Smalle centrumstraat met een quasi recht tracé vanaf de Markt tot aan de Oostendestraat. Wordt gekruist door de Ravenhofstraat en de Hoedenmakersstraat, ten oosten sluit haaks de Putstraat aan op de Nieuwstraat.
De huidige Nieuwstraat is gegroeid uit een voetwegel tussen Zuidstraat en Oostendestraat waarlangs men na 1770 huizen begint te bouwen, vandaar de benaming "nieuwe straete" sinds de late 18de eeuw. In de 19de eeuw wordt de straat geteisterd door overstromingen ten gevolge van de ligging tussen de stadsveste ten westen en de Winkelput ten oosten. De benaming "Winkelput" voor de buurt gaat terug op de middeleeuwse stadsvijver. Rond 1700 is er enkel nog een kleine, vrij diepe waterput op de hoek Put- en Nieuwstraat.
In 1866-1870 komt aan de waterproblemen een einde door aanpassingswerken op particulier initiatief, waardoor de Nieuwstraat zich ontwikkelt als een nieuw industrieel gebied: de juteweverij Bartholomeus van 1877, de bascuulateliers van Robbe en Van Audenhove, de linnenweverij van Oye (zie Eugeen Van Oyestraat/ Ravenhofstraat) en de "brouwerij Sint-Arnoldus" van de familie Denys.
De Wervikse textielfamilie Bartholomeus vestigt zich op het einde van de 18de eeuw eerst op de Wollemarkt en later aan de Zuidstraat. Na de Eerste Wereldoorlog wordt de weverij omgebouwd tot tapijtenweverij. De brouwerijgebouwen Denys worden vanaf 1919 ingericht als bakkerij, midden de jaren 1990 worden de gebouwen gesloopt. Enkel van de weverij Bartholomeus rest nog een achter de huizen gelegen roodbakstenen fabrieksgebouw uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Reeds in 1924 wordt deze smalle straat omgevormd voor éénrichtingsverkeer. Na de Tweede Wereldoorlog worden de meeste werkplaatsen - met uitzondering van de tapijtenfabriek Bartholomeus - verplaatst naar de ambachtelijke zones aan de stadsrand. In de daaropvolgende decennia kent de straat verval, tot ze vanaf 1985 opgenomen wordt in het stadsrenovatieproject zogenaamd "Winkelputproject" (zie Putstraat).
Het straatbeeld wordt op vandaag nog grotendeels gekenmerkt door een aaneengesloten lintbebouwing uit de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw: breedhuizen van anderhalve, twee of twee en een halve bouwlagen onder pannen zadeldaken. Een aantal beschilderde gecementeerde of bepleisterde lijstgevels hebben een sterk verbouwde begane grond: nummers 28, 38, 40-42 (zie infra, Nieuwstraat nummers 40-42), 64. Nummer 64 heeft een gaaf bewaarde bovenverdieping met rechthoekige vensters met afgeronde bovenhoeken in een geriemde omlijsting met sierlijk uitgewerkte sluitsteen; gaaf bewaard beschilderd 19de-eeuws houtwerk met T-indeling en grote roedeverdeling en ijzeren balustrade (zie foto bij straatinleiding).
Een beeldbepalende 19de-eeuwse stadspomp is bewaard (zie infra, Nieuwstraat zonder nummer).
Sociaal appartementsgebouw zogenaamd "Ten Scake", in 2003 (inhuldiging) gebouwd door de sociale bouwmaatschappij "De Mandel" naar ontwerp van Architectenbureau Ceenaeme & Neels; benaming teruggaand op herbergnaam reeds bekend in 1316. Winkelputproject op de hoek met de Putstraat.
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MOEYKENS S. & CALLENS T. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Torhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL28, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Stadspomp van 1868
Omvat
Winkel
Omvat
Winkel
Is deel van
Torhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nieuwstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/11049 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Torhout
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.