Geografisch thema

Wittestraat

ID
10872
URI
https://id.erfgoed.net/themas/10872

Beschrijving

Lange straat vanaf de zuidzijde van de Kasteelstraat met afhellend reliëf, zuidwestwaarts verloop en haakse knik tot aan de spoorlijn Gent - De Panne, alwaar overgaand in de Abeelstraat. Vormt thans de centrale noord-zuidas van de vanaf 1993 gerealiseerde verkaveling "De Varent".

Zogenaamd naar de "witte" hoeve "ter Mote", gelegen langs de Abeelstraat (zie Abeelstraat nummer 18). Grotendeels onbebouwd tracé onder huidige benaming weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1847) met vermelding van "'t Pannenhuis" aan de noordoostzijde van de weg.
Ten zuiden van de straat wordt in 1839 een private leerschool opgericht door meester Bernard De Craemer, waar vanaf 1877 de Zusters van het Geloof lesgeven in onder meer kantklossen, met hulphuis afhankelijk van het moederklooster (zie Ruiseleedsesteenweg nummer 42). De Sint-Jozefsschool is tevens gekend als "Saletteschool", zogenaamd naar een nabijgelegen kapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Saletta. De school wordt respectievelijk in 1905 en 1908 uitgebreid en tijdens de Eerste Wereldoorlog ingericht als oefenkamp voor jonge rekruten. Omwille van de tanende kantnijverheid in Tielt wordt in 1925 de meisjesschool samen met de naaischool "De Liefde" in de Wingensesteenweg overgebracht naar de Onze-Lieve-Vrouwparochie, de basis van het Sint-Jozefsinstituut (zie Oude Stationstraat nummers 73-75). Het kloostergebouw wordt naderhand verkocht en omgebouwd tot woningen.

In 1905 wordt in de straat een gasfabriek of "gasgesticht" opgericht, de "Usine à gaz intercommunal de Thielt", die de hele regio bevoorraadt tot en met Waregem, Ingelmunster, Aalter en Ardooie. Nog voor de oorlog worden nagenoeg alle Tieltse straten van gasverlichting voorzien (zie nummers 100-102).

In het begin van de twintigste eeuw zijn enkele herbergen in de straat gelegen, onder meer "De Groene Wandeling" (nummer 20), "In Salette" (nummer 66), "De Nieuwe Linde" (nummer 82) en "De Gaze" (nummer 83), waarvan de uitbatingen reeds in de loop van de eerste helft van de 20ste eeuw worden stopgezet.

In 1927 wordt aan de straat de mechanische weverij "Flandria", later gekend als "NV West-Flandria", opgericht door onder meer de gebroeders Emile en Leo Thiers en Gerard Van Wonterghem. Wanneer de zaak reeds in 1934 failliet gaat, koopt de voormalige directeur Georges Vandendriessche de fabriek op die vanaf 1936 gekend is als "NV Lijnwaadweverij Georges Vandendriessche" (zie nummer 15). In 1941 laat hij naast de fabriek een villa bouwen (zie nummer  17). Door bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog is er lichte schade aan zowel de weverij als aan het gasgesticht. In 1948 sluit de weverij definitief. In het begin van de jaren 1960 breekt brand uit in de verlaten magazijnen die naderhand tot woningen worden omgebouwd. De gewezen weverij wordt in 1973 verkocht aan het anodisatiebedrijf (oppervlaktebehandeling van aluminium) van Arsène Claerhout; de grond vóór de fabriek wordt verkaveld.

In 1969 wordt ter uitbreiding van het Koninklijk Atheneum, tot dan ondergebracht in de Gruuthusestraat (zie Gruuthusestraat nummer 92), een nieuw schoolcomplex opgetrokken op een terrein aan de noordelijke hoek met de Feestewegel dat zich uitstrekt tot aan de Stationstraat, thans deel uitmakend van "Campus De Reynaert" (zie Feestewegel zonder nummer, Stationstraat nummer 65).  Voorheen ligt aan de zuidoostzijde van de Wittestraat een grote boomgaard, verkaveld in de jaren 1990 als deel van de wijk "De Varent".

Voornamelijk woonfunctie. In noordelijk deel van de straat, grotendeels aaneengesloten bebouwing daterend uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Doorsneewoonhuizen van een à twee bouwlagen onder pannen zadel- of mansardedaken. Aanvullende bebouwing uit de tweede helft van de 20ste eeuw, onder meer tegen de spoorlijn aan met achteruitspringende rooilijn en voortuinen; onder meer nummer 114 met rondboognisje waarin beeld van Sint-Jozef en Kind.

Restanten van eenlaagsbebouwing onder zadel- of mansardebedaking daterend uit circa het eerste kwart van de 20ste eeuw, al dan niet met oudere 19de-eeuwse kern, onder meer nummers 25-27, 28-32, 40-44, 55-57, 68-80. Nummers 28-32 en 40-44 maken deel uit van enkele woonhuizen die de Tieltse klompenmaker en -handelaar Isidoor Verhelle laat optrekken in 1902. Nummers 68-80 is een huizenrij gebouwd in opdracht van winkelier Constant Heytens in 1903, waarvan enkele in de loop der tijd vernieuwd zijn met onder meer een nieuw parement.

Veelal gerenoveerde woonhuizen waarvan parement voorzien van geschilderde (sier-)cementering; nummers 40, 44, 57 met geschilderd bakstenen parement en aflijnende tandfries; nummers 25-27, 72 met imitatiebanden; nummer 74 met schijnvoegwerk. Muurankers bij nummers 28-32 en nummers 40-44. Rechthoekige of getoogde muuropeningen, bij nummer 72 in vlak gepleisterde omlijstingen voorzien van zwaar uitgewerkte sluitsteen. Nummer 80 met witgeschilderd voegwerk en vlak gepleisterde omlijstingen omheen segmentboogopeningen. Sporadisch bewaard houtwerk, onder meer met grote roedeverdeling (nummer 27) en schuiframen (nummers 28, 30). Nieuwe luiken bij nummer 25. Nieuwe dakkapellen bij nummers 28-32, 40-44, 72, 74, 80.

Aanvullende interbellumbebouwing, onder meer woonhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen met roodbakstenen parement en verwerking van gele baksteen voor onder meer banden, strekstenen en fries. Nummer 4, enkelhuis onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen) met muuropeningen op begane grond onder ijzeren I-profiel met rozetbouten waarboven korfboogveld; rechthoekige bovenvensters in simili-omlijsting. Deels bewaard houtwerk, onder meer driedelige vensters waarin gekleurd glas in lood. Deur onder rechte luifel met bovenlicht.

Nummers 16-18, samenstel van twee woonhuizen onder afgewolfd schilddak (nok loodrecht op straat; nummer 16: leien, nummer 18: mechanische pannen), daterend van 1930. Nummer 18 met plint in siercementering. Muuropeningen met afgeschuinde hoeken.
Nummers 62-64, samenstel van twee woonhuizen in spiegelbeeldschema met modernistische inslag, volgens kadaster gebouwd in 1934. Lijstgevel met geelbruin bakstenen parement en gebruik van roodbruine baksteen voor zijmuren van inkom en vooruitspringende benedenerker met doorgetrokken hoekpenant; aansluitend zijbalkon met buisleuning in tweede bouwlaag. Witgeschilderde lateien boven muuropeningen.
Nummer 15, resterend fabriekscomplex van de voormalige weverij "West-Flandria". Groot eenlagig bakstenen complex onder pannen zaagtanddaken met doorlopende daklichten. Nummer 50, schoolpaviljoen van de Basisschool behorend bij het Koninklijk Atheneum, gelegen in beboomd terrein op de noordelijke hoek met de Feestewegel.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen , 207 : Mutatieschetsen, Tielt, Afdeling 3, 1841/8, 1903/17, 1904/27, 1930/67, 1931/37, 1934/33.
  • 1918-1978 Het verhaal van de bevrijding, Tielt, vier jaar bezetting 1914-1918, in De Gazette van Tielt, jg. 2, nr. 2, 1978.
  • BRYS J., Geschiedenis der O.L.Vrouwparochie te Tielt (1913-1963), s.l., s.d., p. 21.
  • DE GRYSE P., Tielt graag gezien, Aarsele-Kanegem-Schuiferskapelle-Tielt, Tielt, 2003, nr. 145.
  • DESMET G.; DEVRIENDT J., Het godsdienstig leven te Tielt in het verleden en op heden, Geschiedkundige gegevens & samenstelling van den historischen stoet, Tielt, 1938, p. 28.
  • Gids voor Groot-Tielt 1987, Tielt, 1987, p. 209.
  • HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 245.
  • MAES A.; VANDEPITTE P., Woonhuizen. Onbewust monumenten, Tielt, 1990, p. 22-23.
  • OSTYN R., Historische stedenatlas van België, Tielt, Brussel, 1993, p. 82, 85.
  • OSTYN R., Kroniek van 40 jaar Rijksonderwijs in Tielt, Tielt, 1988.
  • RAVYTS K.; STRUYVE P., Het Tieltse 1940-1945, Bedreigd Bezet Bevrijd, Tielt, 1995, p. 39.
  • VANDEPITTE P., Van Thielt tot Tielt, Tielt, 1975, nrs. 11, 44, 63.
  • VANRENTERGHEM B., De Congregatie van de Zusters van t' Geloof, Bakermat in Tielt, verspreiding en evolutie, onuitgegeven studie, 2000-2001, p. 43.
  • VERBRUGGE J., Kerken, kapellen, veldkapellen en devotiekruisen in Tielt, Tielt, s.d.
  • VERBRUGGE J., Tieltse caférijkdom. Een overzicht van cafés en uitbaters tussen 1900 en 1980, in De Roede van Tielt, jg. 11, nr. 2-3-4, 1980, p. 183-184.
  • VERBRUGGE J., Tielt, textielstad (Deel 2: twintigste eeuw), in De Roede van Tielt, jg. 21, nr. 2-3, 1990, p. 49, 67-69.
  • VERSCHUERE P., De Zusters van 't Geloove, Tielt, 1941, p. 62-63.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Gasfabriek met directeurswoning en tuin

  • Omvat
    Villa Sneeuwwitje met tuin

  • Is deel van
    Tielt


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Wittestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/10872 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.