Straat in het centrum van Torhout. Licht geknikt tracé van de Oostendestraat tot aan de Aartrijkestraat. De oudste vermelding van de straatnaam zou dateren van 1388 en verwijst naar de "plaats waar de graaf verbleef tijdens Torhoutse jaarmarkten" (periode 11de-13de eeuw).

Deze onverharde, onbebouwde weg wordt in 1868-1869 gekasseid. De weg fungeerde als een makkelijke doorsteek tussen Bruggestraat, Aartrijkestraat en Oostendestraat. Na het kasseien van de straat krijgt de westzijde van de straat geleidelijk aan een dicht bebouwd karakter, en krijgt de straat zijn huidige benaming. De oostzijde van de straat wordt daarentegen tot op vandaag gekenmerkt door het groene domein van de "site 's Gravenwinkel" (zie Fraeysstraat nummer 3) en de tuin van de familie Fraeys, het huidige "Park de Brouckere" (zie infra, 's Gravenwinkelstraat nummer 5).
De westzijde van de straat wordt gekenmerkt door een huizenrij gebouwd vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw. Nummer 16 is een gaaf bewaard voorbeeld van een laat 19de-eeuws, roodbakstenen breedhuis van twee bouwlagen onder pannen zadeldak, oorspronkelijk deel uitmakend van een samenstel. De meeste panden dateren echter uit de eerste helft van de 20ste eeuw: traditionele breedhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak, parementen van rode of bruine sierbaksteen. Een aantal van deze panden hebben een meer geprononceerd gevelfront met erkers en balkons, doch grotendeels vernieuwd houtwerk: nummer 60 van 1938 naar ontwerp van architect Jan Callant (Beernem) en nummer 62 van 1937 (zie foto bij straatinleiding). Nummer 44 – de 'eigen woning' van architect Léon Derre van 1937 – vormt de meest uitgesproken en meest gaaf bewaarde interbellumwoning van deze straat (zie infra, 's Gravenwinkelstraat nummer 44).