Geografisch thema

Stoktmolenstraat

ID
10857
URI
https://id.erfgoed.net/themas/10857

Beschrijving

Korte straat van het kruispunt Vredestraat - Grote Hulststraat met zuidwaarts verloop tot aan de Willem Pantinlaan, vanwaar haakse wegel westwaarts tot aan de Oude Stationstraat. Samen met de Steenstraat op het stadsplan van Cassianus Van Gaver (1829) vermeld als het "Casernestraettien", verwijzend naar de hier gevestigde volksbuurt "De Kazeirns".

Gelegen in de voormalige heerlijkheid "Stoct-ten-Daele", met name op de zuidelijke helling ("ten Daele") van de stad, tussen de huidige Oude Stationstraat en de Klijtenstraat. Deze heerlijkheid valt onder de ammanie van Tielt en is in het bezit van het kapittel van Harelbeke. Circa 1242 sticht Willem van Bethune, heer van Meulebeke, samen met zijn vrouw Elizabeth van Roesbrugge en zijn zoon Gillis een kapel op het "Stokt", zogenaamd "Kapelle-ter-Meersch" en onder de benaming "kapelrie van het H. Kruis" aanvankelijk verbonden met de Sint-Pieterskerk (zie Oude Stationstraat zonder nummer). Zogenaamd naar de molens gelegen op de "Stoktheide" of het "Stoktveld" (= plaats waar boomstronken samen staan), een woeste heide ten zuiden van de stad, voor het eerst vermeld in 1416, waar zich ook een galg bevindt. Ook gekend als Tielts eerste "industriezone" omdat er naast vier molens aan de zogenaamd "Waeybergh" ook vier steenovens door de stad gebouwd zijn in het begin van de 15de eeuw. Eigenaars van de molens op het Stokt zijn de stad, die de maalrechten van een graanwindmolen deelt met het Alexianenklooster op de Markt, en edellieden, onder meer de heer van "Tielt-ten-Hove" of "Gruuthuse" en de hertog van Ursel. Eén van de molens wordt verwoest bij het oorlogsgeweld in 1452-1453 en later door gezamenlijke inspanning van de stad en het Alexianenklooster herbouwd. Tevens is er een bakkerij gevestigd waar de stad de huuropbrengst van int.

Het Stoktgebied, dat door een aarden wegeltje - huidige Steenstraat - verbonden is met de middeleeuwse stadskern, wordt omwille van plaatsgebrek bij het schependom gevoegd na goedkeuring door Keizer Karel in 1550. In 1565 verleent Filips II een octrooi voor de oprichting van een nieuwe blekerij ten zuidwesten van het Stoktgebied (zie Blekerijstraat). Volgens het eerste landboek van Tielt-binnen van 1635 is de weg gelegen in de "Cerc van het Stockt" (afb.).  Op de kaart die landmeter Franciscus De Bal in 1738 maakt van de "Hoeberghtiende" in Tielt-buiten met de gronden behorend tot het hospitaal van Oudenaarde, wordt het Stoktgebied weergegeven met van noord naar zuid onder meer respectievelijk de molens, herberg "De Waeybergh", de kapel en de blekerij. In 1774 krijgt de weg over het Stokt, tussen de Kortrijkstraat en de weg naar Wakken, een bestrating.

Op de Ferrariskaart (1770-1778) en op het stadsplan van 1786 door Philip Jan Lemaieur wordt het Stoktgebied duidelijk afgebakend met nog drie bestaande molens en de sterk toegenomen losstaande bebouwing. Tevens weergave van de drie Stoktmolens op een ontwerp van landmeter A. Lefebvre van 1788 met de primitieve noord-zuidas, met name het noordoostelijke deel van de Kortrijkstraat en de huidige Steenstraat, die de Markt verbindt met de rechtgetrokken steenweg naar Wakken en verbonden wordt ter hoogte van de huidige Oude Stationstraat. Vóór 1907 zijn reeds drie van de vier molens op het Stokt gesloopt; in de loop van de 20ste eeuw verdwijnt ook de vierde molen.

Volgens de herbergentelling van 1807 is op het Stokt herberg "La Couronne" gelegen. In het begin van de 20ste eeuw zijn er in de straat nog enkele herbergen, onder meer "'t Steentje" op de hoek van de Stoktmolenstraat, "De Meersch" en "De Vos", waarvan de uitbatingen thans zijn stopgezet.
In 1934 brengt Robert Tavernier zijn knopenfabriek vanuit de Sint-Janstraat naar hier over, gekend onder de naam "Formica". Na aankoop van een spuitgietmachine in Duitsland introduceert hij als eerste deze techniek in België, waarbij de moderne kunststof polystyreen gebruikt wordt. Het industrieel bedrijf gaat over tot de productie van onder meer kammen en kunststofflesjes. Omwille van de blijvende uitbreiding wordt in 1941 een atelier gebouwd in de straat. Later groeit dit bedrijf uit tot het internationale bedrijf "Erta". André Verbeke, die in 1935 in dienst treedt bij "Formica" en later de dagelijkse leiding overneemt, sticht in 1947 in de straat een eigen bedrijf gericht op extrusie van kunststoffen, "Injextru Plastics". Omwille van plaatsgebrek en beperkte financiële middelen verhuist dit tijdelijk naar Sint-Denijs-Westrem, doch wordt in 1953 ondergebracht aan de Felix D'hoopstraat waar het een enorme expansie zal kennen (zie Felix D'hoopstraat nummer 176, Sint-Janstraat).  In 1952 wordt in de straat de firma "Avena pvba" opgericht met werkhuis in de Klijtenstraat, waar aanvankelijk knopen en etalageartikelen in plexiglas worden geproduceerd en later onder meer pers- en graveerwerk in plexiglas en driekleurige plastiek.

Grotendeels aaneengesloten 20ste-eeuwse bebouwing van woonhuizen en bedrijfsgebouwen van een à twee bouwlagen. Nummers 15-27, resterende eenlaagswoningen daterend uit het begin van de 20ste eeuw.

  • Heemkundige Kring De Roede van Tielt, Fototheek.
  • BELCONSULTING NV, GNOP TIELT, Fase 1 : Visievorming Natuur en Landschap, Tielt, 1996, p. 18.
  • BUYCK J., De herbergentelling van 1807 in Tielt, in De Roede van Tielt, jg. 30, nummer 3-4, 1999, p. 87.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XV, Brugge, 1934, kolom 471-472.
  • Dit is West-Vlaanderen, deel 3, Brugge, 1962, p. 1857.
  • Gids voor Groot-Tielt 1987, Tielt, 1987, p. 190.
  • HOLEMANS H., Windmolens te Tielt, in Ons Molenheem, 2002, nummer 4, p. 58-59.
  • HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 240.
  • HOLLEVOET F., Tielt feodaal, in De Roede van Tielt, jg. 33, nummer 3, 2002, p. 92, 108.
  • OSTYN R., Historische stedenatlas van België, Tielt, Brussel, 1993, p. 18, 27, 30-31, 37, 40, 44-45, 47, 52, 58, 67, 105-106, 118.
  • STRUYVE P., Van hoelahoep tot industrieel profiel : de geschiedenis van Injextru Plastics (1947-1997) in het licht van 70 jaar kunststofverwerkende industrie in Tielt en Pittem, in De Roede van Tielt, jg. 28, nummer 3, 1997, p. 13-29.
  • VERBRUGGE J., Tieltse caférijkdom. Een overzicht van cafés en uitbaters tussen 1900 en 1980, in De Roede van Tielt, jg. 11, nummer 2-3-4, 1980, p. 172.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Arbeiderswoningen

  • Is deel van
    Tielt


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stoktmolenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/10857 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.