Straat in het centrum van Torhout met een recht tracé tussen het kruispunt Conscienceplein/ Stationsstraat en dat van Bassinstraat/ Elisabethlaan.
De benaming Boeiaardstraat gaat wellicht terug op een verbastering van "boiaert" of boomgaard en komt voor het eerst voor in de 18de eeuw (1796 "Boyaert", 1798 "Bogaert"). In 1846 heet de straat "Bogaertstraat" en in 1901 (zie mutatieschets kadaster) en 1912 "Boomgaardstraat". Tijdens de middeleeuwse jaarmarktperiode (11de-13de eeuw) sluit de straat de oude marktstructuur aan de oostelijke zijde af. Vermoedelijk is de straat onverhard - ze is als dusdanig niet aangeduid op de Ferrariskaart van 1770-1778 - en vormt ze eerder een kleine verbinding tussen de voormalige Ganzestraat (verdwenen straat parallel met huidige Stationsstraat) met de kapittelgronden (verdwenen in de late 19de eeuw met de aanleg van de Stationsstraat en de uitbreiding van het Sint-Vincentiusinstituut) en de verbinding naar het zuiden (Lichtervelde- en Bollestraat).
Vanaf circa 1780 en het einde van de 19de eeuw wordt dit grote, onbebouwde perceel van circa 2,5 hectare tussen de huidige Elisabethlaan en de Zuidstraat verkaveld en toegebouwd. In 1848-1850 wordt de straat voor het eerst gekasseid.
Eind jaren 1840 wordt op de hoek met de Vestingbeek en de 'Bassin' (zie Bassinstraat) de zogenaamde "Boeiaardmolen", een achtkantige stenen korenwindmolen opgetrokken. Na verwijdering van de wieken in 1869, blijft de romp bewaard tot de Eerste Wereldoorlog. In de bijgebouwen komt einde 19de eeuw de smidse van baskuulmaker Lamaire. Daarnaast hebben de baskuulmakersfamilie Nolf, schrijnwerker Verlinde (zie infra, Boeiaardstraat nummer 8) en de drukkerij "de Torhoutse Bode" (van 1912 tot 1996) hun gebouwen in de Boeiaardstraat. Op de hoek van de straat vestigt zich circa 1927 ook de mosterdfabriek Wostyn (zie Conscienceplein nummer 7/ Boeiaardstraat) met productie in het industrieel pand Boeiaardstraat nummer 1. Dit gebouw zou als vlasbedrijf oorspronkelijk dateren van circa 1903 en is op vandaag verbouwd tot woongelegenheden.
Palend aan de Boeiaardstraat enerzijds en de Hofstraat anderzijds was de "Hof de Brouckère" jarenlang een quasi gesloten perceel in de Torhoutse binnenstad. Op de Atlas der Buurtwegen (1846) is de west- of linkerzijde van de Boeiaardstraat nog quasi onbebouwd. Hierin komt verandering met de aanleg van het nieuwe Vredegerecht (zie Conscienceplein nummer 1) en het Conscienceplein, vanaf circa 1870.
Het straatbeeld wordt gemarkeerd door een aaneengesloten bebouwing van kleine burgerhuizen en grotere herenhuizen. Het begin van de straat wordt gekenmerkt door het hoekpand van Mosterd Wostyn (zie Conscienceplein nummer 7). Onder meer nummer 3: pand uit de jaren 1930 met typische belettering "COIFFEUR". Voorts verzorgde architectuur uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Eenvoudige lijstgevels met markerende banden en strekken van (gele) sierbaksteen: onder meer nummer 2 (zie infra), nummer 4 (zie infra), nummer 12, nummer 14 (met jaarsteen van 1927, zie infra), nummer 19 (met jaarsteen van 1922, zie infra), nummer 31, nummer 37 (met vernieuwd houtwerk en hedendaagse uitbouw van het mansardedak). Panden met witbeschilderde gecementeerde banden: nummers 22, 24, deels bewaard houtwerk, laatstgenoemd nummer met bewaarde beglaasde vleugeldeur met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Tevens beschilderde en bepleisterde panden met imitatievoegen: nummers 26-28 (zie infra), nummer 36 (zie infra). Tevens roodbakstenen panden met breed dakvenster opgevat als tuitgevel (nummer 8, zie infra) of trapgevel (nummer 35, zie infra). Gecementeerde of beraapte lijstgevels met art-decogetinte elementen in de vensteromlijstingen: nummers 40-42 (zie infra), nummer 48. Tevens een aantal handels- en nijverheidspanden, onder meer nummers 32-34 met poort en laadvenster (zie foto bij straatinleiding).
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 223: Kadastrale legger, Torhout, 1901/108.
- MESTDAGH M., Archief beelden Torhout, Gent, 2002, p. 84.
- MESTDAGH M., Torhout. De geschiedenis van een stad, Torhout, 2000, p. 94-95.