Teksten van Cockerillkaai

https://id.erfgoed.net/themas/11292

Cockerillkaai herinventarisatie ()

De Cockerillkaai is een gedeelte van de Scheldekaaien op de rechteroever, gelegen op het Zuid tussen de De Gerlache- en de Sint-Michielskaai. De aanleg van deze kaaien gaat terug tot het grootschalige infrastructuurproject dat tussen 1877 en 1885 door de rechttrekking van de Schelde een nieuwe havenstrook ontwikkelde. In 1877 werden de werken aangevat; op 26 juli 1885 werden de nieuwe Scheldekaaien officieel ingehuldigd.

De naam Cockerillkaai herinnert aan de scheepstimmerwerven van de Société Cockerill, die in 1844 ingericht werden op de terreinen tussen de huidige Schelde- en Timmerwerfstraten; in 1873 werden de installaties naar Hoboken overgebracht.

Voor de ontwikkeling van de nieuwe havenzone tussen 1877 en 1885 moesten honderden huizen gesloopt worden. Daarbij verdween de historische stadskern rond het Steen en de iets noordelijker gelegen historische havenzone "De Werf". Vanaf de Kattendijksluis tot aan de huidige Ledeganckkaai werd een ononderbroken, licht gebogen kaaimuur opgetrokken. Er werd een gekasseide strook van 80 m breed aangelegd voor kades, die werden uitgerust met havenkranen, kraan- en treinsporen en metalen, open opslagplaatsen. Ter hoogte van de Cockerillkaai is er een inham in de kaaimuur; dit is de voorhaven van de Zuidersluis, die uitgaf op de Zuiderdokken. Deze drie, in elkaars verlengde liggende dokken voor binnenscheepvaart werden in 1881 geopend tussen de Waalse- en de Vlaamsekaai. Na het dempen van deze dokken in 1969, bleef enkel de inham van de Zuidersluis over. Het bijhorende sluishuisje werd eveneens gesloopt. Ter hoogte van de inham van de Zuidersluis is een atoombunker te vinden, gebouwd tijdens de koude oorlog. Op de gedempte sluis werd in 1973-74 het Hof van Beroep en Arbeidshof gebouwd naar ontwerp van de architecten Marc Appel en Jan Welslau.

Het meest opvallende en gekende bouwkundig erfgoed van de Scheldekaaien zijn de metalen afdaken met Polonceauspanten en versierde frontons. De afdaken 15A behoren tot de oudste nog resterende afdaken op de Scheldekaaien. Aan Scheldezijde van deze afdaken zijn sporen bewaard voor de havenkranen, aan straatzijde lopen sporen voor de goederentreinen die het transport naar het Zuidstation mogelijk maakten. Over de gehele lengte van de Scheldekaaien werd de grens tussen de gekasseide havenzone en de openbare weg gemarkeerd door een monumentale rij smeedijzeren hekken, gerealiseerd door de firma Van Aerschot volgens een typeplan van de stad.

Naast de door een hekwerk afgesloten havenzone, kwam een rijweg van 20 meter breed, waarlangs nieuwe gebouwen werden opgetrokken: vooral panden met een handelsfunctie, al dan niet gecombineerd met wonen op de verdiepingen. Langs de Cockerillkaai blijft van deze bebouwing bijna niets over. Een voorbeeld is nr. 3, oorspronkelijk een café, met een gevel in bruine en gele baksteen. Langs de Cockerill- en de De Gerlachekaai werden in het interbellum sociale appartementsblokken ingeplant naar ontwerp van stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke. Het betreffen grote complexen in baksteenbouw met gecementeerde muurvlakken.

Opvallend langs de Scheldekaaien zijn de talrijke grote nieuwbouwprojecten. De nrs. 18, een project van Christine Conix, en 25, een ontwerp van architect P. Cornelis, zijn waardevolle architecturale ingrepen, die de heropbloei van het Zuid op het einde van de 20ste eeuw illustreren.

  • Stadsarchief Antwerpen, Archief Autonoom Havenbedrijf Antwerpen, MA-HB # 338 (sluiswachthuisje).
  • VAN HOUTTE A. 2001: Architectuur langs de waterkant: een wandeling van de Royerssluis tot aan het Zuid, Antwerpsche Tydinghen, 2, 95-102.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2011: Cockerillkaai [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136868 (geraadpleegd op ).


Cockerillkaai ()

Kaai langs de Schelde, gelegen in het Zuidkwartier, tussen Scheldestraat en IJzerenpoortkaai. De naam herinnert aan de scheepstimmerwerven van de Société Cockerill, in 1884 gebouwd tussen de huidige Schelde- en Timmerwerfstraten; in 1873 werden de installaties naar Hoboken overgebracht.

Verkommerde oostzijde met weinig relevante bebouwing van circa 1900. Begane grond meestal met cafépui. Twee gedateerde gevels: de nummers 10 en 19 beide van 1882: nummer 10 hoekpand van baksteen met beschilderde speklagen; afgeschuinde hoektravee met houten erkers en dakkapel in drukke omlijsting; nummer 19: bepleisterde lijstgevel met geaccentueerde middentravee met bewerkte dakkapel; versiering met wortelmotief; verbouwde begane grond.

Enkele recente complexen zijn de flats nummers 7-9 A en 23 van 1960-70; de nummers 32-35: flatgebouwen van baksteen en simili met geaccentueerde ingangstravee te dateren circa 1930 naar ontwerp van architect E. Van Averbeke en het Arbeidshof naar ontwerp van architect F. Van Bogaert van 1973.

Scheldezijde afgezet met ijzeren hekken en lindebomen.

Sashuisje nummer 38 nabij de voormalige Cockerillbrug die toegang verleende tot de thans gedempte Zuiderdokken; vierkant gebouwtje met bepleisterde, witgeschilderde lijstgevels van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (roofing); één dakkapel met vleugelstuk, fronton en sierbol; de hoeken afgezet met gegroefde pilasters, de verdieping gemarkeerd door puilijst, architraaf en kroonlijst; segmentbogige vensters en deur (anno 2010: gesloopt).


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Cockerillkaai [online], https://id.erfgoed.net/teksten/113035 (geraadpleegd op ).