Van de Huidevettersstraat naar de Wapper. Geopend na 1543 door Gilbert Van Schoonbeke op grond van de Refuge van de abdij van Baudelo; oorspronkelijke "Vaartstraat" (gaf uit op de Wappervaart); hiernaast bestond reeds vroeg de benaming "Jodenstraat". In de 16de eeuw bevond zich aan de noordzijde het klooster van de Onze-Lieve-Vrouwebroeders met ingang aan de Meir. Smal recht straatje, echter opengebroken tussen de nummers 5 en 11 en 19 en 31. Opvallend contract tussen de bebouwing van noord- en zuidzijde, laatstgenoemde met bewaarde oorspronkelijke pandenindeling, alsmede een gedeelte van de oorspronkelijke bebouwing, nummers 4 en 16, meestal in de 19de eeuw omgebouwd tot lijstgevels (nummers 6 en 32). Benevens enige goed bewaarde en drukker uitgewerkte gevels, als nummers 12, 20, 22, 34, 36 en 48, voornamelijk eenvoudige lijstgevels gemarkeerd door de rechthoekige vensters op dorpels en de afdekkende kroonlijsten; nummers 26, 28 (met erker op tweede bouwlaag), 30, 32, 34 en 36 vormen een gave aaneengesloten gevelwand met gelijke kroonlijsthoogte; eveneens kleinschalige nieuwe bouw. Aan de noordzijde is de oorspronkelijke bebouwing en pandenindeling totaal verdwenen (nummer 11 zogenaamd "den Brandt van Delft" naar Bokrijk overgebracht) en vervangen door grootschalige kantoorgebouwen en de achtergevels van het Sint-Jan Berchmansinstituut (onder meer neogotische kapel), waartussen bressen.