Teksten van Britselei

https://id.erfgoed.net/themas/11125

Britselei ()

De Britselei maakt deel uit van de leiengordel die in 1866-1868 werd aangelegd op het tracé van de Spaanse vestingen dat de historische binnenstad van Antwerpen omgordde. In 1866 werden deze vestingmuren geslecht; op de vrijgekomen gronden werden brede boulevards aangelegd. De belendende bouwblokken werden verkaveld voor de bouw van heren- en burgerhuizen. In 1868 kreeg het gedeelte tussen de Mechelsesteenweg en de Kasteelpleinstraat de naam "Marie-Henrietteboulevard" en een paar maanden later al "Nijverheidslei". In 1919 werd de lei nogmaals herdoopt tot Britselei. Zoals alle leien omheen de binnenstad is dat een naam ter ere van een tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de geallieerden aangesloten staat.

De leien werden opgevat als centrale lanen van in totaal zestig meter breed, bestaande uit een hoofdweg die door bomenrijen van parallelle wegen is gescheiden. Het was de bedoeling om deze straten als echte boulevards uit te bouwen, met verzorgde façades en een aantal prestigieuze openbare gebouwen. Uit de eerste bouwfase van de Britselei, namelijk de jaren 1860 tot 1880, zijn vooral neoclassicistische burgerhuizen van het standaard 19de-eeuwse type bewaard, namelijk drie traveeën en drie bouwlagen tellende onder een zadeldak. Deze woningen werden gebouwd door winkeliers, handelaars, investeerders enz. Een voorbeeld van een eind-19de-eeuwse cafépand met appartementen op de verdiepingen vinden we naast het Justitiepaleis op nummer 53, "les Brasseurs". Een aantal meer prestigieuze herenhuizen steken boven deze standaardtypologie uit. Zo zijn er twee herenwoningen bewaard gebouwd op hoekpercelen, met bijgebouwen die via de tuinmuur in de zijstraat te bereiken waren. Vooreerst is er de woning Bovie-Schilders, een ontwerp uit 1869 door Henry Redig dat als monument is beschermd. Verder is er de woning Leclair, een herenwoning van hetzelfde type, maar minder gaaf bewaard. Van de herenwoningen met de typische centrale balkons op de bel-etage die we op de Frankrijklei nog vaak zien, is slechts één voorbeeld bewaard, een ontwerp van 1876 door L. Van Opstal voor Van der Stucken.

De Britselei wordt aan beide zijden gemarkeerd door monumentale openbare gebouwen. Aan het zuidelijke uiteinde werd in 1874 het neorenaissancistische Justitiepaleis gebouwd, een ontwerp van Lodewijk en Frans Baeckelmans. Ten noorden wordt de Britselei begrensd door de Mechelsesteenweg, een punt dat door de Nationale Bank onmiddellijk herkenbaar is. Dit gebouw dateert van 1877 en is een ontwerp van Hendrik Beyaert.

Van kort vóór de Eerste Wereldoorlog dateert het eerste appartementsgebouw dat op de leien werd opgetrokken, de "Residentie Carlier", een elegant ontwerp in art-nouveaustijl door Jos. Goeyvaerts uit 1913. Tijdens het interbellum bleef het aantal hoogbouwcomplexen op de Britselei beperkt tot een viertal, met als belangrijkste de standingvolle "Résidence Britannia" door Léon Stynen uit 1935. Tot de doorsnee-architectuur uit deze periode behoort het bescheiden appartementsgebouw op nummer 62, in 1936 ontworpen door Paul Smekens in opdracht van Madeleine Picard. De naoorlogse periode was minder ingrijpend voor de bebouwing van de Britselei, in vergelijking met de ravage op Frankrijklei en Italiëlei. Op de hoeken van de Kiliaanstraat die door een bominslag grotendeels was verwoest, bouwde Marc Segers kort na de Tweede Wereldoorlog twee van de meest opvallende flatgebouwen uit deze periode. Vooral het ontwerp van de "Résidence Hermitage" uit 1948 onderscheidt zich door een ongebruikelijke inplanting met voorhof, en een vormgeving van een eigentijdse monumentale allure. De "Mayfair Residence" op nummer 6, een vastgoedproject van de bouwpromotor en -ondernemer Amelinckx vertolkt dan weer de dominante conformistische strekking en standaardtypologie binnen de naoorlogse architectuur, zoals overigens het merendeel van de nieuwbouwprojecten op de Britselei.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#4470 (nummer 62) en 18#29721 (nummer 6).

Auteurs:  Hooft, Elise; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. & Braeken J. 2013: Britselei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/146076 (geraadpleegd op ).


Britselei (oneven zijde) ()

Enkel onpare zijde opgenomen in deze beschrijving.

Tussen Mechelse Steenweg en Kasteelpleinstraat. In 1866 aangelegd op de gewezen krijgs- en vestinggronden van de voormalige Spaanse wallen. Aanvankelijk Marie-Henrietteboulevard, daarna Nijverheidslei (respectievelijk 8 augustus en 28 november 1868) en tenslotte Britse Lei (1919) naar de Britse bondgenoot uit de Eerste Wereldoorlog (zie Amerika-, Frankrijk- en Italiëlei).

Belangrijke verkeersader met drie rijbanen en twee beboomde tussenbermen (platanen) met fietspad en wandelstrook. De typische bebouwing van neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels van het enkelhuistype uit laatste kwart 19de eeuw, doorgaans drie traveeën, drie bouwlagen en zadeldak, werd vanaf de jaren '60 onderbroken door flatgebouwen en kantoren.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 1989: Britselei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113407 (geraadpleegd op ).


Britselei (even zijde) ()

Enkel pare zijde opgenomen in deze beschrijving.

Tussen Mechelsesteenweg en Kasteelpleinstraat. In 1866 aangelegd op de gewezen krijgs- en vestingsgronden van de voormalige Spaanse wallen. Aanvankelijk "Marie-Henrietteboulevard" daarna "Nijverheidslei" (respectievelijk 8 augustus en 28 november 1868) en tenslotte "Britselei" (1919) naar de Britse bondgenoot uit de Eerste Wereldoorlog (zie Amerika-, Frankrijk- en Italiëlei).

Belangrijke verkeersader met drie rijbanen en twee beboomde tussenbermen (platanen) met fietspad en wandelstrook. Typische bebouwing van neoclassicistische bepleisterde, beschilderde lijstgevels van het enkelhuistype uit laatste kwart 19de eeuw, doorgaans van drie traveeën, drie bouwlagen en zadeldak. Uitzonderingen zijn de nummers 14, 16 en 66 met vier traveeën; de nummers 14 en 16 neorococo uit eerste kwart 20e eeuw, het nummer 48 art deco uit de jaren 1930. De begane grond is in de regel versierd met bossagewerk, de verdiepingen met lijst- en paneelwerk, al dan niet verrijkt met balusters voor de borstweringen (34, 64, 70, 72, 74, 76-78). Middentravee verlevendigd met één of twee licht variërende balkons (14, 16, 24, 30, 32, 34, 36, 48, 52, 64, afgebroken op de 66 en 70, 72, 74 en 80) waardoor sterke reliëfwerking in het straatbeeld. Gevelbekroning met houten kroonlijst op klossen, consoles en tandlijst. Rechthoekige of steekboogvormige muuropeningen in geriemde omlijsting met oren en versierde sleutel (14, 16, 34, 36, 44, 70, 72, 74). De tussenliggende panden - flatgebouwen en kantoren - dateren bijna alle van na 1960.

  • Nummer 34. Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1901, Modern Archief 20.362, dossier 930 naar ontwerp van J.B. Vereecken.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Britselei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/112850 (geraadpleegd op ).