Landelijke weg met een kronkelend doodlopend tracé ten noorden van de Kortemarkstraat. De naamgeving gaat terug op het toponiem "Sleering", ook "Slârin" genoemd, dat voor de eerste maal voorkomt in 1660. Het toponiem "Sleerinstraat" komt pas voor het eerst voor in 1901 (zie K. De Flou). Het tracé van de straat is deels aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) waarop het doorloopt tot de Voshoekstraat.
Verspreide hoevebouw, onder meer nummer 5 (zie infra, Slarinweg nummer 5), een in kern 19de-eeuwse hoeve, nummer 7 met boerenhuis van 1908 - zie jaarsteen boven de deur – met strekken en banden van gele baksteen (verbouwde nutsgebouwen), en nummer 9 met huis met geïncorporeerde stalling en rechts aansluitend ovenhuisje (jaarankers uitbreiding "1902" ?) en achterliggende dwarsschuur.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, deel 14, 1933, kolom 849-850.
MESTDAGH M., Torhout. De geschiedenis van een stad, Torhout, 2000, p. 173.
Bron: VANNESTE P. met medewerking van MOEYKENS S. & CALLENS T. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Torhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL28, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)