De Amerikalei is één van de belangrijkste verkeersassen op het Zuid, lopend van de Kasteelpleinstraat tot aan de Bolivarplaats. Ze vormt het meest zuidelijke deel van de leiengordel die als een halve cirkel om de historische binnenstad van Antwerpen loopt, daarbij grotendeels het tracé van de afgebroken Spaanse vestingen volgend.
Historisch kader
De Amerikalei werd aangelegd in het kader van de verkaveling van de nieuwe Zuidwijk circa 1875, op de gronden van het rond 1864 afgebroken Zuidkasteel. Een plan in het stadsarchief uit 1874 laat de aansluiting van de nieuwe lei zien op de bestaande "Boulevard de l'Industrie", over de ondergrondse resten van de citadel heen. De straat werd toen "Zuiderlei" gedoopt, maar kreeg in 1919 de huidige naam, naar aanleiding van het einde van de Eerste Wereldoorlog, waarin Amerika een belangrijke rol speelde in de eindfase.
De Amerikalei werd opgevat als een centrale, brede laan door de verkaveling. In totaal is de lei zestig meter breed, bestaande uit een hoofdweg die door bomenrijen van parallelle wegen is gescheiden. Langs de Amerikalei werden brede kavels voor grote burger- en herenhuizen voorzien; het was de bedoeling om de Zuiderlei als een echte boulevard uit te bouwen, met verzorgde façades en een aantal prestigieuze openbare gebouwen, onder meer de Sint-Michiels- en Sint-Pieterskerk.
Als in 1885 de Wereldtentoonstelling wordt ingericht op het Antwerpse Zuid, komen langs de Amerikalei een aantal toegangen tot het terrein, onder meer ter hoogte van de Baron Dhanislaan. Investeerders maken gebruik van de gelegenheid om langs de Amerikalei, op de nog onbebouwde kavels, paviljoenen te bouwen met eet- en drankgelegenheden. Het gaat hierbij om lage, voorlopige constructies in een fantasievolle architectuur. Uit de bouwaanvragen blijkt dat deze werden toegestaan voor de duur van de tentoonstelling, met de uitdrukkelijke eis dat nadien op het kavel een woning werd gebouwd.
Uit de bouwaanvragen in het stadsarchief en uit de verkavelingplannen van het Zuid blijkt dat de laatste percelen langs de Amerikalei waren volgebouwd circa 1910. Fotomateriaal uit die tijd laat mooie gevelwanden zien aan een fraaie, beboomde boulevard. Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft de Amerikalei te lijden onder bombardementen. Ter hoogte van nummers 23 tot 41 werden de neoclassicistische burgerhuizen zwaar beschadigd; de woningen werden in de jaren 1920 wederopgebouwd.
Hoewel in de tweede helft van de 20ste eeuw de Belle-Epoquewoningen langs de Antwerpse leiengordel op hoog tempo door nieuwbouwprojecten werden vervangen, bleef basisbebouwing van de Amerikalei in vergelijking met de andere leien relatief goed bewaard. Talrijke fraaie, rijk gedecoreerde burgerhuizen in vaak weinig verstoorde gevelrijen, geven de oorspronkelijk beoogde sfeer van deze eind-19de-eeuwse boulevard goed weer. De centrale, prestigieuze plaats van de Amerikalei binnen de Zuidverkaveling kreeg zijn vertaling in de architectuur. Er werden langs de Amerikalei een aantal grote openbare en semi-openbare gebouwen opgetrokken, die door een opvallende architectuur de hoofdzakelijk neoclassicistische, witgeschilderde huizenrijen doorbreken. Het straatbeeld van de boulevard werd aan beide uiteinden door monumentale panden bekroond: aan de noordkant het neorenaissancistische Justitiepaleis (Britselei nummer 55, 1874, L. en F. Baeckelmans), aan de zuidzijde het eclectische Zuidstation (Bolivarplaats, 1896, J.J. en P. Van Ysendijck), dat visueel het einde aangaf van de Amerikalei en van de Zuidwijk. In 1965 werd het station gesloopt om op die plaats een tunnel te graven die het stadsverkeer via de Amerikalei kon aansluiten op de Ring. Hierdoor kreeg de tot dan toe verkeersarme Amerikalei plots zeer veel verkeer te verwerken. In plaats van een centrale lei, werd de Amerikalei een scheidende factor tussen het deel van de wijk binnen en dat buiten de leien. Tevens zorgden de afbraak van het station en het graven van de tunnel ervoor dat de buurt rond de Bolivarplaats een onbestemde indruk kreeg, met verwaarlozing van het gebouwenpatrimonium tot gevolg. De herwaardering van het Zuid vanaf het einde van de 20ste eeuw, en meer specifiek de bouw van het opvallende justitiepaleis naar ontwerp van Richard Rogers in 2005 op de plaats van het voormalige Zuidstation, bliezen de buurt nieuw leven in.
Een eind-19de-eeuwse architecturale baken op de Amerikalei is de parochiekerk Sint-Michiel en Sint-Pieter, een neoromaanse driebeukige kruisbasiliek die in 1893-97 werd gebouwd naar ontwerp van F. Van Dijk. Het is de enige kerk binnen de grenzen van de oorspronkelijke Zuidverkaveling. Een tweede gebouw met religieuze achtergrond op de Amerikalei is het neogotische Onze-Lieve-Vrouwinstituut (nummer 38) dat circa 1883 door architect L. Baeckelmans werd ontworpen. De katholieke school werd in volle schoolstrijd op privé-initiatief opgetrokken, als tegengewicht voor de vele stadsscholen die op het Zuid werden gebouwd.
Burgerhuizen
De basisbebouwing aan beide zijden van de Amerikalei bestaat uit burgerhuizen en meergezinswoningen uit de Belle Epoque. De eerste bouwaanvraag voor de Amerikalei dateert van 1876, het jaar na de aanleg van de lei, en betreft een ruime neoclassicistische burgerwoning van vier traveeën en drie bouwlagen als eigen woning voor kunstenaar en architect Henry Redig. Het aantal traveeën van deze woning, illustreert meteen dat de percelen voor woningbouw aan de Amerikalei opvallend breder en dieper werden gemaakt dan in de achterliggende straten. Dit zorgde er voor dat hier veruit de grootste burgerwoningen te vinden zijn binnen de Zuidwijk. De burgerhuizen tellen drie tot vijf traveeën en drie of vier bouwlagen op souterrain, gevat onder leien zadel- of mansardedak. Hoewel de bebouwing bestaat uit relatief grote, prestigieuze burgerhuizen, is ook aan de Amerikalei de op het Zuid overwegende keuze voor neoclassicistische afwerking van de lijstgevels duidelijk waarneembaar, zij het dat de ornamentiek en detaillering hier bij een aantal woningen de standaard gevelafwerking in kwaliteit overstijgt. Voor een aantal woningen werd gekozen voor een andere stijl, met een bakstenen of veelkleurige gevel met eclectische, neorenaissance- of art-nouveaukenmerken, wat afwisseling en dynamiek in de gevelwanden brengt.
De kopers van deze relatief dure gronden zijn te situeren binnen de burgerij. Zij kozen de Amerikalei voor de bouw van een eigen woning, vaak ook werden er opbrengsteigendommen opgetrokken bestaande uit een rij burgerhuizen in eenheidsbebouwing of een appartementsgebouw met handels- of horecagelijkvloers. Vooral de hoekpercelen leenden zich uitstekend voor deze laatste functie. De gekende actieve speculanten en investeerders zijn ook hier aan het werk. Het stadsarchief bewaart talrijke bouwaanvragen met typeplannen van aannemer J.B. Bourguignon voor woningen die hij in rijen naast elkaar optrekt. Bewaarde voorbeelden zijn nummers 125 en 133, die net als tientallen andere woningen in samenwerking met investeerder Janssens op de Amerikalei werden gebouwd. Ook de nummers 136 en 138, ondertussen voorzien van andere façades, staan op hun palmares, net als talrijke andere woningen in dit bouwblok die nu niet meer identificeerbaar zijn. Een andere actieve aannemer en investeerder is J. De Pooter, wiens huizenrijen duidelijk herkenbaar zijn door de terugkerende afwerking, bv. nummers 3-7, 103-113 en 139-145. Vanaf 1889 gaat De Pooter de woning op nummer 3 ook zelf betrekken. Diamantair Henri Jacques Krijn investeerde in het bouwblok op de hoek met de Baron Dhanislaan (nummers 196-214/Baron Dhanislaan 20). Hij liet er een neoclassicistisch ensemble van in totaal elf burgerhuizen en een groot hoekgebouw met handelsgelijkvloers bouwen, ontworpen door Alfons Pauwels.
De indeling van de woningen gebeurt telkens volgens de 19de-eeuwse standaard plattegrond, met een enfilade van kamers die allemaal in een zijdelingse gang met trappenhal uitkomen. De afwerking van de interieurs volgt eveneens de eind-19de-eeuwse conventies, met parket- of plankenvloeren, stucplafonds met moulures, marmeren schouwen, dubbele houten of beglaasde tussendeuren en neostijlen die variëren naargelang de functie van de kamers. Op de Amerikalei zijn talrijke huizen te vinden die op de begane grond deze interieurafwerking bewaren. Voorbeelden zijn nummer 115, 127, 129, 193, 207; wellicht zijn er talrijke andere woningen op de Amerikalei die een gelijkaardig interieur bewaren.
De bouwkavels liepen in sommige gevallen door tot in de achterliggende straten, bv. Paleis-, Brederode- en Cuylitsstraat, om daar paardenstallen of andere bijgebouwen te voorzien. Nummer 231 bijvoorbeeld werd ca. 1898 gebouwd voor en door aannemer J. Beirens, die aan de andere kant van het perceel een magazijn en schrijnwerkersatelier liet bouwen. De woning in de Amerikalei werd net als de bijgebouwen (Cuylitsstraat 96-98) aangepast. Een fraai, nog goed herkenbaar voorbeeld is de combinatie van de woning op de Amerikalei 233 en de paardenstal in de Cuylitsstraat nummer 100. Er is ons op de Amerikalei één voorbeeld bekend van een herenwoning met een paardenstal op de binnenkoer, bereikbaar via een koetspoort: aannemer Masson bouwde nummer 207 in 1904 voor eigen rekening en voorzag een paardenstal in pittoreske neorenaissancestijl.
De aanwezigheid van een aantal relatief gaaf bewaarde ensembles burgerhuizen, zorgt er voor dat het eind-19de- of begin-20ste-eeuwse straatbeeld van deze boulevard nog herkenbaar is. Een vrij gaaf bewaarde rij met grote, hoge burgerhuizen is te vinden tussen de Montignystraat en de Bolivarplaats, van de nummers 177 tot 241. Tussen de neoclassicistische lijstgevels staan een aantal met natuursteen beklede façades, met originele ornamentiek. Aan de even kant van de Amerikalei is een origineel eclectisch ensemble bewaard, met afwisselend art nouveau-, neorococo- en neo-Lodewijk XVI-inslag, naar een ontwerp van architect P. Mijlemans van 1908 voor de heer Kennis.
Neoclassicisme
Er staan tientallen neoclassicistische burgerwoningen op de Amerikalei, die in hun globaliteit van hoge kwaliteit zijn en detaillering als schrijnwerk, ornamentiek en bepleistering goed hebben bewaard. Het feit dat deze woningen in een straat staan waar de oorspronkelijke context relatief goed is bewaard, vergroot hun erfgoedwaarde. Talrijke neoclassicistische woningen echter hebben een standaard neoclassicistische afwerking van de lijstgevel en zijn daarenboven door verbouwingen in hun originaliteit aangetast: schrijnwerk werd vervangen, de gelijkvloerse verdieping of het souterrain werd verbouwd voor garages, gevelbepleistering werd vervlakt of verwijderd enz. Dergelijke woningen zijn hier van groot belang om de continuïteit van de oorspronkelijke gevelwanden te ondersteunen. Nummer 16, ontworpen in 1881 door architect François Burlet voor Hendrickx, kreeg een nieuw natuurstenen parement. Van het naastgelegen nummer 18, een ontwerp van architect G. Ricquier-Winckelmans van 1881 voor Clement Rosaux, is het gelijkvloers aangepast. Nummer 75, oorspronkelijk deel uitmakend van een ensemble van drie spiegelende burgerhuizen naar ontwerp van G. Van Oenen, werd gedecapeerd. Nummers 81-83 sluiten aan bij de fraaie winkelhuizen op nummers 85-87. Nummer 88 heeft een fraaie, verzorgde neoclassicistische gevel, met verbouwde begane grond. Nummer 116, een woning van circa 1887, werd reeds in 1903 verbouwd door architect A. Gondrexon en onderging ook in de jaren 1940 en ’50 aanpassingen. Nummer 147, één van de weinige woningen op de Amerikalei met poortdoorgang, heeft een verbouwde begane grond. Nummer 170 is een eenvoudige woning waarvan het schrijnwerk volledig is vervangen. Het winkelhuis op nummer 173 kreeg een volledig nieuwe winkelpui. Nummer 176, eenvoudige woning met vergrote muuropeningen op begane grond en nieuw schrijnwerk. Nummer 179, gebouwd in 1901 voor de juffrouwen Heinz, is gedecapeerd. De verzorgde woning op nummer 191 werd gebouwd circa 1896 voor en door Joseph Haeck en kreeg in 1921 nieuw schrijnwerk en een erker; ondertussen vernieuwd schrijnwerk. Van nummer 213 werd het schrijnwerk volledig vervangen. Nummer 237, een woning ontworpen in 1900 door François Van Dijk voor Ch. De Blauwe-Soetewey onderging een verhoging met een halve verdieping in 1951, een verbouwing van het souterrain en vervanging van schrijnwerk.
Eén van de mooiste en tevens grootste neoclassicistische gebouwen die aan de Amerikalei werden gebouwd was het hotel van de heer en mevrouw Vallete-Duc, in 1897 ontworpen door de gebroeders Blomme. Het was een monumentaal pand van vijf brede traveeën en twee hoge bouwlagen op geblokte sokkel, onder zadeldak. De "aartsbisschoppelijke colleges en gestichten van de provincie Antwerpen" laten dit gebouw slopen om er in 1963 het Sint-Norbertuscollege te bouwen naar ontwerp van architect H. Moonen (nummer 49). In datzelfde jaar wordt het hotel opgenomen als representatieve architectuur in de catalogus van de publicatie "Een eeuw openbare werken in Antwerpen".
Typerend voor het Zuid zijn de neoclassicistische hoekpanden met winkel- of horecagelijkvloers en appartementen op de verdiepingen. Op de Amerikalei werden een aantal grote, fraaie voorbeelden gebouwd. Nummer 8, op de hoek met de Tolstraat, werd in 1883 ontworpen voor en door Felix Burlet en is tevens het vermelden waard om de bewaarde houten pui en het café-interieur. Op de hoek van met de Kasteelpleinstraat (nummer 2/Kasteelpleinstraat 68) is een groot hoekpand van vier bouwlagen ingeplant, met verbouwd winkelgelijkvloers. Op de hoek met de Brederodestraat (nummer 97/Brederodestraat nummer 2) werd circa 1878 een groot hoekcomplex gebouwd voor rekening van mevrouw Mortelmans-Grube, nu gedecapeerd en aangepast. Een voorbeeld van een hoekpand met een afgeronde hoek is te vinden op de hoek met de Kasteelstraat/Pacificatiestraat, een groot complex dat rond 1898 samen met de naastgelegen panden 166-168 werd gebouwd voor A. Stevens en E. Stas naar ontwerp van L.C. Buisseret-Fierens (nummer 164). De hoekpercelen, van bij het begin uitgekozen voor complexen met meergezinswoningen, zijn in de tweede helft van de 20ste eeuw populair voor nieuwbouwappartementen. Op nummer 92 vervangt een dokterswoning met appartementen naar ontwerp van J. Hintjens sinds 1959 een neoclassicistisch hoekpand naar ontwerp van Charlier van 1889.
Eclecticisme, neorenaissance en art nouveau
Ter afwisseling van de neoclassicistische gevelwanden, waren er toch een aantal opdrachtgevers die voor een andere, meer in het oog springende stijl kozen. De art nouveau is op de Amerikalei met een aantal eenvoudige, maar in hun detaillering zeer verzorgde voorbeelden vertegenwoordigd. De als monument beschermde Woning Geerts, een ontwerp van architect Van Mechelen uit 1897, geldt als het vroegste art-nouveauhuis in Antwerpen. De woning die E. Stordiau in 1900 ontwierp op nummer 215 is gelijkaardig van opbouw. Op nummer 41 ten slotte tekende architect Boelens in 1921 een art-nouveauwoning. In de eclectische huizen op de Amerikalei zijn af en toe ook kenmerken uit de art nouveau verwerkt. Het reeds aangehaalde ensemble van architect R. Mijlemans op nummers 184-192 is een goed voorbeeld. Andere eclectische façades vinden we op nummer 127, naar ontwerp van Smet-Verhas, nummer 203 valt op door de neo-Moorse invloed in de muuropeningen, nummer 207 en 235 ten slotte hebben een veelkleurige ornamentiek. De typische neo-Vlaamse renaissance topgevels in bak- en zandsteenstijl zijn maar weinig vertegenwoordigd op de Amerikalei: nummers 161 en 67 zijn goede voorbeelden. Twee gelijkaardige woningen naar ontwerp van G. Matthijssens werden afgebroken (onder meer op de hoek van de Tolstraat). Het grote, als één geheel ontworpen winkelpand op nummers 167-171 werd in 1902 getekend door architect Jean De Coster.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2011: Amerikalei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135372 (geraadpleegd op ).
Meest zuidelijke deel van de zogenaamde "leien" of "boulevards". Voor de afbraak van het Zuidkasteel in de jaren 1874-76 liepen de leien op de rond 1864 gesloopte Spaanse vesting slechts tot aan het kasteelplein (ter hoogte van de huidige Kasteelplein- en Anselmostraat). Bij de ontsluiting van de gronden van de gesloopte citadel en het kasteel- of oefenplein werden de leien in zuidelijke richting doorgetrokken tot aan de Bolivarplaats waar van 1898 tot 1965 het Zuidstation gevestigd was. Het nieuwe gedeelte werd in 1876 Zuiderlei geheten. De benaming Amerikalei werd in 1919 gegeven als huldeblijk aan de Verenigde Staten van Amerika die zich in 1917 bij de geallieerden aansloten.
Drukke verkeersweg van drie rijbanen gescheiden door beboomde bermen (platanen) met fietspad en wandelstrook. Ten zuiden van de Belegstraat zijn de brede bermen opgegeven ten voordele van het snelle verkeer.
Zuidzijde, oneven nummer.
Vrij homogene bebouwing van burgerhuizen veelal uit de periode 1885-1910, overwegend enkelhuistype van drie traveeën en drie bouwlagen met souterrain. Behoudens een aantal natuurstenen en gedecapeerde gevels, treffen we hier voornamelijk bepleisterde, beschilderde lijstgevels aan met bel-etagebalkon, niet zelden uitgewerkt als gevelbrede galerij en afsluiting met balustrade of ijzeren leuning; verschillende erkers. Veel voorkomende versiering met schijnvoegen, stucwerk en panelen. Rechthoekige en licht getoogde vensters. Door de aanwezigheid van het souterrain zijn de deuren doorgaans zeer hoog.
Beantwoorden aan dit type: de nrs. 3-7, 15, 21, 23, 45, 53-61, 69, 89, 93, 99-103, 109-113, 117, 121-125, 129, 133, 191, 209-213, 217, 219, 223-227.
Een twaalftal woningen zijn uitgerust met winkel- of cafépui, de hoekhuizen met afgeschuinde hoek. Een aantal van deze burgerhuizen werd gesloopt en vervangen door flatgebouwen uit derde kwart 20ste eeuw.
Tussen de nrs. 163-165 en 167 bevindt zich de neoromaans vroeg-christelijke Sint-Michielskerk.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Amerikalei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113370 (geraadpleegd op ).
Gelegen in het Zuidkwartier, van Kasteelpleinstraat tot Bolivarplaats. Tot na de afbraak van het Zuidkasteel (1874-76) liep de boulevard, aangelegd op de rond 1864 gesloopte Spaanse vesting, slechts tot aan het Kasteelplein (ter hoogte van de huidige Kasteelpleinstraat). Bij de ontsluiting van de gronden van citadel en kasteel werd de boulevard in zuidelijke richting doorgetrokken tot aan de Bolivarplaats. Het nieuwe gedeelte werd in 1876 Zuiderlei geheten. De huidige benaming, gegeven in 1919, is bedoeld als huldeblijk aan de Verenigde Staten van Amerika die zich in 1917 bij de geallieerden aansloten.
Drukke verkeersweg van drie rijbanen, gescheiden door beboomde bermen (platanen) met fietspad en wandelstrook. Ten zuiden van de Kasteelstraat zijn de brede bermen opgegeven ten voordele van het snelverkeer.
Noordzijde, even nummers.
Van de oorspronkelijke bebouwing - burger- en herenhuizen uit het vierde kwart van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw - zijn verschillende fraaie exemplaren bewaard. Ongerepte gehelen zijn de nummers 32-40, 46-48, 112-116, 164-192, 196A-204. De tussenliggende kavels, dikwijls per twee of per drie samengevoegd, zijn vrijwel alle bebouwd met moderne en luxueuze flatgebouwen van na 1960. Twee braakliggende gronden: het hoekpand Allewaertstraat en de nummers 216-224.
Duidelijke verschillen tussen de bebouwing ten noorden en en ten zuiden van de Kasteelstraat:
Ten noorden van de Kasteelstraat: Verschillende betere neoclassicistische burgerhuizen van drie traveeën, drie bouwlagen en zadeldak (meestal), te dateren uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Bepleisterde, witgeschilderde lijstgevels op hoge sokkel van arduin, met imitatievoegen of -bossages, spiegels, panelen, balusters of stucdecoratie (medaillons, guirlandes). Sterk horizontaal geritmeerd door lijsten, kordon vormende lekdrempels en bekroning. Verticaal accent door gemarkeerde middentravee of risaliet met erkers, balkons en meer uitgewerkte venster- en deuromlijstingen. Beëindiging met entablement: gelede architraaf, vlak of bewerkt fries, houten kroonlijst met tandlijst op klossen en consoles. Rechthoekige vensters, vlak omlijst op de begane grond, in geriemde omlijstingen op de verdieping; laaatstgenoemde voorzien van sleutels, waterlijsten en frontons. Hoge rechthoekige, meestal zeer sober omlijste deuren met bovenlicht. Slechts enkele puien met winkels of cafés voornamelijk nabij de hoeken. De meeste van deze huizen zijn perfect onderhouden. De nummers 50 en 104 recent ontpleisterd. Bijzonder fraai zijn de huizen nummers 32-36, 46-48, 72, 94, 98, 112-116, 140, 202-204.
Enigszins afwijkend: het nummer 8, te dateren 1883 met afgeronde hoektravee, zeer brede puilijst op consoles en kolossale Ionische pilasters van de bovenbouw, het nummer 98 met vier traveeën en rondboogpoort. Volledig buiten de reeks valt het neogotisch schoolgebouw nummer 38.
Ten zuiden van de Kasteelstraat: afwisseling van burgerhuizen en grotere complexen (nummers 182, 186, 188-192 en 196A), te situeren tussen 1890 en 1915. Lijstgevels van drie à vier bouwlagen met parement van witte natuursteen of bepleisterd, geordonneerd met bossages, lijsten, balkons of erkers. Eenheidsbebouwing voor de nummers 188-192 en 196A, paarsgewijze bebouwing voor de nummers 172-174 en 198-200. De nummers 184 tot 192 met lichte art nouveau-, neoroccoco- en neo-Lodewijk XVI-inslag van 1908 naar ontwerp van architect R. Mijlemans.
Dit straatgedeelte vertoont meer samenhang met (minder nieuwe bouw) doch de huizen zijn er eerder afgeleefd en vuil (ligging nabij oprit autostrade?).
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Amerikalei [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113030 (geraadpleegd op ).