- en verzorgende functie; enkele bedrijven.

Enig restant van landelijke bebouwing is het hoevetje gelegen op de zuidoostelijke hoek met de Holdestraat (zie nummer 96).
Bewaarde basisbebouwing van al dan niet witgekalkte of geschilderde 19de- of begin 20ste-eeuwse eenlaagswoningen met muurankers, onder (vernieuwde) pannen zadeldaken (nok evenwijdig met straat): onder meer nummer 4, dubbelhuis met centrale grote dakkapel, bewaard houtwerk met grote roedeverdeling en luiken; nummers 12-14, oorspronkelijke tweewoonst waarvan nummer 12 volledig verbouwd is en nummer 14 gewijzigde muuropeningen heeft; nummer 24, café "Millenium" met groot doorlopend dakvenster, muizentandfries en verbouwde herbergpui.

Tevens enkele voormalige herbergen: nummer 53, voorheen "De Grote Pinte" (uitbating tot circa 1930) onder pannen mansardedak; nummer 61, "Den Haan" (uitbating tot circa 1923) met gecementeerde en geschilderde sierbepleistering, -banden en sluitstenen en gewijzigde muuropeningen. Nummers 77-79-81/Keidamstraat, met afwijkende rooilijn, resterende drie van oorspronkelijk vier kleine 19de-eeuwse boerenarbeidershuisjes weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830), waar op het bijhorende erf ten noorden ervan in 1848 "Lonckes molen" wordt opgetrokken.

In 1928 laat de toenmalige molenaar Gustaaf Warnez de huisjes deels herbouwen. Thans nummers 77 en 81 gerenoveerd en voorzien van onder meer nieuw bakstenen gevelparement en dito houtwerk; nummer 79, witgekalkt dubbelhuis met getoogde en beluikte muuropeningen voorzien van betegelde onderdorpels; voortuintje. Verdwenen 19de-eeuws wegkruis op de westelijke hoek met de Keidamstraat, zie foto's uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Enkele woonhuizen van twee à drie traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat) waarvan enkele met 19de-eeuwse kern; in het tweede kwart van de 20ste eeuw voorzien van nieuwe cementbepleistering met onder meer schijnvoegwerk en imitatiebreukstenen plint (nummers 28-30 en nummers 32-34) of nieuw bakstenen parement (nummer 63).

Tevens enkele interbellumpanden. Nummer 18, woonhuis met geelbruin bakstenen lijstgevel onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen) met rechthoekige muuropeningen gevat in vlakke, witgeschilderde omlijsting; houtwerk op begane grond met glas-in-loodinvulling; verdiepte inkom onder rechte latei met boven- en zijlicht.

Nummer 70, voormalige directeurswoning bij de weverij van de vennootschap "De Gryse Frères", gebouwd naar ontwerp (1932) van architect Valère Lievens (Tielt) (signering rechts in plint). Half vrijstaand woonhuis met lichte invloed van cottagestijl; benadrukte rechtervenstertravee met driezijdige erker in tweede bouwlaag, oplopend in puntgevel voorzien van pseudo-vakwerk en siermetselwerk. Grotendeels verdwenen houtwerk, oorspronkelijk met horizontale roedeverdeling. Verdiepte inkom onder rechte latei. Natuurstenen trap (vier treden) en voetschraper rechts.

Nummer 37, woning met garage en toonzaal, gebouwd volgens kadaster in 1947 voor autohandelaar Albert Vanden Poel uit Deinze. Langgestrekt complex van twee bouwlagen onder platte bedaking, getypeerd door onder meer roodbakstenen gevelvelden met rechthoekige muuropeningen in witgeschilderde vlakke omlijsting en simili-banden in hoekpenanten; grote toonzaalramen.

Grootschalige bebouwing uit het laatste kwart van de 20ste eeuw: residentie met serviceflats (nummer 19) en het O.C.M.W.-complex met administratief centrum en Rust- en Verzorgingstehuis (nummer 17/ Schependomstraat nummer 4). Aan noordzijde, nieuw aangelegde parking met centrale kleine waterpartij waarboven houten steigerconstructie met zitbanken; tevens klein parkje met recent openluchtkerkje of -kapel, opgericht op de plaats van de voormalige neogotische kapel van het 19de-eeuwse rusthuis-hospitaal.

  • Heemkundige Kring Roede van Tielt, Fototheek.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Tielt, Afdeling 1, 1892/158, 1928/21, 1947/85.
  • Stadsarchief Tielt, Bouwaanvragen Tielt, 1932/80.
  • DE GRYSE P., Tielt graag gezien, Aarsele-Kanegem-Schuiferskapelle-Tielt, Tielt, 2003, nummers 147, 152-153.
  • Gids voor Groot-Tielt 1987, Tielt, 1987, p. 66, 87.
  • HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 211, 215.
  • OSTYN R., Historische stedenatlas van België, Tielt, Brussel, 1993, p. 27, 48, 52, 68, 79, 83, 105-106, 111, 122.
  • VANDEPITTE P., Van Thielt tot Tielt, Tielt, 1975, nummers 52, 66.
  • VERBRUGGE J., Tieltse caférijkdom. Een overzicht van cafés en uitbaters tussen 1900 en 1980, in De Roede van Tielt, jg. 11, nummer 2-3-4, 1980, p. 70-72.
  • VERBRUGGE J., Tielt, textielstad (Deel 2: twintigste eeuw), in De Roede van Tielt, jg. 21, nummer 2-3, 1990, p. 49, 62-66.
  • VERSCHUERE A., Deken Darras en zijn hospitaal, Tielt, 1938.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Beeld van generaal Maczek

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning met smidse

  • Omvat
    Dorpswoning uit het interbellum

  • Omvat
    Eenheidsbebouwing

  • Omvat
    Gedenkteken

  • Omvat
    Gekoppelde burgerhuizen

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Omvat
    Laatclassicistisch herenhuis met tuin

  • Omvat
    Openluchtkapel

  • Omvat
    Romp van Lonckes molen

  • Is deel van
    Tielt


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Deken Darraslaan [online], https://id.erfgoed.net/themas/10750 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.