Doodlopende straat met in het midden klein pleintje, gelegen in de driehoek Werkenstraat/ Oostendestraat/ Vredelaan. Wijk met gekoppelde woningbouw door de samenwerkende bouwmaatschappij "De Mandel", na de Tweede Wereldoorlog. Gaat terug op het oude gehucht zogenaamd "Kwartier Leopold", ook wel de "Mokkerhoek" of de "Trompette" genoemd, een arbeiderswijk met lage huisjes en veel herbergen. Dit kwartier had een slechte naam. Bruno spreekt in zijn "Torhout rond 1900" over leurders, schooiers, schareslijpers, messenvechters en logieshuizen. Dit gehucht is ontstaan in de tweede helft van de 19de eeuw op de splitsing van Oostende- en Werkenstraat. Naamgeving naar koning Leopold II (koning van 1865 tot 1909) die meerdere malen het kasteel van Wijnendale (zie Oostendestraat nummers 390-396) informeel bezocht. In 1873 wordt het "kwartier Leopold" door de stad grondig gesaneerd naar aanleiding van een bezoek van de koning.

In 1946 treedt Torhout toe tot de samenwerkende bouwmaatschappij "De Mandel" uit Roeselare, met als doelstelling het bouwen van voldoende betaalbare eengezinswoningen. Zo verdwijnt na de Tweede Wereldoorlog de oude volksbuurt ten voordele van een witgeschilderde eenheidsarchitectuur uit de jaren 1940-1950 (inplanting vermoedelijk wel op andere plaats). Straatbedekking van zeshoekige plavuizen, straat van voetpaden gescheiden door hagen en bomen, voortuintjes met lage muurtjes en hagen. Twee types samenstellen: een eerste samenstel van twee huizen, twee bouwlagen onder pannen zadeldak, gevat tussen aandaken, rondboogdeuren en brede rechthoekige muuropeningen; het tweede type telt vier woningen onder pannen schilddak, getoogde deur in een geriemde omlijsting van gesinterde baksteen.