Lange, deels gekasseide straat vanaf het Stationsplein en de overweg van de spoorlijn Gent - De Panne met gebogen verloop en aflopend reliëf oostwaarts tot het kruispunt Driesstraat - Meerlaantjesstraat.
Vormt eertijds de zuidgrens van "Stoct-ten-Daele" dat reikt tot aan de Oude Stationstraat, een achterleen van "Tielt-ten-Hove" of "Gruuthuse", het leenhof van Tielt opgericht in de 14de eeuw en via de ammanie van Tielt afhankelijk van het grafelijk kasteel van Kortrijk. In het eerste landboek van Tielt-buiten van 1645 wordt hier het "Bernegemstraettien" gesitueerd; de huidige Beernegemstraat staat dan nog gekend als "Bernaerdstraetkin" (zie Beernegemstraat).
De "Clijte", "'t Klijtjen" of "'t Clyttestucxken" is een stuk land gelegen in de "Steenakkercerc", een wijk in de "Poelberghoek", voor het eerst vermeld in archiefstukken van 1725 en in het landboek van Tielt-buiten van 1729. Het toponiem "ter Kleie" kan wijzen op een klei- of leemachtige plaats. Huidige benaming sinds het begin van de 20ste eeuw.
Westelijk tracé tot aan de huidige Leo D'Hulsterlaan reeds weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) met haakse weg tot aan de Driesstraat; thans oostdeel met gebogen tracé.
In 1863 bouwt de "West-Vlaamsche Maatschappij der IJzerwegen" op de tweesprong gevormd door de zuidwestzijde van de straat en de spoorweg, werkhuizen met ijzergieterij voor de productie en herstelling van spoor- en treinmaterieel. De Roeselaarse textielfabrikant Dominique Soenen koopt de gebouwen in 1865 voor de huisvesting van zijn weverij waar de eerste stoommachine van Tielt is opgesteld. In 1868 richt hij een nieuw fabriekscomplex op langs de Oude Stationstraat, waarna in 1884 de gebouwen verkocht worden aan Désiré De Coster - Van de Velde die er zijn gekende ijzergieterij in onderbrengt, opgericht in 1867 met smidse en ijzerdraaierij aanvankelijk gevestigd in de Sint-Janstraat. Dit bedrijf, onder de opvolgers gekend als "De Coster frères", werkt in 1895 als eerste in de stad met elektrisch licht voor het verlichten van de ateliers en de directeurswoning die op de hoek met de Oude Stationstraat is opgetrokken. Naast het gieten gebeurt ook de productie van onder meer stoomtuigen voor landbouw en industrie, fietsen en vanaf 1899, naar verluidt als eerste in West-Vlaanderen, constructie van auto's. Het bedrijf maakt in 1905 de kiosk die architect Gustaaf Hoste (Tielt) ontwerpt voor de plaatsing op de Markt.
Woonfunctie met enkele restanten van landelijke bebouwing. Heterogene 20ste-eeuwse bebouwing, voornamelijk aan oostzijde aangevuld met al dan niet losstaande eengezinswoningen uit de tweede helft van de 20ste eeuw, onder meer enkele kwalitatieve ontwerpen van naoorlogse architectuur.
Nummer 83, haaks op de weg ingeplante hoeve met bijgebouwen, minimaal opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, zie volume reeds weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1847), thans gelegen aan de noordzijde van de spoorweg met open betonnen afsluiting. Witgekalkt en verankerd volume onder mansardedak (mechanische bedaking); dakkapellen. Zuidgevel met rechthoekige muuropeningen, onderdorpels met geglazuurde betegeling, blinde noord- en straatgevel, laatstgenoemde met gedichte openingen en behouden laadluik in top. Geschilderd houtwerk van schuif- en driedelige vensters. Recentere bijgebouwen aan westzijde.
Nummer 43, 20ste-eeuwse hoevetje, lager gelegen dan de weg, met voortuintje voorzien van lage betonnen afsluiting; aan westzijde, klein stuk weiland omzoomd door knotbomen, aan oostzijde, ijzeren toegangshek tot achtererf. Eenlagig woonhuis onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen); dubbelhuis met gecementeerd parement met schijnvoegwerk; muurankers. Gewijzigde muuropeningen, voorheen getoogd. Haakse bakstenen stal onder zadeldak (mechanische pannen) aan achterzijde. Nummer 49, verbouwde witgekalkte bakstenen volumes onder pannen schilddaken, met onder meer betegelde onderdorpels en houtwerk met roedeverdeling.
Aan zuidwestzijde, verspreid tussen nummers 1-13, verbouwde restanten van voormalige 19de-eeuwse werkhuizen en ateliers van de ijzergieterij De Coster-Van de Velde. Nummer 1, verankerde baksteenbouw van twee bouwlagen onder platte bedaking, heringericht tot woonhuis. Muuropeningen onder strek, op begane grond verlaagd en getoogd; nieuwe inkom onder rechte latei. Rechts ervan, aan de noordzijde van de spoorweg, bewaarde toegang tot bedrijfsterrein met hoog ijzeren hek tussen gecementeerde vierkante pijlers.
Aanvullende bebouwing uit het interbellum. Nummers 20, 23-25, woonhuizen van een (nummer 23)/twee (nummers 20, 25) bouwlagen onder pannen mansarde- (nummer 23) of zadeldak (nummers 20, 25) met laag omhaagde voortuintjes (nummers 23-25); nummer 20 schuin geplaatst ten opzichte van de rooilijn met haakse bedaking; nummers 23-25 met nieuwe dakvlakvensters. Gecementeerd en witgeschilderd parement voorzien van schijnvoegen en sierbanden of -omlijstingen; sierankers (nummers 23-25). Getoogde muuropeningen; nieuw schrijnwerk.
Nummer 70, dieper gelegen vrijstaand woonhuis in grote omhaagde tuin met gemetselde muur aan de straatzijde, gebouwd volgens kadaster in 1928 in opdracht van de Fransman Erildus Beert, hovenier, bij een reeds bestaand haaks volume verdeeld in enkele kleine woningen. Na de overname van het huis door zijn zoon en tuinbouwkundige Albert Beert, worden zowel het woonhuis als het bijgebouw verbouwd. In het laatste kwart van de 20ste eeuw uitgebreid met grote aanbouw aan westzijde. Dubbelhuis van twee bouwlagen onder schilddak (zwart geglazuurde mechanische pannen); geschilderde vlakke kroonlijst. Verankerde bakstenen risalietgevel met oplopende pilasters waartussen traveeën voorzien van getrapte baksteenfries. Getoogde muuropeningen; centrale rondboogdeur (nieuw) met waaiervormig ingedeeld bovenlicht. Later uitgebouwde begane grond: links, brede rechthoekige erker met afgeschuinde hoekbeglazing onder leien tentdakje; rechts, driezijdige erker waarboven ijzeren balkonleuning.
Nummer 47, villa in grote tuin uit het laatste kwart van de 20ste eeuw, sober ontwerp op L-vormig grondplan gevormd door twee bakstenen volumes met platte bedaking, waarvan klein volume aan de straatzijde voor garages. Nummer 63, vrijstaande recent gebouwde villa in late cottagestijl, getypeerd door onder meer hoge overkragende pannen bedaking, brede schoorstenen, kleurrijk materiaalgebruik (baksteen en pleisterwerk), luiken en houtwerk met kleine roedeverdeling.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Bungalow
Omvat
Sint-Antoniuskapel
Omvat
Villa
Is deel van
Tielt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klijtenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/10795 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.