Van Paardenmarkt naar Ossenmarkt. Circa 1520 geopend op de gronden van twee raamhoven en een hofstede. Eertijds waren hier, behalve het begijnhof (nummer 39), twee godshuizen: het godshuis Sint-Blasius (nummer 26) in 1545 overgebracht van uit het Klapdorp en het godshuis der Zeven Bloedstortingen (nummer 16) in 1546 overgebracht van uit de Mutsaertstraat, beide werden gesloopt circa 1965.
De straatnaam gaat terug op de stadspoort (Rodepoort) van de vierde stadsvergroting (1410) gelegen op de Paardenmarkt ter hoogte van de Rodestraat.
Brede rechte straat met overwegend enkelhuizen van twee, drie of vier traveeën en twee tot vier bouwlagen uit 19de en 20ste eeuw die een homogeen straatbeeld (nummers 3, 9, 15, 37, 10, 24-26-28, 30 en 34) of bakstenen (nummers 18, 20, 22, 32 en 36) lijstgevels met doorgaans rechthoekige muuropeningen. Aan oostzijde neotraditionele parochiale meisjesschool naar een ontwerp door de architect Jaak Alfons Van der Gucht uit 1924 (nummers 31-33) en tegen de Ossenmarkt aan de blinde afsluitingsmuur van het begijnhof. Westzijde met opvallende baksteenbouw (nummer 10) en moderne universiteitsgebouwen uit 1974 naar ontwerp van Jean Waterkeyn.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)