De Riemstraat is gelegen aan de oostelijke rand van het Zuid, tussen de Scheldestraat en de Kloosterstraat. De straat maakt deel uit van de oorspronkelijke verkaveling van het Zuid, zoals ontworpen in 1875. Ter hoogte van de Riemstraat, grenzend aan de Schelde, waren de scheepstimmerwerven gelegen die geopend werden ten tijde van Napoleon. De straat kreeg haar naam in 1876.
De bebouwing in de straat wordt volledig bepaald door haar ligging vlakbij de Schippersdokken en de Scheldekaaien, met een hele drukke havenactiviteit. In de straat zijn vooral eind-19de- en begin-20ste-eeuwse handelspanden te vinden, met op de verdiepingen appartementen bedoeld voor verhuur. Het meest opvallend in de Riemstraat zijn de rode bakstenen puntgevels van de Vismijn aan de noordelijke kant van de straat, een complex dat op het bouwblok Scheldestraat/Riemstraat/Goedehoopstraat werd geopend rond 1894.
Talrijke zaken in de Riemstraat spelen op de handel in vis, onder meer nummers 3-5, waar G. Peetermans, "faktoor in visch", zijn handel vestigde. De gevels van de handelspanden in de Riemstraat kregen doorgaans een eenvoudige, eclectisch getinte, veelkleurige gevel. Een schitterend voorbeeld met neorenaissance-elementen is gelegen op het smalle hoekperceel met de Kloosterstraat. Op nummer 49, een winkelhuis gebouwd rond 1893 in opdracht van P. Odeurs, met opvallende rondbogige bovenvensters. Een neoclassicistisch handelspand is bewaard op nummer 13, in opdracht van Deloenen van 1893.
Aan de oneven kant van de straat ten slotte, werd in het begin van de 21ste eeuw een uniforme reeks pakhuizen omgebouwd tot appartementsgebouw met handelszaken op de begane grond; basisstructuur en pilasters die de lijstgevels scheidden, werden bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1893 # 748 (13), 1893 # 483 (49).