Tussen Van Meterenkaai en Falconplein, aanvankelijk "Eerste Vliet" genoemd.

Straat genoemd naar de gracht die rond 1410 samen met de Ankerrui en de Oude Leeuwenrui gegraven werd als vestinggracht van de vierde stadsvergroting. De stadsgracht, gedempt rond 1880, was indertijd ten westen begrensd door de Eerste of Brouwersbrug en ten oosten door de Cisterne- of Pisternebrug; aanvankelijk was er alleen aan de noordzijde een doorlopende kaaiweg ter hoogte van de Rouaanse Vliet van aan de Brouwersbrug tot de Kriekenstraat (nu nog steeds Rouaanse kaai). Op de Brouwersvliet gaven verscheidene brouwerijen uit.

Thans brede baan van twee rijvakken gescheiden door een parkeerstrook met fietspad en een dubbele rij platanen. Noordzijde bebouwd met magazijnen en op de hoek met het Van Schoonbekeplein afgesloten door een moderne hoge bouw. Zuidzijde met 19de- en 20ste-eeuwse bebouwing beginnend met een indrukwekkend bakstenen complex (nummer 6) in middeleeuwse stijl (rond 1900). Voorts bepleisterde en beschilderde (nummers 12, 14, 22-24-26, 32-34 en 38) of bakstenen (nummers 40-42) lijstgevels van drie à vier traveeën en drie of vier verdiepingen opgehoogd met bossages (nummer 12), lijsten, panelen of opengewerkte borstweringen en balkons: rechthoekige vensters soms geaccentueed door gebogen (nummer 32-34) of driehoekige (nummer 12) frontons; enkele bewaarde neo-classisistische houten winkelpuien (nummers 22-24, 40 en 42).