Korte straat tussen de Stedemolenstraat ten noorden en de Papenholwegel ten zuiden. Maakt deel uit van de gelijknamige wijk, ook gekend als "Stedemolenwijk", die vanaf de jaren 1920 ten westen van het stadscentrum wordt aangelegd en bebouwd door de Tieltse Bouwmaatschappij.
Onduidelijke herkomst van het toponiem, zie oudste vermelding van "te Lieghers waert" in een renteboek van 1443 en "lieghers bome" in een disregister van 1462. Gezien de ligging bij de grens met de gemeente Meulebeke, kan het toponiem vermoedelijk een samentrekking zijn van de naam van een vroege bezitster Liegarde en die van haar echtgenoot Jan Boonin, heer van Meulebeke.

Het landboek van Tielt-buiten van 1645 situeert de "lya(e)rtsboom" in de "cerc tegen Putthem" in de "Huffeseelhoek", één van de 17de-eeuwse prekadastrale indelingen. Tevens is er sprake van "tleen te Ly(g)aertsboom", een achterleen van de heerlijkheid "Tielt-ten-Hove" of "Gruuthuse", opgericht in de 14de eeuw en via de ammanie van Tielt afhankelijk van het grafelijk kasteel van Kortrijk. De heerlijkheid met hofstede is eertijds gelegen tussen de huidige Holdestraat en de Oude Pittemstraat.

Kenmerkende eenheidsbebouwing van rijwoningen uit het interbellum in spiegelbeeldschema. Enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldaken (mechanische pannen) met parement in rode (begane grond) en lichtgele (bovenverdieping) baksteen. Rechthoekige muuropeningen gevat onder doorgetrokken witgeschilderde betonnen lateien, waarin fragmentarisch bewaard witgeschilderd houtwerk met horizontale roedeverdeling.