Straat met een recht tracé in het centrum van Torhout, vanaf het kruispunt Wollestraat/ Ravenhofstraat/ Blekerijstraat, doodlopend over de Karel de Ghelderelaan. Straat met een recht tracé en een min of meer aaneengesloten bebouwing.
Gaat terug op het tracé van de "Kortemarkwegel". Vanaf 1869 krijgt de straat de benaming "Nijverheidsstraat" (volgens het kadaster wordt er ter hoogte van de "Cortemarcq wegel" in 1870 een weg aangelegd) naar de in 1863 opgerichte vlaszwingelarij-linnenfabriek (langs de toenmalige Kortemarkwegel) van de liberale dokter René Van Oye en later de familie Couppé. Van Oye bouwt tevens tussen 1850 en 1874 een aantal woningen voor zijn arbeiders, in de volksmond zogenaamd "Van Oye's reke" (zie infra, Eugeen Van Oyestraat nummers 9, 37, 39, 45-47, 58). René Van Oye koopt ca. 1840 het nabijgelegen domein zogenaamd "Ravenhof" (zie Ravenhofstraat nummer 5).
In 1892-1895 delocaliseert de genoemde linnenfabriek uit Torhout naar het Noord-Franse Halluin: de douanekosten voor export naar Frankrijk zijn te hoog. Deze verhuis veroorzaakt een grote pendelbeweging van Torhoutse dagloners naar Noord-Frankrijk. In 1906 koopt Oscar Hostyn het "Ravenhof" en de vroegere fabrieksgebouwen en richt er zijn schoenfabriekje (voorheen aan het Conscienceplein) in. Later wordt het bedrijf verdergezet door zijn weduwe, ook na haar huwelijk met Amedée Couppé. De schoenfabriek blijft in werking tot 1951. Na 1960 verkrot het domein (zie Ravenhofstraat nummer 5) en de bedrijfsgebouwen van de familie Couppé. In 1989 wordt het domein verkocht aan het stadsbestuur, op de plaats van de bedrijfsgebouwen wordt in 1991-1992 de openbare bibliotheek gebouwd (zie Ravenhofstraat/ Nieuwstraat).
In 1926 verandert de straatnaam in Eugeen Van Oyestraat naar de in dat jaar overleden Eugeen Van Oye (Torhout, 1840-Gistel, 1926), een belangrijke persoon in de literatuur- en flamingantische geschiedenis van Torhout en Oostende. Zoon van René en Delfina Ossieur (tante van Karel de Gheldere). Als leerling aan het Roeselaarse Klein Seminarie krijgt hij in 1854-1858 les van Guido Gezelle. Na het afspringen van een priesterroeping bij Van Oye vertroebelt hun vriendschap. Eugeen keert naar Torhout terug en volgt in 1859-1860 les aan de Torhoutse landbouwschool. Tijdens zijn studies medicijnen in Leuven, schrijft hij gedichten, maakt muziek en wordt secretaris van een flamingantisch studentengenootschap. Na een mislukking slaagt hij in 1870 voor zijn doctoraal examen te Gent. In september van dat jaar vertrekt hij met het Rode Kruis en de Anglo-Belgian Ambulance naar de Noord-Franse slagvelden van de Frans-Duitse oorlog. In 1871 vestigt hij zich als arts in Oostende, alwaar hij gedichten, toneelstukken, artikels en populariserende medische werken publiceert. Hij werkt samen met de componisten Peter Benoit, Hendrik Waelput en Karel Mestdagh. De uitgave van zijn dichtbundel "Morgenschemer" in 1874 brengt hem opnieuw in contact met Gezelle. Te Oostende voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond en diverse dichtbundels. Medewerker van het Brusselse tijdschrift "Germania" (1898) dat hechte banden tussen Vlamingen en Duitsers nastreeft. Tijdens de Eerste Wereldoorlog sympathiseert hij met het activisme. Na de oorlog wordt hij hiervan door toedoen van zijn vriend Hugo Verriest vrijgesproken (proza "Mijn gevangenis" 1923). Wel wordt Van Oye uit zijn diverse ambten ontslagen.
Het straatbeeld van de smalle Eugeen Van Oyestraat wordt nog grotendeels getypeerd door arbeidershuizen die nog deels dateren uit 1850-1874 en gebouwd werden door René van Oye, de zogenaamde "Van Oye's reke". Via kadasteronderzoek kan de datering van Eugeen Van Oyestraat nummers 37, 39 en 45-47 echter in de jaren 1860 geplaatst worden, zie infra. In oorsprong aaneengesloten, uniforme rijen van arbeidershuizen van twee traveeën en anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldaken. Vandaag is het straatbeeld minder uniform door nieuwbouw, beschilderde (nummer 9, zie infra), gecementeerde (cementering of granitobepleistering vanaf de jaren 1920, nummers 4-6, nummer 58, zie infra) en vernieuwde parementen/ gewijzigde muuropeningen. Alle huizen waren aanvankelijk voorzien van een kleine koer met berging. Nummers 14-16 is een samenstel van arbeidershuizen (met een vernieuwd parement) uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, parement van rode baksteen met geelbakstenen banden, getoogde muuropeningen met deels bewaard houtwerk, gootlijst op klossen.
Het begin van de straat wordt getypeerd door een recente eengezinswoning van 1996 naar ontwerp van architect Gino Debruyne (Brugge) (Ravenhofstraat nummer 11/ Eugeen Van Oyestraat, zie straatinleiding).
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MOEYKENS S. & CALLENS T. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Torhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL28, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Arbeiderswoning
Omvat
Arbeiderswoning
Is deel van
Torhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eugeen Van Oyestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/11004 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Torhout
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.