Teksten van Italiëlei

https://id.erfgoed.net/themas/11153

Italiëlei ()

De Italiëlei maakt deel uit van de leiengordel die in 1866-1868 werd aangelegd op het tracé van de Spaanse vestingen dat de historische binnenstad van Antwerpen omgordde. In 1866 werden de vestingmuren geslecht; op de vrijgekomen gronden werden brede boulevards aangelegd. De belendende bouwblokken werden verkaveld voor de bouw van heren- en burgerhuizen. In 1868 kreeg het gedeelte tussen de Kipdorpbrug en Noorderplaats de naam "Handelsboulevard" en een paar maanden later al "Handelslei". In 1919 werd de lei nogmaals herdoopt tot Italiëlei. Zoals alle leien omheen de binnenstad is dat een naam ter ere van een tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de geallieerden aangesloten staat.

De leien werden opgevat als centrale lanen van in totaal zestig meter breed, bestaande uit een hoofdweg die door bomenrijen van parallelle wegen is gescheiden. Het was de bedoeling om deze straten als echte boulevards uit te bouwen, met verzorgde façades en een aantal prestigieuze openbare gebouwen.

Uit de eerste bouwfase van de Italiëlei, namelijk de jaren 1860 tot 1880, zijn vooral neoclassicistische burgerhuizen van het standaard 19de-eeuwse type bewaard, namelijk drie traveeën en drie bouwlagen tellende onder een zadeldak. Deze woningen werden gebouwd door onder meer winkeliers, handelaars, investeerders. en kunnen op basis van de bouwdossiers vaak niet aan een bouwmeester of architect toegewezen worden. Op nummers 139-141 is een samenstel van twee woningen, oorspronkelijk in eenheidsbebouwing met dezelfde, doorlopende afwerking van de neoclassicistische gevels. Het pand werd rond 1869 gebouwd in opdracht van Rierens door aannemer Buisseret. Een voorbeeld van een burgerhuis met een minder courant voorkomende lage begane grond voor dienstruimtes en burelen staat op nummer 237 en werd gebouwd in opdracht van munitiefabrikant Ferdinand Corvilain naar ontwerp van architect Antoine Jean François Cuypers uit 1878. Bouwmeester Joseph Antoine Hompus zorgt op de Italiëlei voor twee van de standaard afwijkende lijstgevels, met een handelspand voor Chapman en Blanchard op nummer 54. Voor dezelfde Blanchard ontwierp hij op nummer 60 een second empire woning.

Imposante herenhuizen zijn net zoals op de Frankrijk- en de Britselei een vast onderdeel van het straatbeeld. Ook hier komen de namen L. Van Opstal en Heliodore Leclef naar boven als ontwerpers van dit statige type woning. Een minder gaaf bewaard voorbeeld op nummer 181 werd in 1873 ontworpen door architect Frans J.H. Bex voor G. Van Lerius-Moiana.

Eén herenwoning steekt er door zijn exuberante versieringen uit, namelijk nummer 179. Deze woning is de enige tot nu toe geïnventariseerde, bewaarde woning die door Joseph Martin Ryssens de Lauw werd ontworpen. Hij tekende de plannen van de woning voor scheepsbouwer en provincieraadslid Louis Retsin, die zich op deze plek vlakbij de haven kwam vestigen.

De leien waren de ideale plek voor de inplanting van grote openbare of religieuze gebouwen. Aan het einde van de Italiëlei, op de kruising met de Kipdorpbrug bevond zich tot de jaren 1960 de monumentale Vlaamse Schouwburg of Volksschouwburg, een theater in neorenaissancestijl naar een ontwerp door stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1865, gebouwd in 1869-1874. Hogerop werd in 1870 de Noorse Zeemanskerk ingewijd, de oudste nog dienstdoende zeemanskerk ter wereld. De Noorse Zeemanskerk is vandaag één van de drie nog actieve, pastorale zeemansmissies in Antwerpen, naast het "Antwerp Seafarer’s Centre", en de Finse Zeemanskerk, beide eveneens gelegen op de Italiëlei. In het bouwblok tussen Van Boendalestraat en Paardenmarkt bevindt zich de tuin van het kapucijnenklooster, op de Italiëlei afgesloten door een lage blinde tuinmuur. Het Koninklijke Stapelhuis dat met de achtergevels op de Italiëlei uitgaf, is afgebroken.

De bebouwing van de Italiëlei bleef tot het einde van het interbellum gaaf bewaard, op de bres na die voor de aanleg van de Waaslandtunnel werd geslagen. Enkele appartementsgebouwen, zoals de modernistische flat die Jan Segers in 1938-1939 door Ferdinand Peeters liet optrekken op nummer 191, zetten de toon voor de grondige transformatie die het straatbeeld in de naoorlogse periode zou ondergaan.

In de laatste oorlogsjaren werd de Italiëlei zwaarder dan de andere leien getroffen door bominslagen, die grote verwoestingen aanrichtten in het bouwblok tussen de Paardenmarkt en de Ankerrui. Hier bevindt zich een groep wederopbouwpanden, die nog aanleunt bij het gematigde modernisme van de late jaren 1930 of de dominante conformistische architectuurstrekking van de vroege jaren 1950 vertolken. Typische voorbeelden zijn de meergezinswoningen Schelkens door G. Traets uit 1945 op nummer 34, Van den Abbeele door Jos Willems uit 1946 op nummer 28, en Raymackers-Melaert door Jan Vanhoenacker uit 1948 op nummer 30.

Uit deze periode dateert ook de voormalige uitgeverij-drukkerij J.-E. Buschmann op nummer 26, een gebouw door Guido Derks uit 1953 gemarkeerd door een gevelreliëf met het logo en motto van het in 1842 opgerichte bedrijf: "Al wat de boschman plant gedije voor het land".

Een kenmerkend voorbeeld van de talrijke flatgebouwen die tijdens de jaren 1950 tot 1970 grote delen van de oorspronkelijke bebouwing vervingen, is de "Résidence Italia" op nummer 17-19, een vastgoedproject van bouwpromotor en -ondernemer Amelinckx, in 1953 ontworpen door een van zijn huisarchitecten E. Brioen.

Tot de interessantste naoorlogse realisaties behoort het handelscomplex van Metalen Galler door Léon Stynen en Paul De Meyer. Het kruispunt met de Kipdorpbrug en de Franklin Rooseveltplaats wordt vandaag gedomineerd door de 21 verdiepingen of 76 m hoge "Theaterbuilding" of Tijsmanstoren, gebouwd in 1965-1971 naar een ontwerp van Paul Tombeur en Jozef Fuyen uit 1964.

In de voortuin van het gebouw van het Ministerie van Financiën op de terreinen van de Koninklijke Stapelhuizen, staat het monumentale kunstwerk “Walhalla” opgesteld, een creatie van de beeldhouwer Luc Van Soom uit 1993.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1869 # 869 (nummer 139-141), 1878 # 632 (nummer 237), 1873 # 741 (nummer 181), 18 # 10925 (nummer 191), 18 # 19557 (nummer 34), 18 # 22151 (nummer 28), 18 # 24650 (nummer 30), 18 # 32081 (nummer 26), 18 # 38726 (nummer 17-19) en 18 # 47098 (Theaterbuilding).

Auteurs:  Hooft, Elise; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Italiëlei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/146118 (geraadpleegd op ).


Italiëlei (onpare zijde) ()

Tussen Kipdorpbrug en Noorderplaats, aangelegd volgens besluit van 1866 op de gesloopte Spaanse vesten. In 1868 "Handelsboulevard" later "Handelslei" genoemd; sedert 1919 "Italiëlei" naar het in de Eerste Wereldoorlog geallieerde Italië.

Drukke verkeersweg van drie rijstroken, gescheiden door met platanen beplante bermen met fietspad en parkeerstrook. Veelal moderne hoge bouw uit tweede helft 20ste eeuw met resten van de oorspronkelijke bebouwing uit tweede helft 19de eeuw; deze bestaat uit burger- en herenhuizen, meestal met bepleisterde en beschilderde lijstgevel met neoclassicistische stijlkenmerken, onder meer de nummers 9 tot 15, 67, 177, 181, 183, 209.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Italiëlei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113497 (geraadpleegd op ).


Italiëlei (pare zijde) ()

Tussen Kipdorpbrug en Noorderplaats, aangelegd volgens besluit van 1866 op de gesloopte Spaanse vesten. In 1868 "Handelsboulevard", later "Handelslei" genoemd: sinds 1919 "Italiëlei" naar het in de eerste wereldoorlog geallieerde Italië.

Drukke verkeersweg van drie rijstroken, gescheiden door met platanen beplante bermen met fietspad en parkeerstrook. Westelijke gevelwand beginnend met de achtergevels van het Koninklijk Stapelhuis en eindigend aan de Kipdorpbrug met de zogenaamde Theaterbuilding, gebouwd in 1965-71 naar ontwerp van architect T. Tombeur. Storende bres ter hoogte van de Tunnelplaats. Opvallend zijn de Noorse kerk (eerste helft 20e eeuw) en de lage blinde afsluitingsmuur van de kloostertuin van de kapucijnen (tussen nummer 9 en de hoek met de Van Boendalestraat).

Voorts veelal moderne hoge bouw met resten van de oorspronkelijke bebouwing uit tweede helft 19de eeuw, eerste kwart 20ste eeuw, waarvan de nummers 60 tot 68 en nummers 74 tot 80 nog aaneensluitende gehelen vormen. Bepleisterde en witgeschilderde (behalve 88: baksteenbouw met speklagen) neoclassicistische burgerhuizen met lijstgevels van drie of vier traveeën en drie bouwlagen op arduinen sokkels, meestal onder pannen zadeldaken, opgehoogd met imitatievoegen of -bossages op de hoge benedenverdieping. Sterke horizontale ritmering door de kordonvormende lekdrempels,verticaal accent door ingangsrisalieten (66, 88, 90 en 114). Nummers 16, 18, 20, 48, 54, 62, 66, 68, 74, 8, 90, 104 en 108 Gemarkeerd door fraaie balkons op bewerkte consoles met balusters of ijzeren leuningen. Overwegend rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen met hier en daar bewerkte sleutels en soms verrijkt met oren. Meestal hoge sober omlijste rechthoekige deuren, behalve de nummers 54, 82 en 90 met rondboogvormige. Klassieke gevelbeëindiging met een gelede architraaf, vlak of bewerkte fries, houten kroonlijst met tandlijst op klossen en/of consoles.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Italiëlei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/112881 (geraadpleegd op ).